T V V O O R A F :
De 'humane dood'-specialist
HANS BEEREKAMP
De documentaires van de
Amerikaanse filmmaker Errol Morris, zoals The Thin Blue Line
(1988) en Fast, Cheap & Out of Control (1997), zijn weliswaar in
hun vormgeving en montage soms zo gestileerd als speelfilms, maar laten
de wonderbaarlijke werkelijkheid volledig voor zichzelf spreken.
Morris presenteert veelal zonder commentaar tegenstrijdige, ongeloofwaardige of
ongelooflijke informatie; de kijker mag zelf bedenken wat hij ervan
vindt. In zijn meest recente film, Mr. Death: The Rise and Fall of
Fred A. Leuchter Jr. (1999), past Morris hetzelfde procedé
toe, en dit keer werd hem door tegenstanders van dit soort open
documentaires ook op morele gronden kwalijk genomen dat hij geen
standpunt inneemt.
In het eerste half uur van Mr. Death wordt de kijker al gedwongen
om zelf een positie te bepalen. Fred Leuchter introduceert zichzelf als
een bizar soort mensenvriend. Hij laat tot in gruwelijke details zien
hoe hij erin slaagde de elektrische stoel te perfectioneren. In veel
Amerikaanse staten bleek namelijk de executie van terdoodveroordeelden
niet altijd even effectief te verlopen. Technische onvolkomenheden
konden zo aanleiding geven tot onsmakelijke taferelen, en Leuchter
wierp zich op als degene die een humane dood wist te garanderen. Ook de
staten waar het doodvonnis voltrokken wordt door ophanging, het
toedienen van een dodelijke injectie of vergassing gingen een beroep
doen op Leuchters expertise.
Het is een merkwaardige ervaring om Leuchter aan het woord te zien. Hij
gedraagt zich als een ervaren bureaucraat, een man die genoegen schept
in geoorloofd sadisme en daarbij een filantropische roeping voorwendt,
waar hij zelf geen moment aan lijkt te twijfelen. Het hoogtepunt van
dit begin van de documentaire is de uitspraak van Leuchter dat hij dan
wel veertig koppen koffie per dag drinkt, maar toch uitstekend slaapt.
Wie op dat moment nog niet in de gaten heeft dat er een steekje los zit
aan Mr. Death, wordt door Morris even later uit de droom
geholpen. We zien dan namelijk Leuchter aan het werk in de ruïnes
van Auschwitz, terwijl hij metingen verricht en monsters van de muren
van voormalige gaskamers schraapt. Leuchters conclusie luidt dat er
geen bewijs te vinden valt dat de gaskamers werkelijk bestaan hebben.
Er zitten namelijk geen restjes Zyklon-B op de wanden.
Vanaf dat moment vindt Leuchter nauwelijks meer emplooi bij Amerikaanse
overheidsinstanties en houdt hij over de hele wereld lezingen over de
Auschwitz-Lüge.Morris laat wel degelijk ook tegenstanders
van Leuchters opvattingen aan het woord, zoals de Nederlandse
historicus Robert Jan van Pelt. Toch wordt het Morris hier en daar
kwalijk genomen, bijvoorbeeld in de VPRO-gids van deze week, dat hij
Leuchter niet openlijk tegenspreekt. Het orgaan van de omroep die
Mr. Death in Nederland uitzendt, eindigt met de beschuldiging
dat de film 'een zonderling portretteert waar de toeschouwer te weinig
vat op krijgt'.
Hoe komt het toch dat documentaires die geen ego-documenten zijn en niet
in een journalistieke vorm zijn gegoten, hier vaak op onbegrip stuiten?
Zou het de invloed van de televisie zijn, die er toe leidt dat
échte documentaires, waarin de intelligentie van de kijker niet
beledigd wordt, nauwelijks meer op erkenning kunnen rekenen?
Mr. Death: The rise and fall of Fred A. Leuchter jr. Ned.3, 20.25-
22. 00u.