U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  B I N N E N L A N D
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Dossier Suriname

Nabestaande Decembermoorden over getuigenis

'Desi gaf opdracht voor alle moorden'


Een van de vermeende hoofddaders van de Surinaamse December- moorden deed zijn relaas aan een nabestaande . Daarvan zou een deel op een bandje staan.

Door onze redacteur JOOST ORANJE

AMSTERDAM, 7 DEC. Voor de achttiende keer zullen morgen de fakkels branden op de stoep van het Surinaamse consulaat aan de Amsterdamse De Cuserstraat. Ook Henri Behr zal er zijn, tijdens de traditionele herdenking van de Surinaamse 'Decembermoorden'. Zijn gedachten zullen uitgaan naar zijn broer Bram, de journalist die samen met veertien andere prominente critici van het toenmalige Militair Gezag in 1982 standrechtelijk werd doodgeschoten in Fort Zeelandia.

De herdenking zal anders zijn dan andere jaren. Achttien jaar gebeurde er niets met de Decembermoorden, maar met het officiële onderzoek dat het Surinaamse OM onlangs is begonnen, is die situatie drastisch gewijzigd. Behr deed zelf naspeuringen naar het lot van zijn broer. Macaber hoogtepunt daarin was een gesprek dat hij in 1996 voerde met Paul Bhagwandas, de gevreesde militair die te boek stond als 'de beul van Paramaribo'. Bhagwandas, die in 1996 overleed, zou bij de Decembermoorden een hoofdrol hebben gespeeld. "Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en contact met hem heb gezocht", vertelt Behr. "Bhagwandas was geen onbekende voor me. Hij kwam vroeger bij ons thuis en zat samen met Bram op de St. Paulusschool. Via een bevriende relatie in de medische wereld had ik gehoord dat hij nog maar kort te leven had en toen heb ik hem benaderd. Twee maanden voor z'n dood heb ik hem gesproken." Het werd een angstaanjagend gesprek met het prominente lid van de 'Groep van Zestien', de club sergeanten die in 1980 de staatsgreep had gepleegd. Bhagwandas, spelend met een pistool, vertelde bijna achteloos wat er gebeurd was op 8 december. "Het lugubere was dat het leek alsof hij er trots op was", zegt Behr. "Hij erkende dat hij persoonlijk betrokken was bij de moord op Bram, zei dat hij het een volgende keer weer zou overdoen en dat hij er geen nacht wakker van lag." Volgens Bhagwandas had Bouterse de volledige leiding. Behr: Hij zei: "Oké , ik heb gemoord, maar Desi gaf opdracht voor alles. Hij wilde persoonlijk de doodvonnissen uitspreken en bracht zelf twee mensen om: vakbondsleider Daal en militair Rambocus." Verder deed Bhagwandas, vertelt Behr, een voorspelling: "Hij zei: ik ga nu dood, maar ik zeg je dat Desi mij en Roy (Horb, de later onder verdachte omstandigheden omgekomen tweede man van de Groep van Zestien, red.) de schuld zal geven als de Decembermoorden ooit voor de rechter komen."

Bhagwandas vond dat hij in de steek gelaten was door Bouterse, vooral vanwege financiële motieven. Nederland had de zogenaamde 'suppletiegelden', een tegemoetkoming aan Surinaamse militairen in actieve dienst, na de Decembermoorden stopgezet en Bouterse weigerde dat te compenseren. " Bhagwandas voelde zich verraden", vertelt Behr. "Hij zei: we waren met de Groep van Zestien bloedbroeders, maar je ziet dat als het om geld gaat je net zo makkelijk aan de kant geschoven wordt."

Behr kaartte ook een ander langlopend gerucht rond de Decembermoorden aan: het vermoeden dat enkele graven van slachtoffers naderhand zouden zijn opengebroken om sporen op de lichamen uit te wissen. "Hij wilde daar niet gedetailleerd op ingaan, maar zei wel: je gaat in die graven niet vinden wat je denkt dat je zoekt", aldus Behr, die een deel van het gesprek stiekem opnam op een kleine memorecorder: "Op een gegeven moment klikte dat recordertje uit en durfde ik het niet om te draaien. Het bandje met het opgenomen materiaal heb ik kort na het gesprek afgegeven aan Ilse Labadie, de inmiddels overleden voorzitster van de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede (OGV) in Paramaribo. Ik weet niet wat zij ermee gedaan heeft." Maar heeft Behr dan geen kopie gemaakt? "Nee, er is maar één exemplaar. Het verhaal dat er ook een kopie bij de Surinaamse politie zou liggen, is mij onbekend. Heel misschien dat Labadie dat daar ooit gebracht heeft. Zelf heb ik alleen een politieman van mijn bezoek verteld, maar een tape hebben ze uit mijn handen nooit gehad." Een OGV-woordvoerder in Paramaribo zei vanochtend niet te weten wat oud-voorzitster Labadie met de bandopname heeft gedaan en onbekend te zijn met het bestaan ervan. Behr: "We moeten er achter zien te komen wat Labadie met het bandje heeft gedaan. Ik weet het niet, maar hoop vurig dat het boven water komt."

NRC Webpagina's
7 DECEMBER 2000


( a d v e r t e n t i e s )

Klik hier

Klik hier

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad