F I L M V O O R A F :
Familia
HANS BEEREKAMP
Aan familiebijeenkomsten gaan
soms zenuwachtige taferelen vooraf. Heeft dat kind geen broek zonder
scheur? Zit mijn make-up wel goed? Komt het feestvarken er al aan?
Santiago wordt 55 en zijn moeder, vrouw, kinderen, en iets later broer
en schoonzus zitten allemaal klaar aan de ontbijttafel. Maar het
merkwaardige is dat er geen enkele feestelijke begroeting plaatsvindt.
Nog vreemder: na een paar minuten zegt de jarige Job dat hij een andere
zoon wil. Deze is te dik en draagt een bril.
Familia, het debuut uit 1997 van de Spaanse regisseur en
scenarist Fernando León de Aranoa, heeft maar één
enkel idee als drijvende kracht. De één laat een clown op
zijn verjaardag komen, de ander een stripper, maar Santiago heeft een
gezelschap acteurs ingehuurd om zijn familie te spelen. Ze mogen
improviseren, maar hun rol ligt tot in detail vast. Santiago controleert
voortdurend of ze wel weten waar ze in 1975 op vakantie zijn geweest.
Niet alleen blijkt niet iedereen even rolvast, er speelt ook van alles
tussen de acteurs onderling. Zo worden Santiago's vrouw en broer
vertolkt door een kinderloos echtpaar dat tussen de festiviteiten door
zijn eigen versie van Who's Afraid of Virginia Woolf? ten
beste geeft. En de oudste zoon en de dochter gebruiken de siësta
voor een potje pseudo-incest.
De bedoelingen van León de Aranoa met Familia worden nooit
helemaal duidelijk. Eerst denk je dat hij wil aantonen dat er in
families veel geacteerd wordt. Dan vermoed je dat hij iets wil zeggen
over de spanningen op een filmset tussen acteurs en hun rollen. En
uiteindelijk blijft er, mede door de jolige muziek van Stephane
Grappelli, weinig meer over dan een ouderwets potje schmieren door
kokette acteurs rond een vondst die te mager is om anderhalf uur te
blijven boeien. Zelfs de komst van een toevallige passante met een lekke
band leidt slechts tot een ontknoping, die je ver van tevoren kon zien
aankomen.
In economisch opzicht bloeit de Spaanse cinema, mede door gerichte
protectiemaatregelen van de overheid, als zelden tevoren. Veel van die
nieuwe Spaanse films worden ten onrechte in het buitenland als
interessant werk gezien, terwijl thematiek, conventionele vormgeving en
quasi-authenticiteit in het acteren daar toch weinig aanleiding toe
bieden.
Familia (Fernando Léon de Aranoa, 1997, Spanje), Ned.3, 22.57-
0.32u.