F I L M V O O R A F :
Lekker Japannertje pesten
ROEL JANSSEN
Tijdens het galafeest bij de
opening van het gebouw van Nakamoto, een Japans bedrijf in Los Angeles
dat bezig is de Amerikaanse microchipfabrikant MicroCon over te nemen,
wordt een blonde vrouw vermoord op de vergadertafel in de directiezaal
op de bovenste verdieping. De Japanners proberen een schandaal te
voorkomen, maar de moord staat op een cd-romschijfje van de
beveiligingsdienst. De beelden op het schijfje blijken echter
gemanipuleerd te zijn en kunnen slechts met behulp van Japanse
technologie worden gereconstrueerd.
Speciaal agent Web Smith (Wesley Snipes) gaat de zaak onderzoeken.
Daarbij krijgt hij hulp van John Connor (Sean Connery), een ex-agent die
zich heeft toegelegd op de bestudering van Japan. Connery treedt op als
de leermeester van Snipes en als gids in de gecompliceerde Japans-
Amerikaanse zakelijke betrekkingen. Om hen heen bewegen zich botte
Amerikaanse agenten, onnozele media, een gewiekste lobbyist en een
corrupte politicus. Ze tonen volslagen onbegrip voor de Japanse
omgangsvormen en laten zich één voor één in
de luren leggen door de uitgekookte Japanners van wie ze de zakelijke
praktijken niet doorgronden.
Verwerkt tot een spannende thriller zijn dit de ingrediënten van
Rising Sun, een film gebaseerd op het gelijknamige boek van
Michael Crichton, de auteur die ook onder meer Disclosure en
Jurrasic Park schreef. Toen Crichton werkte aan Rising
Sun, bevonden de Amerikaans-Japanse betrekkingen zich op een
dieptepunt. Japanse bedrijven vaagden Amerikaanse concurrenten weg,
Japanse overschotten op de betalingsbalans financierden het Amerikaanse
begrotingstekort, Japanners kochten beroemde Amerikaanse gebouwen,
Japanse ondernemingen namen Amerikaanse bedrijven over. Japan, zo werd
gevreesd, was met zijn meedogenloze industriebeleid, superieure
technologie en reusachtige spaartegoeden hard bezig de Verenigde Staten
in economisch opzicht voorbij te streven. In Amerika werd gewaarschuwd
dat de Japanse opmars Amerikaanse banen vernietigde en de Amerikaanse
nationale veiligheid bedreigde.
Rising Sun, dat in 1992 uitkwam (de film volgde in 1993), was
fictie met een boodschap. Het was een aanklacht tegen het Amerikaanse
handelsbeleid in de jaren tachtig dat de Japanse opkomst
vergemakkelijkte, en een waarschuwing tegen de expansieve Japanse
zakenpratijken. Het leverde een bijdrage in thrillervorm aan het
populaire Japan bashing ('Japannertje pesten'). In de film is
hiervan overigens minder sprake dan in het oorspronkelijke boek, waarin
pagina's lang wordt uitgeweid over de onstuitbare Japanse overname van
Amerika.
Kort voordat Rising Sun uitkwam, was in Japan de financiële
luchtbel gebarsten waarmee de industriële expansie werd
gefinancierd. Japan raakte in een recessie waarvan het nog steeds niet
is bekomen. De gevreesde Japanse technologische superioriteit in auto's
en consumentenelektronica heeft plaats gemaakt voor een onoverbrugbare
achterstand ten opzichte van de Verenigde Staten in de informatie- en
communicatietechnologieën. Niemand spreekt in het internet-tijdperk
van 'Japan als nummer één'.
De Japanse dreiging zoals die tien jaar geleden gevreesd werd, heeft een
bloedstollend spannende film opgeleverd. Niettemin: in Rising Sun
bracht Crichton zijn fascinatie voor technologische vernieuwingen,
maatschappelijke actualiteit en economische thema's perfect samen. Hij
bedrijft een genre dat in Nederland helaas te weinig beoefend wordt.
Rising Sun (Philip Kaufman, VS, 1993), zaterdag, SBS6, 20.30-
22.50u.