U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  B U I T E N L A N D
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Equitable-PCI Bank

President Joseph Estrada


Kampioen van het witte doek kan politieke rol niet aan


De Filippijnse president Estrada moet weg. Niet omdat hij corrupt is, maar omdat hij geen beleid voerde. Kerk en leger ontpopten zich andermaal tot steunpilaren van het verzet.

Door onze redacteur WIM BRUMMELMAN

ROTTERDAM, 20 JAN. Het ultimatum is verstreken voor Joseph Estrada, de voormalige filmster die de Filippijnen de afgelopen twee jaar en acht maanden heeft bestuurd als zijn eigen fool's paradise. De populist Estrada - de man van 'drank, vrouwen en gokken' - heeft zich altijd geprofileerd als de held van de armen, als hun kampioen-op-het- witte-scherm, en met die uitstraling won hij met grote overmacht de presidentsverkiezingen op 11 mei 1998.

Ook als dertiende president van de Filippijnen is 54-jarige Estrada steeds zichzelf gebleven. Hij deed zich niet beter voor dan hij was, en misschien juist daarom is hij, tot op de dag van vandaag, een populaire president gebleven in de ogen van de gewone man. Die volgde de aanhoudende nieuwsstroom over Estrada's zelfverrijking eerder met een mengeling van spot en bewondering dan met afgrijzen. 'Misschien is hij wel een beetje corrupt, maar het is wel onze corrupte president', zo denkt een groot deel van de - per definitie arme - volksmassa over hun president.

Het is dan ook niet te danken aan de opstand van de 'armen' die Estrada eenzaam en alleen hebben teruggeworpen in zijn presidentiële paleis, een verdedigingspositie die hij overigens niet langer lijkt te kunnen handhaven. Nee, de doodsteek voor Estrada is gekomen van de 'middenklasse', de middenstanders, de jonge zakenlieden en de industriëlen die gezien hun economische verworvenheden het meest hebben te vrezen van wanbeheer door hun president. Hun onvrede wordt verwoord door dezelfde elite van politieke en kerkelijke leiders die in 1986 een einde hielp maken aan de dictatuur van Marcos - toen die onhoudbaar was geworden - en die drie jaar geleden in de verkiezingscampagnes het luidst waarschuwde dat het met de Filippijnen de verkeerde kant op zou gaan met Estrada aan het roer. Niet zozeer omdat hij een bonvivant of een 'vriend van de armen' zou zijn, maar omdat hij nooit de indruk had gewekt serieus geïntereseerd te zijn in welk economisch beleid dan ook. Of men moet de - op zichzelf niet onjuiste - uitspraak 'Mijn eerste zorg is dat er voedsel moet zijn voor iedereen. In andere landen zijn de boeren rijk, bij ons zijn ze arm' als zodanig opvatten.

Estrada is geen Marcos, die met meedogenloze hand regeerde en die door een 'volksopstand' het veld moest ruimen. Estrada is een beminnelijke man, die evenwel niet in staat is gebleken om, zoals zijn tegenstanders vreesden, greep te krijgen op de grote economische en sociale problemen in zijn land. Waar bijvoorbeeld zijn voorganger Ramos nog een begin maakte met het pacificeren van de burgeroorlog in het zuidelijke Mindanao, zijn de verhoudingen op dat overwegend islamitische eiland vorig jaar weer verslechterd.

De oorlog op Mindanao is een godsdienstoorlog, tussen moslims en katholieken (die in de rest van de Filippijnen in de meerderheid zijn) maar vooral een strijd tussen 'arm' en 'rijk', tussen 'gekoloniseerden' en 'kolonisators'. Onder Ramos is een vredesakkoord gesloten met de grootste onafhankelijkheidsbeweging op Mindanao - het Moro Nationaal Bevrijdingsfront - maar die aanzet heeft geen vervolg gekregen in een daadwerkijke aanpak van de armoede. Niet onder Ramos, maar ook niet onder Estrada, wiens enige wapenfeit vorig jaar het vrijkopen was van gijzelaars, al mocht het die benaming niet hebben.

Om een misverstand te voorkomen: de hoofdstedelijke oppositie die nu het presidentieel paleis belaagt, doet dat niet uit solidariteit met de bevolking op Mindanao. Zij komt op voor haar eigen belangen die het best zijn gediend met voorzetting van het economische liberaliseringsbeleid dat onder Ramos werd ingezet. Dat de 'kerk' en 'leger' daarbij opnieuw de steunpilaren zijn van het verzet, is veelbetekend. Het betekent dat de Filippijnen nog steeds een politiek fragiel land zijn.

Lees ook:

  • Leger Filippijnen laat Estrada vallen (19 januari 2001)
  • Filippijnen eisen vertrek president (17 januari 2001)
  • De straat is weer aan zet in proces Estrada (17 januari 2001)

  • NRC Webpagina's
    20 JANUARI 2001


    ( a d v e r t e n t i e s )

    Klik hier

    Klik hier

        Bovenkant pagina

    NRC Webpagina's © NRC Handelsblad