|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Rijksbegroting
|
Gesprek met staatssecretaris Rick van der
Ploeg
'Ik blijf trouw aan mijn prioriteiten'
AMSTERDAM, 19 SEPT. Aan de keukentafel zit een tevreden mens. " Cultuur is een topprioriteit voor dit kabinet. Ik scoor niet slechter dan onderwijs." Rick van der Ploeg, staatssecretaris van Cultuur, presenteerde vandaag zijn Cultuurnota 2001-2004, getiteld 'Cultuur als confrontatie'. Immers, zo had hij een dag eerder al gezegd tijdens de persconferentie, elke bewindsman moet de kern van zijn beleid op de binnenkant van zijn hand kunnen schrijven. Voor Van der Ploeg luidt dat credo: 'Artistieke kwaliteit krijgt pas betekenis in de confrontatie met publiek'. Sinds zijn aantreden, twee jaar geleden, heeft dat heel wat losgemaakt in de kunstwereld. Onophoudelijk heeft Van der Ploeg gepleit voor meer aandacht voor de vraagzijde van cultuur, in plaats van de aanbodzijde. De rode draad in de vele plannen die hij lanceerde: een nieuw en breder publiek moet kennisnemen van cultuur.
Hoe beoordeelt u het maatschappelijke debat over uw ideeën? "Dat debat omvat meer dan stukken in de kranten. Tot een half jaar geleden zat ik wekelijks bij een bijeenkomst of discussie ergens in het land, soms over ruimtelijke ordening, dan weer over de collectiemobiliteit van musea. In de kranten zijn scherpe stukken verschenen, vooral over culturele diversiteit. Dat is goed, ik hou wel van dialectiek. Bovendien liepen we met die discussie een jaar vooruit op het Scheffer-debat. Ik constateer dat veel mensen die aanvankelijk zeer kritisch waren over mijn voorstellen, langzaam om beginnen te gaan."
Critici zeggen dat uw bijdrage zich heeft beperkt tot losse flodders, en dat uw ideeën zelden leiden tot beleid.
"Bijna alles wat ik heb voorgesteld heeft geleid tot concrete beleidsvoorstellen, dat zijn dus geen proefballonnen. Kijk naar de cultuurvouchers voor jongeren, of de kunst op Schiphol. Zelfs mijn omstreden vergelijking over de subsidiëring van dure operavoorstellingen in vergelijking met een Rolling Stones-concert heeft gevolgen gehad. De Nederlandse Opera heeft het abonnee-systeem aangepast, het Rijksmuseum heeft gedifferentieerde prijzen ingevoerd, en de Raad voor Cultuur heeft voor het eerst positief geadviseerd over een popgroep. Wat mogelijke proefballonnen betreft: mijn politiek adviseur herinnert me regelmatig aan dingen die ik heb gezegd, om te kijken of er een half jaar later echt iets mee is gebeurd."
Allochtonen en jongeren, tot nog toe zo nadrukkelijk aanwezig in uw plannen als beoogde doelgroepen, zijn opvallend afwezig in de Cultuurnota. Zijn ze niet zo belangrijk meer?
"Vooral dankzij de theatersector, die het meest van zich heeft laten horen, zijn de jongeren en allochtonen in de publiciteit naar voren geschoven. Begrijpelijk dat men het zo speelt, maar dat beeld is te eenzijdig. Culturele diversiteit was voor mij altijd al meer meer dan aandacht voor jongeren en allochtonen, het gaat om aandacht voor niet- westerse cultuur in het algemeen. Bovendien waren andere prioriteiten in mijn Uitgangspuntennotitie al net zo belangrijk. Mijn critici hebben een stroman opgeworpen en die vervolgens naar beneden geslagen."
In de Cultuurnota wordt het begrip culturele diversiteit wel heel makkelijk verruimd. Tot nu toe ging het vooral om allochtonen, schrijft u, maar voortaan vallen onder deze noemer ook vrouwen, jongeren en provincialen. "Mag ik die passage even zien?" Na een korte blik op de tekst: "Daar is een alinea weggevallen, dat is inderdaad te kort door de bocht. Dat gebeurt soms als je een beknopte nota wilt schrijven."
De allochtonen worden weggemoffeld, het Rijksmuseum krijgt ongekend veel geld. Dat riekt naar een politieke manoeuvre, een bijstelling van de prioriteiten.
"Ik volg geen strategie om de accenten anders te leggen, ik blijf trouw aan mijn prioriteiten. De steun voor het Rijksmuseum volgt op een verzoek van de Tweede Kamer, dat initiatief heeft vele vaders en moeders."
Winnie Sorgdrager, voorzitter van de Raad voor Cultuur, uitte onlangs kritiek op de Cultuurnota-procedure en pleitte voor meer geld voor cultuur. Een beetje laat, vindt u niet?
"Haar timing voor kritiek op de procedure snap ik niet, evenmin als het verzoek om meer geld. Het signaal voor de Tweede Kamer komt te laat." Tijdens het Kamerdebat zal er ongetwijfeld worden gepleit voor instellingen die met vermindering of stopzetting van de subsidie worden geconfronteerd. Hoe gaat u daarmee om?
"Individuele gevallen kunnen alleen worden besproken in het kader van mijn uitgangspunten. In dit stadium kan de Kamer de boel niet meer omdraaien, dan is de beer los. Met kleine aanpassingen is de Kamer akkoord gegaan met mijn uitgangspunten, dus daar moet het debat over gaan, niet over individuele instellingen. Bovendien: als er toch nog extra geld beschikbaar komt, kan dat beter naar reeds gehonoreerde instellingen, en niet naar negatief beoordeelde instellingen. Ik wil afgerekend worden op heldere uitgangspunten, en wat je ook van mijn beleid kan zeggen, amorf is het niet."
Toch alvast één omstreden beslissing: de Raad voor Cultuur heeft advisering over de musea overgelaten aan een aparte commissie, alleen over Huis Doorn is nu al negatief geadviseerd. Vanwaar die uitzonderingspositie? "Dat moet u aan de Raad voor Cultuur vragen. Ik heb hun advies overgenomen, maar we zullen zeker proberen om de collectie bijeen te houden. En laat ze niet zeggen dat ik er nooit geweest ben, ik ben er twee of drie keer geweest. Ook bij De Appel ben ik vier of vijf keer geweest. Alleen kondig ik dat niet altijd aan, want ik wil ook wel eens als privé-persoon naar het theater. Zonder dat ik met al die mensen moet praten."
|
NRC Webpagina's 19 SEPTEMBER 2000
|
Bovenkant pagina |
|