U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   B I N N E N L A N D
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
SER

Jarige SER schaduwregering Nederland


De wat saaie Sociaal Economische Raad, die het 50-jarig jubileum viert, is zo Nederlands als boerenkool: van Dutch Disease via poldermodel naar een Europese toekomst.

Door onze redacteur HERMAN STAAL

DEN HAAG, 23 FEBR. Bij elk jubileum van de Sociaal Economische Raad staat de vraag weer centraal: doet de SER nog zinvol werk of kan deze beter worden afgeschaft? Niet voor niets valt bij critici geregeld de naam Sociaal Economische Rem. Zij zien de SER als een soort schaduwregering die weliswaar interessante adviezen uitbrengt, maar daar erg lang over doet. En dikwijls zijn die adviezen compromissen van compromissen. In 1980 kwam toenmalig SER-voorzitter De Pous na een studie van zeven jaar tot een duidelijk antwoord: "Na een zeer kritisch zelfonderzoek is de raad unaniem tot de conclusie gekomen, dat de SER als advies- en overleginstituut een goede zaak is. Voor de regering, voor de sociale partners en voor de maatschappij."

De SER is hét vlaggenschip van de overlegeconomie. Als Nederlanders een probleem hebben gaan ze rond de tafel zitten. Op het gebied van sociaal en economisch beleid doen ze dat bij de SER. Dit jaar al vijftig jaar lang, een feestelijk gegeven dat vanmorgen in de stijl van de SER werd gevierd: met toespraken. "De raad is als het ware een scharnier tussen de politieke en maatschappelijke democratie", zei SER- voorzitter H. Wijffels vanochtend. In de SER zitten naast werkgevers en werknemers door de overheid benoemde kroonleden. Zij zijn benoemd vanwege hun deskundigheid, en om er voor te zorgen dat er geen ideologische stokpaardjes worden bereden.

Eind jaren tachtig schreef de toen in de Verenigde Staten wonende econoom Arjo Klamer het boek Verzuilde Dromen over de SER. Hij begon met grote argwaan, want de SER vond hij maar een wangedrocht. "Dat de werkgevers überhaupt een voorzitter hadden, begreep ik niet. Werkgevers zijn toch concurrenten van elkaar? En de werkgeversvoorzitter en werknemersvoorzitter spraken meer met elkaar dan met hun eigen mensen."

Klamer vergelijkt de SER met honkbal. Een saai spel waar Amerikanen dolenthousiast over zijn. Toen hij zich de spelregels had laten uitleggen en een keer bij een wedstrijd was geweest - met hotdogs etende en cola drinkende Amerikanen - begon hij honkbal te waarderen. "Evenzo is de SER moeilijk te begrijpen zonder erbij te zijn geweest en de sfeer van het vergaderen geproefd te hebben."

Maar hoewel hij kritisch schreef over de 'saaiheid van de SER', is zijn mening bijgesteld. Eind jaren tachtig stond het Nederlandse overlegmodel nog bekend als Dutch Disease. Stroperig. Een verstikkende welvaartsstaat. "De aardgasbaten hielden het land nog een beetje overeind", zegt Klamer. Nu, met het alom bejubelde poldermodel, is het een heel ander verhaal. De SER past bij Nederland, vindt Klamer. De adviezen hebben dan misschien een hoog saaiheidsgehalte, ze zijn wel gedegen en zorgen voor een groot draagvlak in de maatschappij.

Dat uit SER-adviezen misschien de politiek van de middelmatigheid voortkomt, mag dan zo zijn, erkent hoogleraar Anton Hemerijck. "Maar is dat zo slecht? Ik denk dat je niet al te wild moet gaan doen als het om de belangen van individuele burgers gaat."

De Tweede Kamer leek de SER vijf jaar geleden een gevoelige tik te geven. Het schafte de plicht af die de regering had om bij sociaal- economische kwesties om advies te vragen. Maar Hemerijck en Klamer vinden dat dit de SER goed heeft gedaan. Hemerijck: "De SER is sneller en alerter geworden, profileert zich beter. Adviseert over meer onderwerpen". FNV-voorzitter Lodewijk de Waal waarschuwde vanmorgen dat de SER daarin niet moet doorschieten. "De laatste tijd bespeur ik dwalingen. Ik vraag me in alle gemoede af wat de autoriteit van de raad is als het gaat om verkeersveiligheid."

