B E E L D :
Onder filantropen
Maarten Huygen
Eind goed al goed in het
poldermodel. Op een gemanicuurd grasveld in de zon van de Costa Brava
wil de rustende familieboss Gerrit van der Valk in witte korte broek met
Rik Felderhof napraten over de goede afloop van zijn wilde avonturen met
de fiscus. Van der Valk kon het afkopen maar moest zijn bedrijf
opsplitsen.
De omgeving is vertrouwd want zijn beste vriend, ex-voetbalcoach Rinus
Michels en de echtgenotes zitten erbij en dan wil de horeca-patroon nog
wel wat kwijt. "De gemeentes hielpen eraan mee, hoor. We hebben veel
gehad van de overheid", stelt hij achteraf tevreden vast. "Ze hebben wel
140 miljoen weggehaald maar we hebben bij elkaar ook 140 miljoen gehad
hoor. Ze hadden eerlijk moeten zeggen, je leeft van ons, we komen het
terugjatten." Hij denkt met liefde terug aan de milde gaven van al die
gemeenten. "Ze hebben gezegd, hier heb je dat, bij Vaals, Terworm en
Groningen en overal krijg je 'n hoop subsidie."
Felderhof: "U krijgt de grond toch ook vaak gratis?"
Van der Valk: "De grond krijgen we ook iedere keer voor niks"
Dit wordt zelfs Felderhof te gortig "Elke andere Nederlander moet voor
de grond betalen en u krijgt het voor niks", zegt hij namens de kijkers.
"Ja", protesteert Van der Valk. "Omdat we sociaaleconomische
hotelrestaurants hebben. We zijn er niet voor onszelf, we zijn er voor
de gemeenschap. We hebben ook op een bord staan "hier bouwt van der Valk
voor ú een restaurant en een hotel".
Felderhof: "Zo lust ik er ook nog wel een paar". "Ja, dat ken je zo toch
niet ombouwen", protesteert Van der ValkFelderhof schrikt van zijn eigen
directheid, probeert lachend een waarderend complimentje: "Hij is toch
wel heel slim. Goed hè."
Van der Valk: "Ik geloof het zelf helemaal niet. Ik heb zelf toch geen
100.000 stoelen nodig. Ik heb er alleen één nodig om op te
zitten." De horeca-asceet doet het allemaal voor ons. De wethouder
tracteert belastingbetalers op hun kosten op appelmoes met gekonfijte
kers. Als hij niet subsidieert, gaat het restaurant een gemeente
verderop, want zo stelt ook Felderhof vast, Van der Valk wil alles
gratis. Wij kijkers gunnen het hem als dank voor de cordon bleu met
frites. Rinus Michels heeft het stilletjes aangehoord: "Als je een
imperium opbouwt, zoals hij het gedaan heb, hij gaat toch een beetje
zijn eigen regels vormen", zegt hij. "Het elfde gebod krijgt langzaam
zijn gestalte. En dat vindt-ie natuurlijk heel normaal. En dat heb
natuurlijk conflicten gegeven, dat weten we allemaal. Dat begrijpen ze
zelf nu nog niet." Later vertelt Van der Valk dat hij niet begreep
waarvoor hij indertijd op de Antillen in de cel werd gegooid. Hij had
een papier, "in naam der koningin" met wetsartikelen die hij niet kende.
De overheid als gever, daar was hij aan gewend, maar als ontvanger? In
de cel was een gat, waar "je alles wat je kwijt moest, kon laten vallen"
en er was niets anders voorhanden dan die dagvaarding. "Ik veegde
letterlijk en figuurlijk me kont af met de koningin", herinnert hij
zich. Unieke taferelen. Soms levert de stroopsmeerformule van Felderhof
resultaat op. Tussen vrienden en familie voelt Van der Valk zich vrijer
dan tegenover een harde ondervrager. Michels kwam soms met rake
typeringen. De Van der Valk-clan kwam hij het eerst tegen bij een hotel
toen hij nét coach was bij Barcelona. Hij zat de krant te lezen
en daar kwam die hele grote familie vol gespetter en lawaai naar het
zwembad. "De Beverly Hillbillies", herinnerde Michels zich. Het gesprek
eindigt in de Middellandse Zee, op de reuzespeedboat van Van der Valk.
Zoon of kleinzoon Van der Valk is aan het roer en krijgt een
telefoontje, want de zaken gaan door. Felderhof mag sturen, geeft gas en
het schip verheft zich uit het water. Wie zou de benzine betalen?
Stadskanaal, Breda, een wethouder uit de Costa Brava of Felderhof zelf?