T V V O O R A F :
Oude pijn
MARK DUURSMA
Halverwege Oude pijn doet
een huilende dame, demonstrerend bij de Japanse ambassade, haar beklag.
"Ze vieren 400 jaar vriendschap met Japan, maar ze vergeten de mensen
die het allemaal nog hebben meegemaakt." Over die mensen gaat de
documentaire van Kees Hin en Peter Slors, gemaakt in opdracht van de
Stichting Herdenking 15 augustus 1945. Sinds vorig jaar is 15 augustus
een nationale herdenkingsdag: de dag dat de Tweede Wereldoorlog in
Azië werd beëindigd. De verwerking van oorlogservaringen ,
daar zou Oude pijn over moeten gaan.
Het onderwerp blijkt een maatje te groot voor een krap uurtje
zondagmiddagtelevisie. De film van Hin en Slors duurt eigenlijk twee
uur, maar werd op verzoek van de NPS ingekort. Wat overbleef is
zó onsamenhangend, dat zelfs de lange versie onmogelijk recht
kan doen aan het delicate onderwerp. Vertrekpunt van de film is de
baanbrekende, door het NIOD opgezette tentoonstelling over de Japanse
bezetting van Nederlands-Indië, vorig jaar te zien in het
Rijksmuseum en sinds deze maand in Kyoto. Net als de tentoonstelling wil
de film een eenzijdig Nederlands perspectief doorbreken. Ook beulen
zijn mensen.
Oude pijn gaat nog een stapje verder: slachtoffers en beulen
moeten zich met elkaar verzoenen. Dus wordt een Nederlandse ex-
gedetineerde gedwongen om de hand te schudden van de Japanse ex-
militair die elke betrokkenheid bij wreedheden ontkent. En krijgt een
Japanse 'parttime kapster', de taak om de gevoelens van een hele natie
te vertolken. Haar huilbui bij het zien van foto's van Indië-
gruwelen moet gelden als nationale schuldbelijdenis. De kampcommandant
van Rudy Kousbroek was kennelijk onvindbaar, dan hadden ze tenminste
een oude man spijt kunnen laten betuigen.
De piloot met zijn gesneuvelde grootvader, pubers bij een
herdenkingsschrijn, ze komen voorbij zonder dat je weet waarom.
Intrigerend is de vrouw die rouwt om haar vader die 'in 1947 door de
Nederlanders werd geëxecuteerd'. Waar? Hoezo? Nooit meer terug
gezien, die vrouw.
Toch bevat Oude pijn één prachtig moment. Drie
mannen op een Japanse bank. Twee Nederlanders die om erkenning van hun
leed komen vragen en een ex-Kempeitai-officier die dat weigert te geven.
De Japanner vraagt aan de Nederlander waar hij was in Indië. Hij
wacht de vertaling in het Engels van de tolk niet af en vraagt
rechtstreeks in Bahasa Indonesia: di mana, waar? Onmiddellijk volgt het
antwoord in rap Indonesisch. Pas in die taal ontstaat er contact. Meer
dan een halve eeuw later, en allebei al lang niet meer met
Indonesië verbonden. Maar dat land is wat ze delen, of ze het leuk
vinden of niet.
Oude pijn, zondag, Ned.3, 14.04-14.55u.