U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
24/7 Media Europe ad
N R C   H A N D E L S B L A D  -  V O O R P A G I N A
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Oligarchen

Poetin verklaart tycoons de oorlog


President Poetin is in de aanval gegaan tegen de tycoons die in de jaren negentig steenrijk en politiek zeer invloedrijk werden. Juridische aanval met politiek motief.

Door onze redacteur PETER MICHIELSEN

ROTTERDAM, 18 JULI. President Vladimir Poetin heeft de oligarchen de oorlog verklaard. Vladimir Goesinski, Vladimir Potanin, Vagit Alekperov, Boris Berezovski - stuk voor stuk worden de leden van het selecte groepje multimiljardairs aangepakt. Hun namen, hun posities als opperbazen van 's lands grootste industriële bedrijven, mediagiganten en banken, hun informele politieke macht en hun miljarden zijn geen garantie meer. Zelfs in het verleden bewezen diensten - het was Berezovski die Poetins partij Eenheid ten doop hield en haar pousseerde op een moment waarop niemand twijfelde aan het nakende succes van het duo Jevgeni Primakov en Joeri Loezjkov - bieden geen bescherming meer.

Met de strijd tegen de tycoons hoopt Poetin in zijn hang naar centralisatie en 'een sterke staat' een eind te maken aan de invloed die de leiders van Ruslands grootste bedrijven al dan niet formeel uitoefenen. De tycoons zijn rijk en machtig geworden in de jaren negentig, na de ineenstorting van de Sovjet-Unie en het staatssocialisme. Hun opkomst voltrok zich in twee etappes. De eerste was de zogenoemde "nomenklatoera-privatisering". Tussen begin 1992 en eind 1993 was Rusland ten prooi aan een gierende inflatie. De managers van de staatsbedrijven, de zogenoemde 'rode directeuren', zagen in die tijd kans zich, geholpen door de chaos in de regelgeving, de bedrijven die ze namens de staat leidden, toe te eigenen. De Centrale Bank (tot eind 1993 gecontroleerd door het parlement) leende bedrijven geld tegen twintig tot dertig procent rente per jaar - terwijl de jaarlijkse inflatie in 1992 2.500 procent en in 1993 850 procent bedroeg. De managers zeiden die leningen nodig te hebben om grondstoffen te kopen en hun werknemers te betalen en de fabrieken aldus draaiende te houden. Eenmaal in het bezit van hun pak roebels haastten de rode managers zich linea recta naar het dichtstbijzijnde wisselkantoor om de roebels om te zetten in dollars. Een paar maanden later wisselden ze die dollars weer om in roebels - een veelvoud van wat ze oorspronkelijk hadden geleend. Ze betaalden (in roebels) keurig de lening terug, met de geringe rente, betaalden eveneens keurig (maar maanden te laat) hun werknemers uit en wisselden het restant in voor dollars, waarvoor ze hun bedrijven opkochten of die op een bankrekening in het buitenland werden gezet. Tussen 1992 en 1997 verdween door die wisseltruc rond 65 miljard dollar naar particuliere bankrekeningen in het buitenland. De nomenklatoera- privatisering leidde gewoonlijk tot industriële ruïnes: de oude/nieuwe directeuren roofden de bedrijven leeg en brachten zich met hun geld in veiligheid. De tweede etappe had plaats in 1995 en 1996, toen de 29 grootste staatsbedrijven geprivatiseerd werden. Dit gebeurde volgens het systeem 'leningen voor aandelen'.

Tycoons opereerden in juridisch vacuüm

De regering had, om de inflatie te bedwingen, de staatssector te laten draaien en de oorlog in Tsjetsjenië te betalen, veel geld nodig. Dat geld leende ze van particuliere banken. In ruil gaf de regering - de staat - de banken de controle over 's langs grootste staatsbedrijven. De banken, die er terecht van uit gingen dat de regering het geleende geld nooit zou kunnen terugbetalen, verkochten de aandelen vervolgens op besloten veilingen aan de rijkste rode managers en aan insiders met goede politieke connecties of aan hun belangengroepen. Veel banken (in handen van nieuwe rijken) verkochten de aandelen gewoon aan zichzelf. De controle over de kurken waarop het land economisch dreef kwam aldus vrijwel ongecontroleerd in handen van een klein aantal 'financieel-industriële groepen' die werden geleid door een handjevol lieden die later bekend werden als de oligarchen. Elk van die groepen was een imperium op zich, bestaande uit productiebedrijven (vaak monopolies) maar ook uit banken. Het Kremlin liet dit oogluikend toe; in ruil financierden de tycoons zijn verkiezingscampagne. De tycoons bouwden hun imperia snel uit door, gebruikmakend van hun economische maar ook hun politieke macht (ze controleerden een fors deel van de Doema) zichzelf monopolies, invoer- en uitvoervergunningen, vrijstellingen van belastingen en andere privileges te verschaffen en maakten handig gebruik van de vaak enorme verschillen tussen de binnenlandse prijs voor grondstoffen als olie, gas en metalen en de wereldmarktprijs. Vladimir Potanin kocht Norilsk Nikkel in 1997 voor 170 miljoen dollar; het bedrijf is nu anderhalf miljard dollar waard. Boris Berezovski begon als autohandelaar en bezit nu banken en grote belangen in oliemaatschappijen, de luchtvaartmaatschappij Aeroflot, de autogigant Avtovaz, televisiestations en kranten. Zijn fortuin wordt geschat op zeven miljard gulden. Dankzij zijn connecties met de familie van Boris Jeltsin bracht hij het tot vice-secretaris van de Veiligheidsraad, het belangrijkste presidentiële adviesorgaan, en tot secretaris- generaal van het GOS. Het was Berezovski die premier Jevgeni Primakov ten val bracht toen die 'het grootkapitaal' te lijf wilde.

