|
|
|
NIEUWSSELECTIE De Eerste en Tweede Kamer Hans Wiegel in de Eerste Kamer
|
'Ik vind dat ik me zeer gedeisd hou'
Wiegel: handen af van de senaat
ZEIST, 11 MAART. Hij laat grote woorden welbewust achterwege. En hij is gespeend van heftige emoties. Maar toch zint de gang van zaken hem niet. Hans Wiegel is ongelukkig dat het kabinet vorige week opnieuw een wetsvoorstel voor invoering van een correctief referendum heeft ingediend bij de Tweede Kamer. Precies het wetsvoorstel dat vorig jaar mei door zijn toedoen sneuvelde in de Eerste Kamer en tot een kabinetscrisis leidde. "Je kunt je afvragen of dit geen contempt of parliament is. Want het is nogal wat, als een wetsvoorstel het in de volksvertegenwoordiging niet heeft gehaald, om het gewoon weer in te dienen. Je kunt ook zeggen: 'kabinet, het heeft geen zin', want de kans dat dit voorstel het haalt is alleen maar afgenomen. En het minste dat je er van kunt zeggen is dat het niet verstandig is." Lang heeft Wiegel gezwegen, maar tien maanden na zijn 'Nacht' vindt hij het tijd om zijn stem weer te laten horen. Natuurlijk, de VVD-senator weet dat coalitiepartijen met het hernieuwd indienen van het referendumvoorstel uitvoering geven aan een politieke afspraak waarmee D66 vorig jaar binnenboord werd gehouden. Maar hij ontwaart erachter ook een slordigheid in de omgang met staatkundige zaken. "Soms lijkt het besef af te nemen dat er in Nederland een tweekamerstelsel is. Dat de Eerste Kamer voluit een positie heeft. En dat daar dus ook rekening mee dient te worden gehouden." Met zijn lange ervaring in het binnenlands bestuur veroorlooft Wiegel zich een vergelijking. "Ik heb zelf wel eens het gevoel dat bij de grotere fracties in de Tweede Kamer de betrokkenheid bij staatkundige kwesties niet meer in die mate aanwezig is als vroeger het geval was. Ik had ook niet het idee dat bij de laatste kabinetsformatie staatkundige zaken hoog op de agenda stonden. Het ging toch vooral om de financiën. Misschien heeft het te maken met de achtergrond van de hoofrolspelers: Kok, Bolkestein en Borst komen alledrie uit andere werelden dan die van het binnenlands bestuur." Lang gold hij in zijn partij als het 'Orakel van Ljouwert', maar dat was toen hij nog commissaris der koningin in Friesland was. Tegenwoordiger voelt hij zich in zijn positie als Eerste-Kamerlid voor de VVD, die het binnenlands bestuur in zijn portefeuille heeft, eerder 'leedaanzegger'. "Regelmatig moet ik tot in de Tweede-Kamerfractie van mijn partij mensen wijzen op de grondwettelijk verankerde positie van de senaat. En gelooft u mij, dat vindt men niet altijd aangenaam." De positie van de senaat ligt van verschillende kanten onder vuur. Minister Peper filosofeerde in een notitie over inperking van de rol van de Eerste Kamer. De Tweede-Kamerfractie van de VVD denkt sinds de 'Nacht van Wiegel' na over een minder prominente rol voor de senaat. En het partijbestuur van de VVD probeerde onlangs regels te stellen om de eigen senatoren te disciplineren. Om zo te voorkomen dat in de senaat nog eens een wetsvoorstel sneuvelt waaraan de partij zich bij een kabinetsformatie heeft gecommitteerd. Tegen minister Peper zegt Wiegel: ik zou graag met u debatteren, misschien wel voordat de Tweede Kamer met u in debat gaat. "Het zou denk ik heel goed zijn voor de Tweede Kamer en de minister om precies te weten wat de opvatting van de senaat is over zijn eigen rol en positie. En neemt u van mij aan, dat zal het debat in de Tweede Kamer beslist vergemakkelijken." Tegen de Tweede-Kamerfractie van zijn partij zegt hij: doe niet krampachtig over de rol van de Eerste Kamer. "Ik vind dat je als Tweede-Kamerlid niet moeilijk moet doen dat er soms voorstellen in de Eerste Kamer sneuvelen. Daar moet je een beetje ontspannen mee omgaan. "Als jong Tweede-Kamerlid verdedigde ik ooit de invoering van huurbelasting, een heffing om mensen met een te hoog inkomen uit een goedkope huurwoning te krijgen. Dat voorstel werd door mijn partijgenoten in de Eerste Kamer aan stukken gesneden en vervolgens door een bijna voltallige Eerste Kamer verworpen. Dat vond ik natuurlijk niet leuk, maar heb ik wel als een fact of life beschouwd. Als je daar niet tegen kunt, moet je de Eerste Kamer afschaffen." Tegen zijn partij zegt hij dat het goed is dat er geen beperkende bepalingen komen die kandidaat-senatoren van de VVD binden aan andere regels dan het eigen verkiezingsprogramma. "Ik had ook niet anders van de partij verwacht." Geen misverstand, in een nieuwe zittingsperiode zal hij geen andere opstelling kiezen als het gaat om het correctief referendum. "Geertsema zei het vroeger al: een referendum is de bijl aan de wortel van de democratie. Met mijn afwijzing volgde ik een bestendige lijn in de VVD. De partij heeft altijd gevonden dat het referendum een aantasting is van de representatieve democratie." Maakt hij zich niet te groot, geldt voor de deeltijd-politicus uit Diever niet dat het politieke primaat in de Tweede Kamer ligt en de Eerste Kamer slechts een controlerende rol heeft? "Je hoort dat tegenwoordig weer vaker. De Eerste Kamer moet alleen de kwaliteit van de wetgeving beoordelen. Nou, ik denk dat als we dat als criterium zouden nemen er veel wetsvoorstellen zouden worden verworpen. "Nee, de Eerste Kamer is een politiek orgaan, daar worden politieke afwegingen gemaakt. Meestal stemmen we in, een enkele keer stemmen we af en daar zijn dan doorgaans goede gronden voor." En over zijn eigen rol kan hij kort zijn: "Ik vind dat ik mij eigenlijk zeer gedeisd hou."
|
NRC Webpagina's
11 MAART 2000
|
Bovenkant pagina |