B E E L D :
Hugo Walker
Bas Blokker
Sport 7 is niet doorgegaan en we
zullen dus nooit weten of dat een vloek of een zegen is geweest. Maar
alleen de aankondiging van een speciale sportzender destijds heeft het
aanzien van de Nederlandse televisie al veranderd. Niet alleen is er
geen avond meer zonder sport, er is ook voortdurend vulsport op
tv - eerstedivisievoetbal op SBS6, oude motorraces op Eurosport, op alle
zenders terugblikken, vooruitblikken. En dat allemaal in de geheimtaal
die commentaar heet.
Vorig seizoen nam de NOS afscheid van voetbalcommentator Hugo Walker. De
bijklussende zakenman en de baas van Studio Sport waren het oneens over
welke wedstrijden hij op het EK zou mogen begeleiden. Walker zegde
beledigd af. Bleek hij de Maria Callas van het Nederlandse
sportcommentaar te zijn. Huilende fans op tv. Hoe rijk was hun jeugd
geweest met Hugo Walker op zondagavond. Dat was geen commentaar, dat was
pure poëzie.
"Van der Luer / strak voorgeven / goal."
Na de breuk moet Studio Sport het doen met Eddie Poelman. "Drie
wedstrijden, drie keer Eddie Poelman, Poelman wint", zei deskman Mart
Smeets gisteren zomaar ineens. Wonderlijk zinnetje. Gaf mij de indruk
dat ze tegen Poelman hebben gezegd: jij moet Hugo Walker doen vergeten.
Dat is niet aan dovemansoren geweest. Poelman heeft inmiddels een taal
ontwikkeld die in de verte verwant is aan het Nederlands, maar dan
alleen in die zin dat hij Nederlandse woorden gebruikt. Hun
betekenis en de syntaxis zijn volstrekt eigen. Dat kan Walker-achtige
perspectieven openen.
Poelman: "Het is het eerste reële gevaar, van afstand bovendien,
maar dat heeft mede te maken met de marge die zo klein is." Of: "Op zich
een vrij argeloze situatie, maar Twente komt slechts met de schrik
vrij." Het is proza, natuurlijk, geen poëzie, en dat zal het voor
Poelman moeilijker maken om zulke idolate fans als die van Walker te
vinden. Maar geef toe: hij doet zijn best.
Er moet worden bijgezegd dat silly talks op televisie een
epidemische ziekte is. Ook NOS-correspondent Peter d'Hamecourt lijdt
eraan. Bijna twee weken doet hij nu verslag van de Koersk-affaire. In
het Jeugdjournaal zegt hij nog gewoon wat er is gebeurd. Maar voor het
NOS-journaal heeft hij een cadans ontwikkeld die naar Hugo Walker neigt.
"Matrozen en officieren / brengen de dágen / in verslagenheid
door. De redders / hebben alles gegeven / maar ze stréden / een
bijna niet te winnen strijd." (Waarbij geldt / = 0,5 sec. stilte).
Behalve voor de sportwedstrijden zelf is er ook meer aandacht voor het
sportbedrijf. Zembla vertoonde gisteren een Duits-Zwitserse
documentaire over 's werelds topsprinters in hun voorbereiding op de
Olympische Spelen.
Fascinerend was het zeker. Onder het motto "je stopt toch ook geen
gewone benzine in een vliegtuig" consumeren de atleten een scala aan
voedingssupplementen, met prozaïsche namen als Gas Up en
Whey. Allemaal toegestaan natuurlijk (op het etiket van een
verboden middel staat braaf: niet voor mensen die aan olympische
wedstrijden deelnemen), maar als de verslaggevers aan wereldrecordhouder
Maurice Greene (9,79 op de 100 meter) vragen of hij zijn dagelijkse
supplementenrantsoen voor de camera wil innemen, houdt hij direct op
gezellig te zijn. Ten slotte bedenkt zijn manager dat Greene niet voor
de camera zijn extra eten mag eten omdat hij dan gratis reclame zou
maken voor al die producten.
De verslaggevers kregen veel te zien van de trainingen van Greene en Ato
Boldon en van Marion Jones. Maar in hun onderzoek naar de vraag: tot
welke prijs? kwamen ze niet veel verder dan dat de atleten zelf zeggen
dat ze clean zijn, terwijl de ondervraagde wetenschappers en
dopingcontroleurs zeggen dat "de boeven de politie altijd
één stap voor zijn". En dat de beste stimulerende middelen
van nu pas over een of twee jaar opgespoord kunnen worden.
Zo dreigt de sport langzaam af te zakken naar het niveau van American
Wrestling. De wedstrijd is nep, de sporters zijn nep en het publiek is
nep. Logisch eigenlijk, dat zo'n wereld een geheimtaal nodig heeft om
het spannend te houden.