|
|
|
NIEUWSSELECTIE Stemming
|
'Hele land is vergeven van de mijnen'
Door onze redacteur STEVEN DERIX ROTTERDAM, 7 OKT. Twee voedselvergiftigingen en zes aanvallen van diarree heeft hij al gehad. En kolonel der mariniers Fred Hoogeland zit nog maar twee maanden in Eritrea. Landmijnen en slechte hygiënische omstandigheden vormen de grootste bedreigingen voor de 700 Nederlandse mariniers die deel gaan uitmaken van de VN-vredesmacht UNMEE, zo laat Hoogeland vanuit de Eritrese hoofdstad Asmara weten. "Er zijn een boel vieze beestjes hier." U bent gedetacheerd als verbindingsofficier bij UNMEE, de United Nations Mission in Ethiopia and Eritrea. Wat zijn uw taken? "Ik ben geen zuivere liasonofficer. Het onderhouden van contacten tussen UNMEE en andere partijen is maar een klein gedeelte van mijn taak. De meeste tijd besteed ik aan de organisatie van de VN-missie zelf."
U geeft leiding aan de VN-operatie? "Schrijf dat maar op ja." Hoe loopt de missie?
"De eerste fase van UNMEE was het installeren van officieren in Addis Abbeba en Asmara, de hoofdsteden van Ethiopië en Eritrea. We zijn nu halverwege de tweede fase, de deployment van 100 waarnemers. Als dat is afgerond, volgt fase drie, de ontplooiing van de forces, de 4.200 man vredestroepen. Dat gebeurt over enkele weken."
Hoe is het aan het front?
"Daar ben ik nog niet geweest, maar een paar van mijn observer teams wel. Langzaam druppelt de informatie binnen. Overigens is het bezoeken van het front nu niet de eerste prioriteit van de waarnemers. Eerst leggen we contact met de verschillende hoofdkwartieren van beide partijen, op allerlei niveaus. Die contacten breiden zich dagelijks uit."
En die contacten verlopen goed?
"Sommige lopen wat stroef, andere voorspoediger."
En wat wordt er besproken? "We vragen zo veel mogelijk informatie over de tactical security zone, de veiligheidszone tussen de twee partijen. Waar de mijnen liggen, bijvoorbeeld. Verder willen de waarnemers weten waar ze het beste hun observatieposten kunnen gaan inrichten. Want dat is ook afhankelijk van de wensen van de partijen. 'Waar willen jullie ons hebben', dat is wat de observers vragen."
De waarnemers zijn op locatie. Waar worden de troepen gestationeerd? "Je moet je realiseren dat niet de hele grens betwist gebied is. Het gaat om drie sectoren, van elk ongeveer 100 kilometer lang."
Het mariniersbataljon komt in de middelste sector te liggen, bij het Zalambessa-front.
"Dat heb ik ook gehoord, ja."
Waarom daar?
"Een reden is de klimatologische omstandigheden. Het gebied ligt op 1.500 2.000 meter hoogte, waardoor de temperatuur vergelijkbaar is met een warme zomerse dag in Nederland. Verder is het militair-tactisch het meest interessante gebied."
Daar is het zwaarst is gevochten, bedoelt u. Het gebied met de meeste verantwoordelijkheid.
"Inderdaad."
Wat zijn de gevaren? "Ten eerste, de slechte hygiënische situatie. Medisch gezien is het echt oppassen hier. Verder is het hele land vergeven van de mijnen. Een ander gevaar is, het klinkt misschien gek, het verkeer. Men gedraagt zich wat anders op de weg dan in Europa."
Een Finse collega van u in Addis Abbeba zei dat de spanningen tussen Ethiopië en Eritrea oplopen.
"Ja kijk, als er geen spanningen waren, dan hoefden we hier niet te zijn. Als ik het zelf vergelijk met Cambodja, waar ik ook met de mariniers was, dan is de situatie hier een stuk overzichtelijker. Er zijn maar twee partijen. Beide hebben zich gecommitteerd aan een vredesregeling. Bovendien merk ik dat de komst van de eerste waarnemers geruststellend werkt."
Maar als er toch geschoten wordt?
"Sinds de commissie-Bakker is iedereen doodsbang dat er iets mis kan gaan. Niemand kan garanderen dat er geen enkele marinier omkomt. Iemand kan op een mijn stappen. Of tegen een boom rijden."
Ligt het evacuatieplan al klaar?
"Dat is aan de Nederlandse commandant. Het behoort tot alle ernst- operaties. Zo noemen we dat. Geen oefeningen."
Is er contact tussen UNMEE en de Amerikanen over een mogelijk ingrijpen als het mis gaat?
"Daarover heb ik helemaal niets gehoord." De VN-vredesmacht moet aan de grens van Ethiopië en Eritrea toezien op naleving van het bestand dat de landen 18 juni sloten.
Zie ook: |
NRC Webpagina's 7 OKTOBER 2000
|
Bovenkant pagina |
|