U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
24/7 Media Europe ad
N R C   H A N D E L S B L A D  -  O P I N I E
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Dossier Nederlandse Antillen

Antillen in nood


VIJF JAAR GELEDEN was de financieel-economische situatie van de Antillen zo dramatisch dat de toenmalige premier, Miguel Pourier, besloot voor steun aan te kloppen bij het Internationale Monetaire Fonds in Washington. Dat was een moedige stap want het IMF is een minder zachte heelmeester dan Nederland. Maar de deviezen slonken, de begroting vertoonde alarmerende tekorten en in een rapport waren zojuist de uitstaande overheidsschulden van de Antillen in kaart gebracht. Die bleken onbetaalbaar en een commissie onder leiding van toenmalig minister van Staat Van Lennep deed dringende aanbevelingen tot sanering.

Dat was eind 1995. Meer dan een miljard gulden aan Nederlandse ontwikkelingshulp verder is de situatie alleen maar verslechterd. Het akkoord dat begin 1996 met het IMF werd bereikt, werd nooit uitgevoerd en het IMF heeft zijn handen van de Antillen afgetrokken. In Willemstad is de nood inmiddels zo hoog gestegen dat de overheid de rekeningen en de salarissen van de ambtenaren niet meer kan betalen. De tekorten kunnen zelfs met kortlopende leningen niet meer gedekt worden. Er dreigt een financiële implosie die slechts kan worden opgelost door de geldpersen te laten draaien of toch maar weer te saneren.

Het pleit voor het Antilliaanse kabinet, opnieuw geleid door Pourier, dat het niet voor de uitweg van waardeloos geld heeft gekozen. Vorig jaar heeft een commissie van drie 'wijze mannen' een herstelplan opgesteld en het pakket maatregelen dat vijf jaar geleden al urgent was, is opnieuw van stal gehaald. Alleen staat het IMF niet meer klaar: de An tilliaanse regering moet zelf eerst maar eens een aantal maatregelen nemen, pas daarna wil een IMF-missie naar Willem stad komen en vervolgens kan er met een beetje geluk volgend jaar een akkoord over een aanpassingsprogramma bereikt worden.

AL MET AL is het begrip noodmaatregel nu al jarenlang sy noniem voor de Nederlandse Antillen. Dat ingrijpende besluiten nodig zijn om de economie te saneren wordt nu ook al jaren achtereen door opeenvolgende regeringen erkend. Alleen is concretisering van de met de mond beleden voornemens, steevast gebaseerd op alarmerende rapporten, altijd uitgebleven. In plaats daarvan hield de Antilliaanse politiek zichzelf in een wurgende klem.

Nu de bodem van de Antilliaanse schatkist dan letterlijk in zicht is gekomen, is in Willemstad opnieuw de klok op vijf voor twaalf gezet. Tegen deze achtergrond is het voorstel van het kabinet-Pourier om een machtigingswet af te kondigen heel verklaarbaar. Het houdt in dat het Antilliaanse parlement zichzelf voor een bepaalde periode buitenspel zet en het kabinet daarmee een bestuurlijke volmacht verstrekt.

Dit betekent overigens geen volledige afwezigheid van parlementaire controle. De werkingssfeer van de machtigingswet is beperkt tot zaken die onder het herstelplan vallen, en na het verstrijken van de machtigingswet kunnen de Staten alsnog hun oordeel vellen. Hierbij passen twee kanttekeningen. Op de Antillen hebben de meeste politieke besluiten een relatie met het Herstelplan en de vrije ruimte voor het parlement zal dan ook uitermate beperkt blijken te zijn. Ten tweede is een oordeel achteraf van een heel andere orde dan instemming vooraf. Wat dat betreft is er dus wel degelijk sprake van een verstrekkende maatregel.

Premier Pourier zei afgelopen dinsdag tijdens een persconferentie dat het Antilliaanse kabinet zich heeft laten leiden door de keuze tussen het verder uit de hand laten lopen van de financieel-economische situatie of het zorg dragen voor de democratische balans. Dit is een valse keuze. Parlementariërs die hun verantwoordelijkheid durven te nemen, lopen niet weg voor pijnlijke maatregelen. Als drastische ingrepen slechts doorgevoerd kunnen worden met inperking van parlementaire rechten is het met de democratie slecht gesteld. Want het zou betekenen dat parlementaire democratie een vorm van luxe is.

HET IS EEN TRIESTE vaststelling die in de eerste plaats de machteloosheid van het Antilliaanse bestuur typeert, de kortzichtigheid van de lokale politiek en het onvermogen om daadwerkelijk in te grijpen als het nodig is. Maar het is ook een bewijs van onvermogen voor het Nederlandse beleid. Het kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken ( KABNA) is na talloze departementale om zwervingen ondergebracht bij een staatssecretaris op Binnenlandse Zaken. De beschikbaarheid van de Nederlandse ontwikkelingshulp heeft ingrijpen op de Antillen eerder belemmerd dan bevorderd en de Haagse bereidheid tot een zachte aanpak heeft in geen enkel opzicht bijgedragen aan een duurzame oplossing. Het beste dat Nederland nu nog kan doen is een streep in het zand trekken en - als de Antillen met behulp van de machtigingswet de eerste stap hebben gezet om orde op zaken te stellen - de verdere sanering van de Antilliaanse staatshuishouding overlaten aan het IMF. Dat is onpartijdig, niet geobsedeerd door historische gevoeligheden en heeft ruime ervaring met moeilijke gevallen.

NRC Webpagina's
20 JULI 2000


( a d v e r t e n t i e s )

24/7 Media Europe ad

24/7 Media Europe ad

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad