|
|
|
NIEUWSSELECTIE Fado
|
Portugese fado-zangeres Cristina Branco vertolkt
gedichten van Slauerhoff
Altijd op reis, nooit ergens thuis
AMSTERDAM, 8 APRIL. Voor de dichter J. Slauerhoff (1898-1936) zou het de verwezenlijking van een droom zijn: gedichten van hem gezongen als fado, de Portugese blues, het smartelijke lied over verlangen, melancholie en onrust. De zangeres Cristina Branco (Almeirim, 1972) vertolkt enkele van Slauerhoffs beroemdste gedichten, vertaald door dichteres Mila Vidal Paletti. Het gedicht 'Fado' met de prachtige eerste regels Ben ik traag omdat ik droef ben,/ Alles vergeefs vind en veil' klinkt in het Portugees: 'Será que sou lento por ser triste,/ Porque tudo julgo inútil e vão. Branco heeft drie vaste begeleiders. Een van hen, bespeler van de fado-gitaar, is componist Custódio Castelo. Hij maakte de melodielijn en gaf het ritme aan voor de gedichten van Slauerhoff. Net als Slauerhoff is Christina Branco altijd op reis. In de Bonifatiustoren in Leeuwarden, een paar honderd meter van Slauerhoffs geboortehuis, nam zij vorig jaar november haar cd Cristina Branco canta Slauerhoff op. Nu verblijft ze in een schaars ingericht appartement in een Amsterdamse wijk. Voor Branco was het belangrijk in Leeuwarden te zijn: "Atmosfeer betekent veel voor mij. Ik heb Slauerhoffs geboortehuis gezien. Ik denk dat hij een ongelukkig man was, nooit ergens thuis, misplaatst. Ik herken dat, zo gaat mijn leven ook. In Portugal wordt de fado vooral gezongen in kleine, gesloten huizen. Mensen komen bij elkaar en zingen voor elkaar. Dat is de traditionele fado. Onze liederen zijn opener, moderner, met invloeden uit de jazz. Dat is behoorlijk revolutionair, maar ik vind het noodzakelijk. Ook de fado moet evolueren. Hoe het publiek in Portugal hierop gaat reageren weet ik niet, ik heb Slauerhoff er nog niet gezongen. We hebben wel Portugese dichters gezongen, zoals Camões of Fernando Pessoa. Maar het is ongelooflijk hoe goed Slauerhoff de Portugese ziel heeft aangevoeld en verwoord." Cristina Branco begon zich pas zo'n jaar of vijf geleden, rond haar tweeëntwintigste, te interesseren voor fado. Als kind luisterde Branco naar klassieke muziek, jazz en pop, totdat haar grootvader haar een grammofoonplaat gaf met fado. Ze was verkocht. "Het was", zegt ze, "alsof ik op een paard zat dat op hol sloeg, zo heftig werd ik erdoor gegrepen." Onvermijdelijk valt in het gesprek de naam van de koningin van de fado, Amália Rodrigues. Haar mooiste plaat vindt Branco Rare and Unedited, onbekende liederen van Rodrigues. Branco: "De traditionele fado is wat stroef, maar Amália gaf er een nieuwe dimensie aan door vreugde en ooklichtzinnigheid toe te voegen. Toen ik dat hoorde, wilde ik zangeres worden; ik zette mijn studie journalistiek aan de kant en nam zang- en ademhalingslessen. Ook begon ik boeken over Rodrigues te lezen: ik wilde weten hoe zij haar levenservaringen omzette in muziek. "Fado is oorspronkelijk een dans die de schippers meenamen uit Afrika", vervolgt Branco. "Daarna is er een vermenging ontstaan met de Braziliaanse bossanova. De gitaar werd pas toegepast toen de Engelsen in Portugal portwijn kwamen kopen; zij kregen de port, wij de gitaren. Het woord fado is verbonden met fatum, noodlot. Het is muziek over de kunst van het lijden. De traditionele fado-zangeres of zanger doet teksten op uit boeken, waarin de liedjes staan. Er zijn zo'n driehonderd. Wij wilden met de poëzie van Slauerhoff een nieuwe dimensie aan de fado geven." Slauerhoff deed op zijn reizen als arts veelvuldig Lissabon aan. De dichter Camo~es komt voor in zijn poëzie en romans, bijvoorbeeld Het verboden rijk (1932). Tal van gedichten en zelfs bundels verwijzen naar het Portugese lied, zoals het genoemde 'Fado', 'Saudade' en de bundel Serenade (1930). Slauerhoff werd betoverd door de droefheid van Lissabon, door de gele afhellende oevers van de Taag en het verval en de glorie van het voorbije. In een gedicht dat Cees Nooteboom op de cd voorleest, staat: Ik bewandel 's middags de prado's/ En 's avonds hoor ik de fado's/ Aanklagen tot diep in den nacht:/ 'A vida é immenso tristura'// Een van hen hoorde ik zingen/ En mijn kilte tot droefenis dwingen:/ Ik heb niets tot troost dan mijn klacht./ Het leven kent geen genade, / Niets heb ik dan mijn fado/ Om te vullen mijn leege nacht.Cristina Branco zingt tijdens haar verblijf in Nederland de fado zowel in cafés als theaters. Voor theaters heeft ze een voorkeur, daar is aandacht en stilte: "Theaters doen me aan de Portugese fado-huizen denken, waar de hele nacht wordt gezongen." Haar stem, een sopraan, heeft dezelfde soepele zeggingskracht en intensiteit als van haar voorbeeld Amália Rodrigues. De verscheurdheid die de fado uitdrukt, is ook die van Slauerhoff. Dank zij Cristina Branco's zangkunst kunnen we ons voorstellen wat Slauerhoff hoorde als hij 's nachts door de oude straten van Lissabon zwierf in de wijk Mouraria, waar hij 'velen als mijzelve' tegenkwam, 'die leven zonder liefde, lust, hoop. ' Dus zongen ze over hun leven 'sem amor, fé, alegria...' Cristina Branco canta Slauerhoff. Tournee: 10, 11/4 Theater Romein, Leeuwarden; 12/4 Arsenaal, Vlissingen; 13/4 Kleine Komedie, Amsterdam; 14/4 Konings Theater, Den Bosch; 15/4 Figi Theater, Zeist. Inl. (020) 6843301.
|
NRC Webpagina's
8 APRIL 2000
|
Bovenkant pagina |