|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Nederlandse Antillen
|
Staatssecretaris De Vries over de crisis op de
Antillen
'Van weerspannigheid merk ik niets'
DEN HAAG, 23 AUG. Komend weekeinde vliegen de Antilliaanse minister- president Pourier, minister van Financiën Voges en de minister van Economische Zaken Römer naar Nederland. De delegatie komt voor een overbruggingskrediet. De komende drie jaar is daarvoor 235 miljoen nodig, meent het Antilliaanse kabinet. Staatssecretaris Gijs de Vries van Koninkrijksrelaties zal worden gevraagd een lening te verstrekken.
En in Nederland is de gedachte: Daar gaan we weer.
"Toch is het nu anders. De Antillen bevinden zich op een scharnierpunt." Want inmiddels is op de Antillen een machtigingswet aangenomen, waardoor het Antilliaanse kabinet kan handelen zonder toestemming vooraf van het Antilliaanse parlement. Wetten die het ingrijpende economische herstelplan in werking moeten zetten. kunnen zo versneld worden ingevoerd.
Het aantal voorgenomen wetswijzigingen en hervormingen is enorm.
"Als een plan hetzelfde was als een uitgevoerd besluit dan waren de Antillen het meest besluitvaardige land ter wereld. Maar veel verzandt. Nu zit er vooruitgang in. Ik heb respect voor Pourier. Hij werkt met een taai doorzettingsvermogen in een cultuur die niet hervormingsgezind is. Maar ik heb nog een aantal vragen."
Zoals?
"Flexibilisering van de arbeidsmarkt is hard nodig. Nu is wel bepaald dat de ontslagwet is gewijzigd, maar hoe daaraan invulling wordt gegeven, dat zijn uitvoeringsbepalingen waarvoor de afzonderlijke eilanden verantwoordelijk zijn. Dan vraag ik Pourier dus: 'Waar sta je.' Een ander punt is het versoepelen van de werkvergunning voor buitenlanders."
Een heikel punt voor Nederlanders die zich niet vrij op de Antillen mochten vestigen. Die grens is inmiddels toch bij wet geopend?
"Ja, maar weer ligt de verantwoordelijkheid voor de uitvoeringsbepalingen bij de eilanden. Dan wil ik dus eerst graag weten wat er daar van die wet terecht komt." Jarenlang gingen honderden miljoenen aan Nederlandse steun naar een berg aan ontwikkelingsprojecten en projectjes op de Nederlandse Antillen. De Vries werd in 1998 de staatssecretaris met de hand op de knip.
Uw motto: 'De Antillen hebben geld genoeg'.
"En dat nam een prikkel weg. Uit Nederland komt jaarlijks ruim 200 miljoen gulden ontwikkelingsgeld. Twee keer zoveel als naar India gaat." Gebrek aan goed bestuur is volgens De Vries het werkelijke probleem van de Antillen. Hij bleef daarom consequent hameren op één eis voor verdere financiering: Een deugdelijk economisch herstelplan, goedgekeurd door het Internationaal Monetair Fonds (IMF).
Uw keurmerk.
"Een IMF-akkoord is de lakmoesproef voor de geloofwaardigheid van het beleid. Als het IMF akkoord is, kan het bedrijfsleven ervan uitgaan dat het herstelprogramma deugt." Intussen vindt het IMF de hervormingen nog altijd niet vergaand genoeg om een missie naar de Antillen te sturen, al zou de aangenomen machtigingswet daar binnenkort verandering in kunnen brengen. De Antilliaanse regering heeft nu alleen al voor dit jaar een overbruggingskrediet van 109 miljoen gulden nodig.
Dat bedrag gaat u, gezien de IMF-voorwaarde, komende week dus niet toezeggen?
"Pourier heeft mij dat bedrag niet genoemd, ik weet niet wat hij zal vragen. Maar ik ben zeker niet bereid nu al voor de tekorten van 2001 en daarna de financiën te verstrekken."
Dus u financiert het overbruggingskrediet van dit jaar wel?
"Ik ben bereid om voor dit jaar een financiering te verstrekken."
109 miljoen?
"Daar praten we volgende week over. Ik wil eerst ruggespraak met het IMF. En ik heb nog een aantal vragen."
Overtreedt u uw eigen regels niet? De IMF-voorwaarde zou toch bikkelhard blijven?
"U legt spanning in uw vraagstelling: Gaat Nederland toch door de knieën? De grenzen van het beleid worden niet opgerekt. Het grote geld komt pas na een fiat van het IMF. Dit is niet de finale."
Maar tot die tijd zou u toch "de geldkraan dichtdraaien?"
"Ik ben gestopt met het jaarlijks verhogen van de gewone geldstroom. Extra steun komt als de Antillen hun beleid op orde brengen." Dat wordt de pas-de-deux van Nederland en de Antillen genoemd. In de praktijk komt dat neer op een "tranche-gewijze financiering", zegt De Vries. De Antillen tonen de wil te hervormen, nemen maatregelen. Nederland beloont dus iedere nieuwe fase van herstelmaatregelen met een volgende stap in de financiering. Al is die term De Vries een gruwel: "Te ongelijkwaardig."
De dubbele bestuurslaag op de Antillen maken hervormingen er dubbel moeilijk.
"Ja, en dan heeft dus bijvoorbeeld het eilandsbestuur van Curaçao het lef om zoals onlangs, middenin een crisis, de eigen salarissen enorm te verhogen. Conflicten blijven doorzieken zonder dat een knoop wordt doorgehakt. De ondoorzichtigheid van de eilandsfinanciën moet ook op orde worden gebracht. De Nederlandse Rekenkamer helpt daarbij." "De Antilliaanse economie is nog te zeer naar binnen gekeerd. Er zijn genoeg concurrentievoordelen in vergelijking met de omringende eilanden. Het inkomen is hoger. De Antilliaanse Centrale bank is een voortreffelijke instelling. De juridische positie binnen het Koninkrijk is sterk. Men denkt te negatief over de eigen mogelijkheden. Terwijl de taal, de haven, de natuur, de toeristische mogelijkheden veel beter kunnen worden benut."
Nederland weet het weer beter en stelt de voorwaarden. En die veranderen steeds. Zegt men op de Antillen. Men vindt dat irritant, betuttelend. Om niet te zeggen: neo-kolonialistisch.
Glimlacht: "Van die weerspannigheid merk ik niets."
Bent u onschuldig? Of diplomatiek?
"Ik ben het niet met de kritiek eens.
Een spagaat tussen twee volstrekt verschillende culturen.
"De Antillen zijn een spiegel waarin je Nederland terugziet, maar
vervormd. Het is een heel moeilijke portefeuille. Juist omdat het zo
beladen is met emotie. Aan beide kanten. De verhouding groot-klein geeft
spanning. En de taal, het Nederlands, leidt tot verwarring."
Geeft u een voorbeeld?
"Sommige woorden hebben in de Nederlandse cultuur een heel andere lading
dan daar. Neem een begrip als afspraak."
Spreekt u Papiaments?
"Aan de vergadertafel weten de collega's dat het geen zin heeft in het
Papiaments te overleggen. Ik weet genoeg om te weten wanneer ik moet
oppassen."
|
NRC Webpagina's 23 AUGUSTUS 2000
|
Bovenkant pagina |
|