U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  B I N N E N L A N D
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
CBS

Zie ook:
Groei verschilt sterk per regio (NRC, 28 oktober)


Polderwonder ligt beneden NAP


De economische groei is ongelijk verdeeld over Nederland. Dat komt vooral doordat bedrijfsactiviteiten ongelijk zijn verdeeld.

Door onze redacteur DICK VAN EIJK

ROTTERDAM, 28 OKT. Nederland zwelgt in zijn economisch succes. Buitenlandse televisieploegen vliegen af en aan om reportages te maken over dat wonderlijke fenomeen 'poldermodel'. Wim Kok mag het tot in het Witte Huis komen uitleggen. Maar is het succes wel te danken aan het poldermodel? Daarover rijzen gestaag meer twijfels.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) becijferde in het vorige maand verschenen Sociaal en Cultureel Rapport 2000 dat de gangbare opvatting over het Akkoord van Wassenaar als breuk in de Nederlandse loonontwikkeling niet houdbaar is. Het SCP wijst op twee veel prozaïscher factoren ter verklaring van de opgetreden loonmatiging: de hoge werkloosheid in de jaren tachtig en de zeer snel gestegen arbeidsdeelname van vrouwen.

Gisteren gepresenteerde nieuwe berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de groeicijfers voor regionale ontwikkeling in de afgelopen vijf jaar roepen hun eigen vragen op over dat poldermodel. De cijfers gaan niet over loonontwikkeling, maar over economische groei, de andere kant van het succes. Die groei blijkt zeer ongelijk over het land te zijn verdeeld. De snelst groeiende regio's groeien vijf keer zo hard als de achterblijvers, en dat gedurende een periode van vijf jaar. De cijfers zijn volgens een nieuwe methode berekend. Hierdoor sluiten ze beter aan bij internationale standaarden, maar zijn ze minder goed vergelijkbaar met die van voorgaande perioden.

Dat poldermodel zou dus wel zeer ongelijk uitpakken voor verschillende regio's. De grootste groeiers, Almere en de regio Amstelveen en omstreken, draaien al vijf jaar lang gemiddeld 6,5 procent groei, bijna twee keer zo veel als het landelijk gemiddelde van 3,6 procent. Vrijwel alle andere topregio's liggen eveneens in de vierhoek Schiphol-Almere- Amersfoort-Utrecht. Hoe komt dat? Werken ze daar harder? Zijn ondernemers daar innovatiever?

Volgens het CBS hoef je het niet zo ver te zoeken. Het is vooral een kwestie van productiestructuur. De commerciële dienstverlening groeide van alle sectoren het snelst in de afgelopen jaren: gemiddeld meer dan vijf procent per jaar. En deze sector is behoorlijk ongelijk over het land verdeeld. Het zwaartepunt, met meer dan zestig procent van de gerealiseerde toegevoegde waarde afkomstig uit de commerciële dienstverlening, is precies diezelfde vierhoek Schiphol-Almere- Amersfoort-Utrecht. De regio's met de meeste commerciële dienstverlening groeien dus het hardst.

Diezelfde regio's keren ook terug aan de top van andere ranglijstjes, van banengroei bijvoorbeeld. Uit het LISA-bestand, een gegevensbron met zeer gedetailleerde arbeidsmarktgegevens, bleek vorige maand dat de top- vijf van gemeenten met de grootse banengroei alle in dit gebied liggen: Amstelveen, Almere, Nieuwegein, Haarlemmermeer en Amersfoort. Alle zagen in 1998 het aantal banen met meer dan zeven procent groeien, de eerste vier zelfs met meer dan tien procent, aldus het blad LISA Nieuws.

De regio's met de minste economische groei liggen vooral in de periferie van het land: Groningen, Friesland, Drenthe, Twente, de Achterhoek, Zeeland en - verrassend - Midden-Brabant. In enkele regio's blijft de groei zelfs ruim onder de 1,5 procent steken. De posities van Midden- Brabant en Zuidwest Drenthe zijn echter vertekend door gemeentelijke herindelingen. Daardoor werden hele bedrijven overgeheveld van de ene naar de andere regio en dit pakt lokaal soms wat erg drastisch uit.

De drie noordelijke provincies, Twente, de Achterhoek en Zeeland behoren ook alle tot de gebieden waar het aandeel commerciële dienstverlening in de gerealiseerde toegevoegde waarde het kleinst is. Dit aandeel ligt hier overal onder de veertig procent. 'Overig Groningen' is hekkensluiter met 31 procent.

Nederland is al jaren een dienstverleningsland bij uitstek. Van de totale toegevoegde waarde wordt bijna de helft in deze sector verdiend. Kenmerk van deze sector is dat alles om mensen draait. Om te groeien is in de eerste plaats meer personeel nodig en dat was tot voor kort volop én goedkoop beschikbaar. Het is bovendien een sector met een krachtige multiplier: omdat veel commerciële dienstenleveranciers vooral aan elkaar leveren, versterkt de groei zichzelf. In regio's waar zulke branches zwak vertegenwoordigd zijn is het veel moeilijker om een dergelijke groeispiraal in werking te zetten.

Dus als de buitenlandse televisieploegen weer langskomen, kunnen ze hun reportages over het Hollands Wirtschaftswunder beperken tot een klein deel van West-Nederland. Want in het poldermodel zit in elk geval één kern van waarheid: de bulk van de economische groei wordt gerealiseerd in het bemalen land beneden de zeespiegel.

NRC Webpagina's
28 OKTOBER 2000


( a d v e r t e n t i e s )

Klik hier

Klik hier

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad