F I L M V O O R A F :
Venetië als synoniem met de dood
KESTER FRERIKS
Een meisje rent spelend door de
weelderige tuin van een Engels landgoed. Ze draagt een rood jasje. Met
haar broertje is ze verdiept in een spannende zoektocht. Het jongetje
fietst in haar richting. Hij rijdt dwars over een stuk glas heen. Het
gerinkel verstoort de stilte. Het is niet pluis. De dreigende muziek van
componist Pino Dannagio verraadt dat er iets fout gaat. Je wilt niet
kijken als het meisje te dicht bij het water van een vijver komt; haar
bal rolt erin.
De film, gemaakt in Groot-Brittannië, heet niet voor niets Don't Look Now (Nicolas Roeg, 1973). Ondertussen zijn, in
snel gemonteerde scènes, ook de ouders in beeld gekomen. De inzet
van de film is hoog, zowel inhoudelijk als naar de vorm. Roeg maakt
ingenieus en fantasierijk gebruik van verschillende genres. De film
vindt aansluiting bij de gothic novel, waarin het bovenaardse en
het parapsychologische een belangrijke plaats innemen. Bovendien wemelt
het van vooruitwijzingen en spanningsopbouwende motieven. Terwijl de
beide kinderen spelen, bekijkt hun vader dia's van Italiaanse kerken die
hij renoveert. Ineens verschijnt er een rood plasma, een soort
bloedvlek, over een van de dia's. Hij weet dat er iets mis gaat, rent
naar buiten, naar de vijver. We zien een filmshot van een kind drijvend
onder water, zoals Ophelia uit Shakespeares Hamlet vaak wordt
afgebeeld na haar verdrinkingsdood. Het meisje is dood. De poging tot
beademing vergeefs. De vader wordt gespeeld door Donald Sutherland, de
moeder door Julie Christie. Zij vertegenwoordigen in haardracht en
kostumering fraai de jaren zeventig. Hun acteerstijl is prachtig, koel
en helder zonder een moment van overdreven pathos. Er is in hun
verhouding iets sleets gekomen. In een van de hoogtepunten van de film,
erotisch èn gedistantieerd, kleden zij zich 's morgens aan zonder
een greintje liefde; als mensen die al jaren bij elkaar zijn. Maar
vanuit het perspectief van Julie Christie toont Roeg ons
herinneringsbeelden aan gepassioneerd liefdesspel. Koelte en verhitting
gevangen in een lang volgehouden, prachtige scène.
Het regent veel in de film, er is veel water waar de camera zich telkens
verlustigd op richt. Elke waterpartij draagt de dood in zich. Er is
natuurlijk geen andere stad waar het echtpaar heen kan gaan om de dood
van hun dochter te vergeten dan Venetië, de waterstad die sinds
Thomas Manns novelle Der Tod in Venedig en de latere verfilming
daarvan in 1971 door Visconti, synoniem is met dood. Het echtpaar raakt
verwikkeld in een bizar, occult spel. In een trattoria wordt het
intens begluurd door een blinde vrouw met kunstogen. Zij blijkt
mediamiek te zijn. Ze heeft het dochtertje Christine tussen haar ouders
in zien zitten, lachend, blij pratend. De moeder komt helemaal in de ban
van deze mediamieke vrouw, die aan iemands ectoplasma ziet wat er met
hem of haar gaat gebeuren. Vanaf dat ogenblik neemt het paranormale de
overhand in de film. Telkens wanneer er iets gaat gebeuren, krijgt de
blinde vrouw een aanval van hysterie en gegil. Het moet een feest voor
Roeg zijn geweest deze actrice zo te filmen. Haar steenkoude ogen
verschijnen groot in beeld.
Julie Christies geleidelijke knieval voor de occulte wereld is
wonderlijk maar overtuigend. Angstaanjagend wordt de film naar het slot
toe. Sutherland meent een klein meisje in een rood jasje te zien, dat
levensgevaarlijk speelt met een bootje in een van de duistere kanalen
van de stad. Het meisje rent weg en verdwijnt in een onderaardse stad.
De finale is grandioos en aangrijpend, ik zal het niet verraden. De
filmbeelden van Venetië met het water, de luidruchtig klapwiekende
duiven, de vervallen huizen zijn schitterend. Het is een film waarvan
elke scène telt, elke vooruitwijzing verhoogt de spanning. Kijk
eens naar de doodsboot die Sutherland voorbij ziet varen, met daarop
trots als een boegbeeld zijn vrouw, en de twee vrouwen. Ze brengen een
dode naar het kerkhof. Wie zal het zijn?
Don't Look Now (Nicolas Roeg, VS, 1973), zondag, BBC2, 0.40-
2.25u.