|
|
|
NIEUWSSELECTIE Verkeerskunde Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rekeningrijden: Hoe en Waarom?
|
Agenten bestrijden file met de hand
DRIEBERGEN, 31 MAART. In de stromende regen staan om half zeven 's ochtends drie politieagenten in reflecterende jassen langs de A12 bij Arnhem te zwaaien naar de automobilisten. Met armgebaren zetten zij de bestuurders ertoe aan hun snelheid constant te houden, om filevorming te voorkomen. Een dure en arbeidsintensieve oplossing. Maar, legt brigadier Gerard van Mameren uit, "een mens zegt meer dan tien borden." Sinds maart 1999 pakken Rijkswaterstaat en het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) het fileprobleem rond het beruchte knooppunt Velperbroek bij Arnhem anders aan. De filevorming nam daar elk jaar met procenten tegelijk toe, begin 1999 zelfs met dertig procent vergeleken met het jaar daarvoor. Velperbroek belandde in de filetoptien. "Automobilisten hebben niks met elkaar en willen alleen maar zo snel mogelijk naar hun werk", zegt projectleider Len Witteveen van de KLPD. "Hun gedrag laat daarom veel te wensen over." De KLPD vond dat vooral in het gedrag van de automobilist de meeste winst te halen viel. Rijkswaterstaat en KLPD besloten in 1998 'wat te experimenteren' en zetten dienders langs de weg en lieten ze met armbewegingen het verkeer regelen. Proeven hiermee leken te slagen en besloten werd het project landelijk in te voeren. Tot 2003 staan dienders op zes plaatsen in Nederland langs de weg, het project kost zo'n 58 miljoen gulden. Op dinsdagochtend staat het spitsteam van de eenheid Wolfheze weer langs de weg bij Arnhem. "We hebben geen keus, we moeten er elke ochtend zijn", vertelt brigadier Van Mameren. "Mensen raken gewend aan zwaaiende agenten. We hebben alleen wat te vertellen als we er elke ochtend staan." In een politieauto rijdt Van Mameren de snelweg op en neer om te inspecteren hoe de file zich ontwikkelt. Het zwaaien naar de automobilisten lijkt te helpen. Om acht uur staat het autoverkeer nergens stil, overal is een redelijke doorstroming. "Drie, hooguit vier kilometer, een normale ochtend", geeft Van Mameren door aan zijn collega's langs de weg. Twee jaar geleden was een file van negen kilometer nog heel normaal. Uit een enquête onder automobilisten bleek dat de overgrote meerderheid de aanwezigheid van de agenten waardeert. Een minderheid noemt het gezwaai 'nutteloos'. In navolging van het succes in steden als Arnhem werd besloten het 'filezwaaien' in januari van dit jaar ook in Amsterdam en Rotterdam in te voeren. Toch lijkt het experiment niet overal te slagen. Tussen Gouda en Voorburg op de A12 bleek dat de files weliswaar afnamen, maar dat ze verderop even hard weer ontstonden. Ook op de A2 bij Den Bosch was het resultaat wisselend. Kan gebeuren, zegt Witteveen. "Filezwaaien is niet dé oplossing, het bevordert alleen de maximale benutting van het wegdek." "Hier helpt het gewoon", vindt Van Mameren. "Mensen gedragen zich beter als er politie langs de weg staat." De kunst, legt hij uit, is het aan de gang houden van de 'kop van de file'. "Dan volgt de rest vanzelf. We proberen de automobilisten daarom allemaal zeventig kilometer per uur te laten rijden, dan kunnen er geen files ontstaan." De drie agenten, die op strategische plekken langs de A12 staan, hebben al zwaaiend de hele file onder controle gekregen. Maar dan gaat het mis. Een kraanwagen krijgt een lekke band en belandt tussen de agenten. Een sleepwagen moet het gevaarte met tien kilometer per uur vervoeren, een lang lint van auto's achter zich aan. Binnen een paar minuten staat er een file van bijna tien kilometer. Al het gezwaai is voor niks geweest, het spitsteam kan weer overnieuw beginnen. Van Mameren: "Dit is overmacht, jongens." Een dag is pas echt geslaagd, zegt Van Mameren, als het ze lukt de elektronische fileborden boven de snelweg uit te houden. Deze dag is dat op de meeste plekken gelukt. Zie ook:
Overleg over strijd tegen files mislukt (29 maart 2000)
|
NRC Webpagina's
31 MAART 2000
|
Bovenkant pagina |