De SER gaf een paar maanden geleden advies over de aansprakelijkheid van wegbeheerders zoals Rijkswaterstaat bij verkeersongelukken als gevolg van slecht onderhoud. Volgens De Waal moet de SER zich toeleggen op belangrijke economische onderwerpen.

Op een ander punt vindt econoom Klamer dat de SER zich wel moet bezinnen, namelijk of de raad de samenleving vertegenwoordigt. Zo zijn lang niet alle werknemers meer lid van een vakbond. En er zijn andere organisaties in opkomst. Nu hebben consumenten- en milieuorganisaties al toegang gekregen tot commissies van de SER. Voorzitter Wijffels zei deze week dat het milieu een prominentere plek moest krijgen binnen de SER. Maar werkgevers en werknemers zullen hun positie niet zo maar prijsgeven, voorspelt Klamer. FNV-voorzitter Lodewijk de Waal was daar vanochtend duidelijk in. Verbreding en vernieuwing? Prima. "Maar ik vind dat het hart van de SER de vakcentrales en werkgeversorganisaties moet blijven."

Er dreigt ook gevaar voor de SER. De Europese Unie zal op den duur de rol van de SER wel eens kunnen marginaliseren. Ook de internationalisering en globalisering zijn tegenkrachten voor de SER. Hoogleraar Hemerijck denkt dat het niet zo'n vaart zal lopen. "Nederland heeft zich nooit kunnen afsluiten voor internationale ontwikkelingen. Er zal voorlopig vertaling naar de nationale situatie nodig blijven." Hij wijst er op dat, met uitzondering van Frankrijk en Engeland, in Europa juist vergelijkbare overlegstructuren aan het ontstaan zijn.

Ook premier Kok voorspelde vanmorgen dat de SER voorlopig een prominente rol zal blijven spelen. "De kennismaatschappij van morgen vraagt om intelligente instituties."

Wapenfeiten van de SER sinds 1950

Na de Tweede Wereldoorlog ontstaan de Stichting van de Arbeid, het Centraal Planbureau en de Sociaal Economische Raad. In 1950 neemt de Tweede Kamer de Wet op de Bedrijfsorganisatie aan, waarmee de SER het levenslicht ziet. In de dan al vijf jaar bestaande Stichting van de Arbeid houden werkgevers en werknemers de loononderhandelingen. De SER gaat met dezelfde partijen plus onafhankelijke kroonleden adviezen geven over het sociaal en economisch beleid.

Tussen 1950 en 1962 komt de SER met halfjaarlijkse rapporten over de economische toestand. Tijdens de geleide loonpolitiek waren deze rapporten de belangrijkste beïnvloedingsmogelijkheid van de sociale partners. In 1954 geeft de SER een advies over een wettelijke ouderdomsverzekering. Dit leidde tot de AOW, de Algemene Ouderdomswet.

Begin jaren zestig ontbrandt binnen de SER een felle strijd over de geleide loonpolitiek. Werknemersorganisaties willen daar vanaf. In 1963 blijkt de geleide loonpolitiek niet meer houdbaar. Daarna komt de SER met tweejaarlijkse adviezen over sociaal-economisch beleid op de middellange termijn. In 1982 wordt het Akkoord van Wassenaar gesloten, dat ook wel als de geboorte van het poldermodel wordt gezien. Werkgevers en werknemers leggen zich hierin vast op loonmatiging. Loononderhandelingen worden gedecentraliseerd waardoor er veel verschillende CAO's komen. De SER-adviezen nemen daardoor in betekenis af. Begin jaren negentig zijn er wel belangrijke adviezen over de herziening van het stelsel van ziektekostenverzekeringen, de Ziektewet en WAO en de koppeling tussen minimumlonen en sociale uitkeringen.

De raad geeft in 1998 advies over het grotestedenbeleid en in 1999 over de verkeersveiligheid. Jaarlijks publiceert de SER ongeveer vijfhonderd adviezen.

NRC Webpagina's
23 FEBRUARI 2000


( a d v e r t e n t i e s )

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)