|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Midden-Oosten
|
Premier Israël praat nog niet met Arafat
Door onze correspondent
Palestijnse woordvoerders zeggen dat de intifada, de Palestijnse opstand, moet doorgaan totdat alle Palestijnse eisen door Israël worden ingewilligd. Naar hun interpretatie zijn de grote concessies die Barak voor vrede wil doen het resultaat van de invloed van de intifada op de Israëlische samenleving. "We moeten de zwakke Barak nog verder uitpersen", wordt in Palestijnse kringen gezegd. De anti-Israëlische gevoelens in de Palestijnse maatschappij zijn als gevolg van het Israëlische militaire antwoord op de intifadah zo hoog opgelopen dat Arafat weinig manoeuvreerruimte heeft om zelfs voor vrede concessies te doen. Overigens is het geweld de afgelopen dagen aanzienlijk afgenomen. Op fel protest van kolonisten en rechtse partijen na heeft de Israëlische straat opvallend onverschillig gereageerd op Baraks bereidheid voor vrede een hoge prijs te betalen. De Israëliërs zijn murw door de intifadah. Bovendien worden ze in de war gebracht door het vredesimago waarmee de rechtse oppositieleider Ariel Sharon de strijd om het premierschap tegen Barak op 6 februari 2001 aanbindt. Ook Sharon zegt nu voor vrede "pijnlijke concessies" te willen doen. Ook blijft hij bij zijn standpunt Barak in een door eventueel hem te vormen regering van nationale eenheid als minister van Defensie op te nemen. Sharon, in zijn nieuwe gedaante, zet zich met begrip voor de pijn van de kolonisten af tegen extreme acties en uitlatingen van hun kant. In zijn politieke berekeningen moet Arafat er rekening mee houden dat hij wel vrede met Barak kan sluiten maar wellicht na 6 februari te maken krijgt met Sharon als premier. Er zijn nog steeds geen Israëlische opiniepeilingen die aangeven dat Barak zelfs met een principevredesakkoord met Arafat op zak de verkiezingen zal winnen. President Clinton zelf zei gisteren dat Israël en de Palestijnen dichterbij een vredesakkoord zijn "dan ooit". Hij sprak na een serie telefoongesprekken met buitenlandse leiders, onder wie president Mubarak en de Russische president, Vladimir Poetin. "De kwesties zijn uitermate moeilijk, maar ze zijn dichterbij elkaar dan ze ooit tevoren zijn geweest, en ik hoop en bid dat ze deze gelegenheid zullen aangrijpen", zei Clinton tegen verslaggevers in het Witte Huis. "De hele kwestie is nu of ze het eens worden onderhandelingen voort te zetten op basis van deze ideeën."
|
NRC Webpagina's 28 DECEMBER 2000
|
Bovenkant pagina |
|