|
|
|
NIEUWSSELECTIE Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
|
Lerarentekort
De schuldvraag is niet aan de orde. In tijden van materiële voorspoed loopt het particuliere domein altijd voor op het publieke. En de maatregel de klassen te verkleinen was niet alleen om didactische redenen goed, maar leek ook de genoemde achterstand via een omweg enigszins te compenseren. Maar de toekomst van het onderwijs is wél aan de orde. Zonder overdrijving kan gesteld worden dat onderwijs de belangrijkste maatschappelijke sector is, waarin geïnvesteerd moet worden, belangrijker dan gezondheidszorg en infrastructuur.
DAAROM IS HET pijnlijk dat minister Hermans, hoe eerlijk ook, toegeeft dat er geen snelle oplossing in zicht is voor de docententekorten. De bewindsman gokt op ex-leraren die weer voor de klas willen gaan staan en op mensen uit andere milieus die op school een tweede maatschappelijk leven willen beginnen. De eerste groep biedt op korte termijn enig soelaas, maar sterft dan bijna letterlijk uit, weet Hermans. De tweede groep is in zijn ogen dan ook interessanter. Vermoedelijk heeft hij gelijk. Formeel onderwijs is van het grootste belang voor jongeren om een startkwalificatie te verwerven. Maar daarna begint de strijd voor hen pas. Leraren die niet alleen ervaring hebben opgedaan in het onderwijs maar ook daarbuiten, kunnen collega's en leerlingen stimuleren om verder te kijken dan hun neus lang is. Wat is er mooier als geïnspireerde mannen en vrouwen die zijn uitgekeken op de wedloop in bijvoorbeeld het bedrijfsleven, daaraan hun steentje bijdragen? Als het Hermans lukt om relatieve buitenstaanders voor de klas te krijgen, slaat hij bovendien twee vliegen in één klap: extra docenten om les te geven en een nieuw prestige voor het vak in zijn geheel.
OM DIT TE realiseren, heeft Hermans geld nodig voor goe de arbeidsvoorwaarden. Les geven is geen charitatieve bezigheid. Maar er is meer dan salaris en arbeidsduurverkorting. Dat nu onttrekt zich nog te vaak aan het zicht en komt mede doordat de onderwijsbonden zo'n stevige greep op het beleid hebben. Die ijveren, grof gezegd, voor meer loon tegen gelijkblijvende concurrentie. Natuurlijk mag de kwaliteit van het Nederlandse docentenkorps geen sluitpost van het beleid zijn. Goede leraren zijn onontbeerlijk. Een diploma is op zichzelf echter geen garantie voor maar slechts een indicatie van vakbekwaamheid. Eerst en vooral zal Hermans nu daarom de minst conformistische krachten in het onderwijs aan zich moeten zien te binden: de scholen zelf. Ook als hij daarbij de bonden tegenover zich vindt. Voorzichtig opereren is een deugd. Zoveel is na een kwart eeuw hervormingen-van-bovenaf wel duidelijk geworden. Maar voor enige functionele agressie vanwege de minister is de tijd nu rijp.
Zie ook:
Het Vak (6 november 1999) |
NRC Webpagina's 24 OKTOBER 2000
|
Bovenkant pagina |
|