U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  B U I T E N L A N D
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Armenian Diaspora
(Geschiedenis van het Armeense land en volk)

Armenia: One nation, One struggle


'De Turken zijn nog steeds niet aardig'


In Parijs werd gisteren gefeest naar aanleiding van de erkenning van de genocide rond 1915 op Armeniërs. Maar niet te uitbundig, want daarvoor is de geschiedenis te treurig.

Door onze correspondent PIETER KOTTMAN

PARIJS, 19 JAN. "Nee, nee, en nog eens nee, de Turken zijn niet aardig!" Patrick Devedjian, woordvoerder van de RPR, de partij van president Jacques Chirac, heeft steeds op kalme toon gesproken, maar verheft nu zijn stem. De bezetting van Cyprus is onwaardig, de Turkse behandeling van de Koerdische minderheid schandalig, net als de boycot van het jonge, onafhankelijke Armenië. En we weten nog maar al te goed hoe Turkije eind 1988 internationale hulpverleners tegenhield die de nood na de aardbevingen in Armenië wilden lenigen. Menigeen heeft volgehouden dat de Turken in 1915 niet aardig waren maar dat ze het sindsdien wel geworden zijn. Welnu - hij last een retorische pauze in - ze zijn het nog steeds niet.

In de oude "prijzenkamer" van het Collège Arménien vlakbij de Pont de Sèvres even buiten Parijs - Devedjian is er nog schoolgegaan en ook de meeste andere aanwezigen hebben er vloeiend Armeens leren spreken - breekt een stormachtig applaus los. Het zoveelste in successie. De ene na de andere spreker herdacht er gisteravond de strijd die aan de officiële Franse erkenning van de Armeense volkerenmoord door de Turken in 1915 is voorafgegaan. Overdag werd die erkenning in één simpel, door de Assemblée unaniem aangenomen wetsartikel vastgelegd: "Frankrijk erkent openlijk de Armeense volkerenmoord van 1915". Honderden Fransen van Armeense afkomst waren naar het Palais Bourbon, zetel van de Assemblée, gekomen en sommigen namen huilend kennis van het goede nieuws.

Maar gisteravond overheersten opluchting en vrolijkheid. De linkse parlementariër Hélène Luc, voorvechtster van de Armeense zaak, verklapt dat in president Chirac twee zielen huizen. Formeel zijn hij en premier Jospin tot op de dag van vandaag tegenstander van de erkenning van de volkerenmoord, om "handelspolitieke, strategische en geo-politieke redenen", maar weet u wat er op de "avond van de kinderen van Armenië" gebeurde, 13 december vorig jaar? Chirac stelde haar voor aan de president van Armenië - die ze natuurlijk allang kende! - en zei: "Zonder haar had de Senaat de wet nooit goedgekeurd. En ze heeft het voor elkaar gekregen tegen mijn zin en die van de regering in!" Als het applaus is verstomd, vertelt Luc ook wat Chirac daarna nog zei: "Ik stond van harte aan uw kant, maar ik kón niets doen, begrijpt u, zo vlak vóór de top van Nice."

Anders dan de top van de Republiek maakt niemand in het Collège Arménien zich druk over de reactie van de Turken, en ook niet over die van de Fransen van Turkse afkomst. Die zijn toch verdeeld en ongeorganiseerd, is het lakonieke oordeel. Asa Krikorian, voorzitter van het Comité de Défense de la Cause Arménienne (CDCA), een pressiegroep met vestigingen over de hele wereld, blaakt van zelfvertrouwen. Het is een wet, schreeuwt hij uit boven het lawaai van de muziek, en geen resolutie, zoals de erkenning van de volkerenmoord door het Europese parlement, in 1987 en, later, door afzonderlijke Europese parlementen en door het Vaticaan. Met deze wet in de hand kan de geschiedvervalsing in de schoolboekjes aangepakt worden, wordt de ontkenning strafbaar en - het belangrijkste - wordt Europa gedwongen Turkije buiten de deur te houden zolang het zijn verantwoordelijkheid niet erkent. Europa kan toch niet met een door één van de lidstaten officieel erkende Hitler aan tafel gaan zitten, of wel soms?

Om hem heen voeren uitgelaten jongeren een folkloristische reidans uit. Triomfalisme? Zanger Charles Aznavour, ook van Armeense afkomst en eigenlijk Aznavourian geheten, waarschuwde er gisteren nog tegen.

In zijn kapsalon aan de Parijse Rue Berger deed Jean-Christian Onossian gisteren hetzelfde, al was het maar omdat blijdschap, gezien de trieste geschiedenis, niet aan de orde is. Net vorige maand gaf Onossian in eigen beheer een boekje uit, met het door hemzelf opgetekende levensverhaal van zijn vader. "Een klein monument voor zijn nagedachtnis" noemt hij het in simpele bewoordingen gestelde relaas, waaraan hij vier jaar werkte. Er leunen een paar exemplaren tegen een spiegel, op het omslag prijkt een foto van zijn vader als jongeman - ooit door de afgebeelde zelf van een hoge krullerige kozakkenmuts voorzien om zijn zoons te tonen hoe hij er in het verloren vaderland bij liep.

Net als de ouders en grootouders van een half miljoen andere Fransen ontsnapte Onossians vader aan het Turkse bloedbad, verweesd en als enige overlevende van een volledig uitgemoorde familie. Frankrijk, zielsverwant sinds de kruistochten, ving hem liefdevol op. Zijn zoon, inmiddels 63, werd net als hij kapper; eind deze maand sluit hij de zaak.

In 1989 vloog de zoon van Moskou naar Jerevan, hoofdstad van - toen nog - de Sovjetrepubliek Armenië. De man naast hem had zijn veiligheidsgordel niet om, maar toen hij hem hem daarop, in het Armeens, attent maakte, fluisterde deze: "Ik heb vertrouwen: de piloot is Armeens."

Die man en diens familie beschouwt hij nu als zíjn familie, het maakt de weemoed van de diaspora draaglijker. Hij bezocht Armenië destijds vanwege de aardbeving, om te helpen. Volgens hem gaf de massale intocht van afstammelingen van Armeniërs uit de hele wereld, toen, een belangrijke impuls aan de ineenstorting van het Sovjet-rijk. De autoriteiten lieten het maar gebeuren, zo vlak na Tsjernobyl.

Nu steunt hij de jonge republiek op afstand, financieel, zoals zoveel Armeniërs in de rest van het land en de wereld. Frankrijk is laat geweest met de erkenning, maar hij voelt zich niettemin "voor het volle pond" Fransman. Meer dan dat zelfs: Fransman-plus. Zijn naam eindigt immers op "ian". Drie letters die voor hem een dubbele nationaliteit, een tweede paspoort symboliseren. Die hem een identiteit geven.

NRC Webpagina's
19 JANUARI 2001


( a d v e r t e n t i e s )

Klik hier

Klik hier

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad