T V V O O R A F :
Pure cinema over kunst
HANS BEEREKAMP
De film die Peter Delpeut over
het Rijksmuseum maakte, begint met een bewegend stilleven van een
drassig weiland met een rund op de voorgrond. In de verte doemt een
imposant gebouw op, dat wel eens het Rijksmuseum zou kunnen zijn. Dan
volgen nog twee tableaux vivants van dichterbij, de laatste genomen
over de vijver van het Museumplein. Ten slotte zien we de reflectie van
een van de torens in het water, een directe hommage aan Bert Haanstra's
Spiegel van Holland.
De proloog van Rijksmuseum schatten, gemaakt voor Avro's kunstserie Close-up, maakt het museum en
zijn depots tot een tempel in een modderlandschap. Om die uitspraak te
doen moest de werkelijkheid een beetje geënsceneerd worden, zoals
de hele 'documentaire' herinnert aan de bloeitijd van de Hollandse
documentaireschool, toen er nog geen superlichte camera's waren en
statieven, rails, kranen en kunstige belichting de realiteit plachten
te herscheppen tot de doordachte visie van de filmmaker.Samen met
cameraman Walther Vanden Ende heeft Delpeut, voormalig conservator en
adjunct-directeur van het Filmmuseum, een ouderwets cinematografisch
juweeltje gecreëerd. Aan de ene kant zijn de makers zich steeds
bewust van de manier waarop zij de schilderijen, beelden, tapijten,
koffiekannen, japonnen en aardewerk het best in beeld kunnen brengen,
waarbij trucages met licht en schaduw noch gecompliceerde
camerabewegingen geschuwd worden. Aan de andere kant is Rijksmuseum
schatten een van die zeldzame films of tv-programma's over kunst
die het werk voor zichzelf laten spreken. Op een korte, door Gijs
Scholten van Aschat uitgesproken inleidende tekst na, bevat de film
maar twee zinnen gesproken woord: een dialoog tussen twee
restauratrices over het verschil in taille tussen de dames die een
bepaalde jurk droegen op een foto uit 1896 en een uit 1924. Voor het
overige wordt er niet geduid, uitgelegd, in een context geplaatst of
geopinieerd. In alle rust, slechts ondersteund door een lyrische score
van componist Loek Dikker, kan de kijker kennis nemen van de kunst,
zonder anekdotiek of andere toegevoegde informatie. Een enkel keer zou
je meer willen weten: waarom is de Nachtwacht in plastic
verpakt? En hoe is die in scherven uiteengevallen schaal precies
gebroken? Waarom zitten er twee gobelins in een rol en waarom worden
die uit elkaar gehaald?
Van veel groter belang is de poëtische kracht van Rijksmuseum
schatten. Behalve een film over kunst tout court is het ook
een rapsodie van liefderijke handen, van bijna rituele zorg, van
mysterieus aandoende handelingen die de schatten koesteren, bestuderen,
verzorgen of repareren.
In een tijdperk dat bijna dwingend lijkt voor te schrijven dat
documentaires een verhaal vertellen, liefst in journalistiek of
literair proza, is de soms wat hermetische poëzie van Delpeut een
verademing. Het gebruikelijke gebabbel en drang tot popularisering en
ontsluiting worden eindelijk weer eens vervangen door pure cinema, in
de trant van Haanstra of Van der Horst. Je zou wensen dat er meer
kunstprogramma's op televisie te zien zijn die zich in eerste instantie
op kunst richten, en pas in tweede instantie op de mensen die die kunst
maken, tentoonstellen of interpreteren. En dan mag zo'n programma best
een beetje de werkelijkheid naar zijn hand zetten, door middel van
montage, licht en enscenering.
Close-up: Rijksmuseum schatten, zondag, Ned.1, 18.33-19.29u.