NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Opslag van afval kost 1 tot 2 miljard gulden

Door onze redacteur ARJEN SCHREUDER
ROTTERDAM, 22 FEBR. Opslag van het Nederlandse radioactieve afval in diepe ondergrondse kleilagen kost tussen 0,9 miljard en 1,9 miljard gulden. Opslag op een diepte van 500 meter zou de meest geschikte optie zijn.

Dit staat in een studie van de Commissie Opberging Radioactief Afval (CORA). Opdrachtgever CORA onderzoekt sinds vijf jaar de mogelijkheden om het afval hetzij langdurig bovengronds op te slaan hetzij ondergronds in diepe klei- of zoutformaties. Voorwaarde voor ondergrondse berging is dat het afval in geval van calamiteiten of nieuwe technische inzichten altijd 'terugneembaar' is.

De CORA komt in september dit jaar met haar definitieve advies aan het kabinet. Vorige maand liet CORA-voorzitter Hageman weten een voorkeur te hebben voor ondergrondse berging. De milieubeweging prefereert langdurige bovengrondse opslag van kernafval.

Ondergrondse berging van het Nederlandse nucleair afval is voorlopig nog lang niet aan de orde. Het Nederlandse afval zal in elk geval de komende honderd jaar worden opgeslagen in Borsele, op het terrein van de Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA). De COVRA bouwt aan een opslagruimte die vanaf 2004 geschikt is voor de opslag van hoogradioactief afval. Dat afval is afkomstig van onderzoeksreactoren in Petten en Delft, van de kerncentrale in Borsele en van de inmiddels gesloten kerncentrale in Dodewaard. Het grootste deel van het afval komt over enkele jaren uit opwerkingsfabrieken in het Engelse Sellafield en het Franse Cap La Hague. Voor definitieve opslag onder de grond heeft Nederland ruimte nodig voor ongeveer 300 containers met hoog radioactief afval en voor ten minste 55.000 containers met middel- en laag radioactief afval. Sommige delen van dit afval zijn honderdduizend jaar tot een miljoen jaar schadelijk.

Het onderzoek gaat uit van een mijn op een diepte van een halve kilometer in de zogenoemde Boomse Kleilagen, een gebied dat zich uitstrekt van Noord-België tot Midden-Nederland. Het concept-plan van de commissie voorziet in een mijn die bereikbaar is via verticale schachten en voorzien is van een aantal horizontale galerijen. In korte horizontale gaten, grenzend aan deze galerijen, kunnen containers met hoog radioactief afval worden opgeborgen, maar ook containers met laag- en middel-radioactief afval. De totale oppervlakte van een opbergfaciliteit in de Boomse Klei bedraagt 1,5 tot 2 vierkante kilometer.

De mijnbouwkundige studie van de commissie werd verricht door het Studiecentrum voor Kernenergie in het Belgische Mol, de Katholieke Universiteit Leuven en het NRG in Petten, een dochter van het Energie Centrum Nederland en de Kema.

Voor een eerder mijnontwerp van de Leuvense universiteit zijn de geschatte kosten 1,5 miljard 2,7 miljard gulden. Het nieuwe onderzoek gaat uit van een kleinere mijn, met 70 procent kortere galerijen. Bouw van galerijen vormt de grootste kostenpost. Een opbergfaciliteit in een steenzoutformatie is goedkoper en kost ongeveer 0,6 miljard gulden.

Het Studiecentrum voor Kernenergie in Mol beschikt over een ondergronds laboratorium op 225 meter diepte en doet sinds twintig jaar onderzoek ten bate van het Belgische nucleaire programma.

België zit met een vergelijkbaar probleem als Nederland, en moet een oplossing bedenken voor 6.000 containers met hoogradioactief afval.

( a d v e r t e n t i e s )