Eerste stappen tegen de oligarchen suggereren dat Poetin de tycoons juridisch wil aanpakken. Het is echter de vraag in hoeverre ze daadwerkelijk wetten en regels hebben geschonden. Corruptie, schimmige afspraken achter de schermen, omkoperij, protectie, druk en intimidatie - zeker, daarvan was sprake. Maar voor alles is relevant dat de privatisering plaatsvond in een periode van economische, politieke en juridische chaos. Het Russische kapitalisme kwam tot stand in een vacuüm. Oude wetten en regels hadden elke zin verloren omdat ze niet in nieuwe eigendomsvormen voorzagen. Nieuwe wetten en regels ontbraken simpelweg, contracten stelden niets voor, investeerders werden niet beschermd, rechtbanken waren niet onafhankelijk en zowel de overheid als de spelers op het economisch toneel opereerden in een institutioneel en juridisch vacuüm waarin niets wettig en niets onwettig was. De oligarchen vergaarden miljardenbedrijven voor een prikje - maar dan wel omdat de staat die miljardenbedrijven voor een prikje versjacherde, hetgeen achteraf juridisch eerder de staat dan de van het vacuüm profiterende oligarchen kan worden aangerekend.

Het lijkt daarom moeilijk een wettig bewijs te leveren voor criminele daden die de tycoons zouden hebben gepleegd. Maar waarschijnlijk gaat het daar niet om. Wellicht belangrijker dan de juridische stappen tegen de tycoons of geld (Potanin moet 140 miljoen dollar betalen die hij in 1997 te weinig zou hebben betaald voor Norilsk Nikkel) is het politieke rendement dat Poetin hoopt te verkrijgen met zijn optreden tegen de oligarchen: het signaal dat het uit is met hun immuniteit, dat ze niet langer onaantastbaar zijn, dat ze in zijn Rusland geen ongelimiteerde politieke invloed meer hebben en dat ze zich moeten voegen naar zijn gezag. In Poetins 'sterke staat' is alleen ruimte voor Poetin.

Ruslands oligarchen in de beklaagdenbank

De belangrijkste oligarchen van Rusland en de beschuldigingen die tegen sommigen van hen zijn uitgebracht:


Boris Berezovski (Foto Reuters)
  • Boris Berezovski (54) bezit grote belangen in Sibneft (olie), de luchtvaartmaatschappij Aeroflot en de groep Logovaz (die de Lada verkoopt, het belangrijkste product van de autofabrikant Avtovaz). Hij bezit ook 49 procent van de aandelen in de semi-staatstelevisie ORT. Zou betrokken zijn bij fraude bij Avtovaz.

  • Vladimir Goesinski (Foto Reuters)
  • Vladimir Goesinski (47), de baas van het onafhankelijke en kritische mediaconcern Media Most, waarvan onder andere de tv-zender NTV, de satellietzender NTV+, het dagblad Segodnja en het radiostation Echo Moskou deel uitmaken. Beschuldigd van verduistering van tien miljoen dollar.

  • Vladimir Potanin (Foto Reuters)
  • Vladimir Potanin (39), president van financieel-industriële conglomeraat Interros, controleert Norilsk Nikkel, 's werelds grootste producent van nikkel en palladium, heeft verder belangen in gas, olie, onroerend goed en de media. Persoonlijk vermogen: tussen 1,5 en 2,5 miljard dollar. Moet de staat 140 miljoen dollar betalen omdat hij Norilsk Nikkel te goedkoop zou hebben verworven.
  • Rem Viachirev (65), directeur-generaal van 's werelds grootste oliebedrijf, Gazprom. Zou "staatbelangen" hebben geschonden door financiële transacties met Media Most.

  • Roman Abramovitsj (34), controleert het oliebedrijf Sibneft en de helft van de aluminiumgigant Roesski Aloeminii, die zeven tot tien procent van de wereldproductie van aluminium voor zijn rekening neemt.

  • Michail Fridman (36), chef van de industriële-financiële groep Alfa, die TNK controleert, de Tjoemense oliemaatschappij, die vroeger meer olie produceerde dan Irak en Koeweit samen, maar die dringend modernisering behoeft.

  • Vagit Alekperov (49), president van de grootste Russische olieproducent, Lukoil. Zou voor een half miljard dollar aan belastingfraude hebben gepleegd.


    Anatoli Tsjoebais (Foto Reuters)
  • Anatoli Tsjoebais (45), de 'vader' van de Russische privatiseringen, oud-vice-premier onder Jeltsin, president van het elektriciteitsmonopolie SEU. Zou buitenlanders meer aandelen (33 procent namelijk) hebben verkocht dan de 25 procent die wettelijk is toegestaan.
  • Michail Chodorovski (37), president van 's werelds op drie na grootste oliemaatschappij, Joekos (gekocht voor luttele 168 miljoen dollar), oud-president van de bankgigant Menatep die in 1998 ten onder ging. Heeft ook belangen in de voedsel-, metaal- en chemische industrie en de scheepsbouw. Volgens geruchten het volgende doelwit van de justitie.

  • Vladimir Kadannikov (59), baas van de autoreus Avtovaz, ex-vice- premier, beschuldigd van het fabriceren van 280.000 auto's met hetzelfde chassisnummer, waarmee de staat 600 miljoen dollar aan belastingen zou zijn misgelopen.

  • NRC Webpagina's
    18 JULI 2000


    ( a d v e r t e n t i e s )

    24/7 Media Europe ad

    24/7 Media Europe ad

        Bovenkant pagina

    NRC Webpagina's © NRC Handelsblad