T V V O O R A F :
Een veelzijdig wonder van raffinement
HENK VAN GELDER
Lucille Ball is terug op de
televisie, morgenavond, als pauzenummer tussen de
oudejaarsavondconferences van Lebbis & Jansen en Freek de Jonge.
Merkwaardig, zo'n documentaire over een hoogtepunt uit de Amerikaanse
tv-historie temidden van de hardhandig behandelde actualiteit. Maar het
zou jammer zijn als Finding Lucy daardoor over het hoofd werd
gezien. Het is een mooi programma, met heel veel prachtig
archiefmateriaal.
De documentaire, die hier gewoon Lucille Ball heet, werd dit jaar
door Pamela Mason Wagner gemaakt voor het Amerikaanse publieke netwerk
PBS. De oorspronkelijke titel verwijst naar het feit dat Lucille Ball
(1911-1989) pas op haar veertigste de rol van haar leven vond.
Daarvóór heeft ze weliswaar 65 films gemaakt - soms zelfs
in de hoofdrol - maar een echte filmster is ze nooit geweest. Zo te zien
was ze uiterst veelzijdig, misschien wel veel te veelzijdig om ooit een
herkenbare publiekstrekker te worden. Ze speelde dramatische rollen,
trok de aandacht in musicalfilms en toonde zich bedreven in het komische
werk. Zie hoe ze in één van die films als typiste met een
schrijfmachinelint worstelt: een wonder van raffinement.
Maar de ware doorbraak kwam pas na haar succes in een radio-comedy,
waarvan CBS in 1951 een tv-versie wilde maken. Lucille Ball wilde dat
ook wel, maar alleen als haar uit Cuba gevluchte echtgenoot Desi Arnaz
haar tegenspeler mocht worden. Omdat hij als orkestleider werkte, was
hij vaak weg van huis. Zij had hem liever in de buurt. CBS aarzelde,
want het was een nogal gewaagde comnbinatie: een volbloed-Amerikaanse
vrouw met zo'n bongo-speler. En zo kwam het dat de heer en mevrouw Arnaz
besloten zelf in het risico mee te delen. Ze leenden 5000 dollar van de
bank en werden mede-eigenaar van I love Lucy. Daarmee legden ze
de basis voor een fortuin, dat nog dagelijks groeit. Tot op de dag van
vandaag wordt er immers altijd wel ergens een aflevering herhaald - er
zijn er 479.
Het succes van I love Lucy wordt in de documentaire
vanzelfsprekend toegeschreven aan de superieure kluchttalenten van
Lucille Ball, aan de manier waarop Desi Arnaz haar ook buiten beeld
tegenspel bood, aan de andere acteurs en aan de scripts die haar steeds
de ruimte gaven voor de meest uitzinnige strapatsen en capriolen. Maar
al die uitbundige slapstick, waaruit Pamela Mason Wagner met gulle hand
de beste staaltjes koos, doet ook denken aan wat er in die dagen nog
meer aan Amerikaanse tv-comedy werd gemaakt. Series die destijds in
Nederland werden uitgezonden onder titels als Vader weet het beter
en Alles draait om moeder - zoet, braaf en rolbevestigend.
Natuurlijk was Lucy óók een getrouwde vrouw, net als in al
die andere lieve tv-gezinnetjes, maar toch vooral een stout kind dat
voortdurend gekkigheid wilde uithalen. Ze bedotte daartoe haar man met
doorzichtige smoezen en werkte zich vervolgens deerlijk in de nesten.
Allengs ging het echter bergafwaarts met hun echte huwelijk. Na de
scheiding maakte Lucille Ball een nieuwe serie die minstens zo succesvol
was. Ze speelde nu een wilde weduwe; in de jaren zestig waren de
Amerikaanse tv-kijkers nog niet toe aan een gescheiden heldin. Kort voor
haar dood, op haar 75ste, was ze zelfs nog even een dolle grootmoeder.
Maar die serie werd, wegens gebrek aan succes, al na acht afleveringen
stopgezet. Lucy had zich overleefd. Dat ze in 1974 ook nog de danig
geflopte film Mame maakte, wordt in de documentaire niet vermeld.
Het eind van het verhaal is al treurig genoeg.
Lucille Ball, zondag, Ned.3, 21.48-22.45u.