|
|
|
NIEUWSSELECTIE EPA Wereld Gezondheids Organisatie National Institute on Drug Abuse
Drugtext Ministerie van Buitenlandse Zaken VS
|
Slechts enkelen weten welke stoffen worden
gebruikt
BOGOTA, 28 DEC. Voor het sproeien in Colombia wordt het landbouwgif glyfosaat gebruikt. Op zichzelf een vrij onschuldig middel, zeggen deskundigen. Wel schrijft de Nederlandse milieu-inspectie bij gebruik het gebruik van beschermende handschoenen en brillen voor. Ook mag men de spuitnevel niet inademen. "Het is natuurlijk niet de bedoeling dat het op mensen komt", zegt een woordvoerster van het Nederlandse College Toelating Bestrijdingsmiddelen. De instantie heeft het gif sinds 1993 geregistreerd onder de merknaam Roundup. Ook in Colombia wordt Roundup gebruikt. Het wordt gemaakt door het Amerikaanse bedrijf Monsanto. Hoewel Amerikaanse milieugroepen het tegendeel beweren, is het produkt volgens de fabriek 'relatief veilig'. Wel klassificeert de Amerikaanse milieuinspectie (EPA) het product als 'hoogst giftig'. De Wereld Gezondheids Organisatie benoemt het als 'extreem giftig'. Omdat het middel in Colombia vanuit vliegtuigen op gebieden wordt gesproeid waar mensen wonen, zijn er altijd gezondheidsklachten geweest. Brandende ogen, duizeligheid en ademhalingsproblemen kwamen het meest voor. Sinds twee jaar vermoeden Colombiaanse milieu- en mensenrechtengroepen evenwel dat er iets anders gebruikt wordt. Teelten worden niet alleen geel, maar verschrompelen zwart. En mensen komen met klachten als ingewandproblemen en huidaandoeningen. De Colombiaanse anti-narcotica-politie wijdt de gezondheidsklachten aan 'toeval' of 'manipulatie door de narco-guerrilla'. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken stelt dat de klachten nu eenmaal van boeren komen die illegale oogsten verbouwen. "Aangezien hun illegale levens zijn aangetast door het sproeien, geven deze personen geen objectieve informatie", schreef het ministerie begin vorige maand in een rapport over sproeien. "Glyfosaat", dat is het standaardantwoord van de autoriteiten op de vraag wat er voor het sproeien wordt gebruikt. Vorige week antwoordde het ministerie van Buitenlandse Zaken evenwel bevestigend op de vraag van deze krant of het gerucht klopt dat het traditionele Roundup sinds enige tijd is vervangen door het product Roundup Ultra. Dit betekent dat er wel degelijk een nieuw middel wordt gesproeid. Het ministerie in Washington bevestigde ook het vermoeden dat het Colombiaanse product Cosmoflux aan het sproeimengsel wordt toegevoegd. Cosmoflux is een soort 'zeep', dat wil zeggen een hulpstof waardoor het dodende glyfosaat beter en sneller in de plant dringt. Niet het glyfosaat zelf, maar de toegevoegde zepen zouden volgens wetenschappers de oorzaak kunnen zijn van de ziektesymptomen. "Het grote probleem is dat je deze stoffen nauwelijks kunt onderzoeken", zegt professor Willem Seinen van het Research Instituut Toxicologie (RITOX) van de Universiteit van Utrecht. "Maar een verband tussen deze stoffen en de ziekteverschijnselen is zeker niet uitgesloten." Omdat deze zepen bijproducten zijn, is de fabrikant niet verplicht de ingrediënten op het etiket te zetten. De samenstelling is bedrijfsgeheim. Ook de milieuinspectie mag de bestanddelen niet prijsgeven. Volgens deskundigen verhogen de zepen de giftigheidsgraad van het product. Zowel het Colombiaanse Cosmoflux als het Amerikaanse Roundup Ultra bevat 'zepen'. Deze zepen of 'surfactanten' zijn zo belangrijk voor de werking van het glyfosaat op de plant, dat het onderzoeksinstituut ARS van het Amerikaanse ministerie van Landbouw er vier jaar mee heeft geëxperimenteerd. De hoogleraren Helling en Collins deden proeven in kassen en op door henzelf aangelegde cocaveldjes in Hawaii. "Natuurlijk ging het om het verhogen van de giftigheidsgraad" voor planten, zegt professor Helling desgevraagd. "Dat was het hele doel van ons onderzoek." In het geheime rapport over hun onderzoek schreven Helling en Collins dat door hun experimenten "het gangbare mengsel van het bestrijdingsmiddel voor de vernietiging van coca in Colombia is gewijzigd." Er zouden nieuwe 'zepen' aan worden toegevoegd die na het sproeien "uitstekende resultaten" geven. Monsanto geeft de samenstelling van zijn 'zeep' niet vrij. "Zelfs wij als federale onderzoekers kregen geen inzicht", zegt dr. Helling door de telefoon. "We wilden de formule weten, zodat we haar nog effectiever konden maken." Waarom hij het dan zelf niet onderzocht? "Onbegonnen werk",is zijn antwoord. Net als het Nederlandse TNO, waaraan deze krant grondmonsters opstuurde, zegt Helling dat zo'n onderzoek meerdere jaren zou kosten. Hoewel Helling geen toxicologische tests deed op zijn zepen, stelt hij dat ze niet schadelijk zijn. Toch laat hij zich ontvallen "ernstig bezorgd" te zijn over het Colombiaanse product Cosmoflux dat aan de Roundup Ultra wordt toegevoegd. "Gelukkig heeft de Amerikaanse milieuinspectie EPA het product begin december goedgekeurd. Ook het ministerie van Buitenlandse Zaken zei dat het Colombiaanse Cosmoflux EPA-approved was." Bij de milieuinspectie EPA heeft men echter nooit van Cosmoflux gehoord. Volgens een woordvoerder kan het ook nooit door EPA zijn goedgekeurd. "Wij keuren geen buitenlandse producten. Zoals we ook bij Roundup Ultra alleen het actieve bestanddeel (dus glyfosaat) testen." Net als de Nederlandse milieuinspectie doet ook de Amerikaanse EPA geen uitspraak over toevoegingen of 'zepen'. De Colombiaanse milieuinspectie is daartoe nog minder geneigd. Volgens de Colombiaanse biochemica Elsa Nivia bestaat in haar land de "absurde situatie" dat de inspectie wordt betaald door de anti-narcoticapolitie om toezicht te houden op het sproeien. "Wie gaat er in Colombia nu in tegen de degene die je betaalt?" Al jaren probeert ook Nivia te achterhalen wat er in haar land wordt gesproeid. Ze stuit slechts op muren. Net als Amerikaanse milieuorganisaties die het sproeien kritisch volgen, vermoedt ook Nivia dat de mengsels die worden gebruikt, niet overeenkomen met de aanwijzingen op de etiketten. Dit is ook het vermoeden van de Utrechtse hoogleraar Seinen. "Het is best mogelijk dat er iets mis is met die producten", zegt hij. Volgens hem zitten er in elk product 'verontreinigingen' die niet op de labels staan. "Zelfs in hele kleine hoeveelheden kunnen dat soort stoffen sensibiliseren, en bijvoorbeeld voor allergische reacties zorgen."
|
NRC Webpagina's 28 DECEMBER 2000
|
Bovenkant pagina |
|