|
|
|
NIEUWSSELECTIE Algemene Rekenkamer Ministerie van Verkeer en Waterstaat
|
Het spoor, de Kamers
Vanuit de Tweede Kamer werd weliswaar 'geschokt' gereageerd op de bevindingen van de Rekenkamer, maar voor een ruime meerderheid was de rapportage toch geen reden de beslissing om de spoorlijn aan te leggen nu maar te heroverwegen. Nederland gaat dus door met de aanleg van een peperdure spoorlijn, waarvan uitermate ongewis is of deze ooit zal renderen. Het is het noteren waard dat een meerderheid van de Tweede Kamer kiest voor het moeilijk uit te leggen verhaal, boven de ongetwijfeld veel beter bij het electoraat in het gehoor liggende roep om het project stop te zetten. Deels heeft dit te maken met het feit dat de Betuwelijn een letterlijk niet meer te stoppen voortrazende trein is. Er is inmiddels al voor zoveel miljarden aanbesteed dat de winst van het afblazen van de spoorlijn zeer betrekkelijk is. Belangrijker echter is dat de Betuwelijn een strategische keuze betreft. Zo'n keuze, zeker als het infrastructuur betreft, laat zich per definitie moeilijk vertalen in opbrengsten. Anders gezegd: de Betuwelijn zal nog altijd een investering in de toekomst kunnen blijken te zijn.
DAT NEEMT NIET weg dat een regering bij de motivatie van wetsvoorstellen gehouden is aan een objectieve voorstelling van zaken. De Rekenkamer heeft aangetoond dat dit bij de Betuwelijn duidelijk niet is gebeurd. Uit alles blijkt dat er bij de gegevensverstrekking 'naar de Betuwelijn toe' is geredeneerd. Zo zijn er veel te rooskleurige vervoersprognoses gehanteerd. De milieuwinst werd aanzienlijk hoger voorgesteld. Er werd geen rekening gehouden met de Europese Commissie, die uit eerlijke concurrentieoverwegingen bepleit infrastructuurkosten ook aan het spoor door te berekenen. Alternatieve oplossingen voor de Betuwelijn kregen een minimalistische benadering. De Algemene Rekenkamer heeft alle feilen keurig gerangschikt, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat veel al min of meer bekend was. Niet voor niets is de aanleg van de Betuwelijn al jarenlang door permanente twijfel omgeven. Vandaar dat het rapport van de Rekenkamer ook meer als les voor de toekomst moet worden gelezen. De besluitvorming over nieuwe grote infrastructurele werken zoals de Zuidtak van de Betuwelijn en een eventuele Zuiderzeespoorlijn zal gepaard moeten gaan met evenwichtiger en betrouwbaarder informatie.
IETS ANDERS IS of een dergelijke vaststelling strikt genomen nog wel behoort tot de taken van de Rekenkamer. Van oorsprong was de Rekenkamer belast met het onderzoek naar de ontvangsten en uitgaven van het Rijk. Het ging daarbij om de rechtmatigheid, maar steeds vaker wordt ook de doelmatigheid van uitgaven aan de orde gesteld. Dat laatste is echter het terrein waar de politiek zich bij uitstek in dient te begeven. De tijdgeest vraagt om verantwoording, zeker als het de doelmatigheid van het beleid betreft. Maar er dreigt nu een schemergebied te ontstaan waarin zowel Rekenkamer als Tweede Kamer opereert. Duidelijk moet zijn dat het politieke oordeel over doelmatigheid blijft voorbehouden aan de Tweede Kamer. Deze week hebben de fractievoorzitters in de Tweede Kamer in een overleg met Kamervoorzitter Van Nieuwenhoven opnieuw laten weten dat zij serieus werk willen maken van een grotere controletaak van het parlement. Het kan geen kwaad als in de ongetwijfeld lange reeks met voorstellen ook aandacht wordt besteed aan een duidelijke taakafbakening tussen Tweede Kamer en Algemene Rekenkamer.
|
NRC Webpagina's 23 JUNI 2000
|
Bovenkant pagina |
|