B E E L D :
Karel zit er nog steeds
JAPKE-D. BOUMA
Vorig jaar had hij het ineens
gehad met de talkshow. Misschien komt hij er nog wel eens mee terug,
maar nu even niet "Ik vond mezelf erg routineus worden", zegt Karel van
de Graaf (1951). "Het leek of ik al die mensen al eens gesproken had.
Bovendien werd het steeds moeilijker om goede gasten te krijgen met
negen zenders die allemaal in hetzelfde vijvertje vissen. Eigenlijk ben
ik er nóg te laat mee gestopt."
Daarmee is de laatste ouderwetse talkshow - face tot face met een
gast uit de actualiteit aan een tafel - van de Nederlandse televisie
verdwenen. Willem Duys en Mies zijn met pensioen, Sonja was al veel
eerder geswitched naar een eigentijdser formule, Ivo gaat steeds vaker
op reis en concentreert zich meer op de 'tijdloze' sterren en Ischa is
dood. Alleen Andries Knevel beoefent het oude ambacht nog. Maar die is
nauwelijks een factor meer, vindt Van de Graaf. "Knevel doet al sinds de
geboorte van Christus of Jezus echt bestaat. Dat volstrekt eenzijdige,
schijnbaar kritische, doordrammerige toetsen van je eigen mening, dat
vind ik van zo lang geleden."
Grappig klinkt dat, uit de mond van de man die jarenlang als een van de
betweters van de Nederlandse tv bekend stond. Hij is veranderd. De tijd
van de geprononceerde mening op tv is voorbij, vindt Van de Graaf.
Donderdag begint de tweede reeks van zijn discussieprogramma De Kern
van de Zaak waarin steeds met zes gasten om de tafel een juridisch
thema wordt uitgeplozen. Of de verjaringstermijn voor moord niet moet
worden afgeschaft. Of DNA-onderzoek niet voor elk strafbaar feit
mogelijk moet worden, dat soort hangijzers. "Soms weet ik bij god niet
wat ik ervan moet vinden. De redactie weet gasten te vinden die je zes
keer op het verkeerde been zetten. Dát vind ik televisie van deze
tijd. De kijker moet zelf nog wat te denken hebben."
Dit jaar zit hij - inclusief zijn radiotijd - 31 jaar in het vak.
Natuurlijk, er zat ook wel eens een seizoen bij dat hij dacht "mag ik
een keer op de Euromast kijken of ik zonder parachute beneden kom. Maar
ik zit er nog steeds." Over de vraag wat hij toevoegt aan het
medialandschap denkt hij niet na. "Daar wordt een mens maar nerveus
van." Het belangrijkste is of de kijker het nog steeds leuk vindt, die
kop van Karel op het scherm. "En die vindt het ook nog wel goed, geloof
ik. Iemand die er al zo lang zit, heeft iets vertrouwds. De kijker stelt
vastigheid op prijs. En gasten vertrouwen je dingen eerder toe."
De motivatie is niet verdwenen, zegt hij. "Ik denk dat dat komt, omdat
ik televisie slechts zie als een middel om mijn eigen nieuwsgierigheid
te botvieren. En ik ben een ouwehoer. Ik hou ervan tegen mensen aan te
praten. Ik zie mezelf niet als de talkshow-meneer, ik ben meer een
hobbyist. Ik vind het leuk wat te prutsen aan informatie, de studio is
slechts het laatste stukje van het vak. Je moet het zo zien: ik lig in
bed, ik lees, met op het nachtkastje een pot thee en ik ben aan het
werk. Hoe dichtbij wil je de definitie van geluk laten komen?"