U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   O P I N I E
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Stemming: Excuses?

Site van de Japanse premier

Indisch Informatiepunt


Excuses


PREMIER KOK HEEFT een dikke streep willen trekken on der de zwarte fase in de Nederlandse-Japanse betrekkingen. Die fase was de Japanse bezetting van Nederlands- Indië tijdens de Tweede Wereldoorlog, een bezetting die velen, Nederlanders en Indonesiërs, door internering en dwangarbeid tot slachtoffer heeft gemaakt. Nu herdacht wordt dat beide landen gedurende vierhonderd jaar overwegend goede relaties hebben onderhouden, hebben de regeringen van Japan en Nederland besloten schoon schip te maken. Dat gebeurde gisteren door de Japanse premier Obuchi met het uitspreken van excuses voor datgene wat Japanners tijdens de bezetting specifiek Nederlanders hadden aangedaan. De weg is nu vrij voor een staatsbezoek deze zomer van de Japanse keizer.

Het was niet de eerste keer dat een Japanse premier een dergelijke uitspraak deed, maar volgens premier Kok was het ditmaal niet voor tweeërlei uitleg vatbaar geweest en was het de eerste keer dat Nederlanders zo specifiek werden genoemd. De regeringsleider toonde zich tevreden met een resultaat waarvoor hij, samen met minister van Buitenlandse Zaken Van Aartsen, de reis naar Tokio had ondernomen. De Tweede Kamer heeft inmiddels het oordeel van Kok tot de hare gemaakt. Politiek gesproken is de lucht nu geklaard en kan, met respect voor het verleden, worden overgegaan tot de orde van de dag.

ZO NIET VOOR vertegenwoordigers van de Indische ge meenschap. Zij laten weten niet tevreden te zijn met de omstandigheden waaronder het excuus is geformuleerd, namelijk een geschreven tekst ten behoeve van de bezoekende hoge Nederlandse delegatie. Veeleer denkt men in die kringen aan een televisieboodschap van de Japanse premier die in beginsel iedere Japanse huishouding bereikt en het publiek direct met het Japanse oorlogsverleden confronteert. Het is namelijk opgevallen dat de officieel gemaakte excuses nauwelijks tot de Japanse media zijn doorgedrongen. Op de achtergrond speelt mee dat onder voormalige geïnterneerden een financiële genoegdoening wel het minste is dat van Japan wordt verwacht.

Deze reactie leert dat de excuuscultuur zo haar grenzen heeft. Anders gezegd, de ervaringen die slachtoffers van oorlogsleed met zich meedragen gaan zo diep dat feitelijk geen genoegdoening mogelijk is. In het geval van Japan telt dan nog mee dat het instituut van de keizer een continuïteit suggereert die de herinnering voor velen des te pijnlijker maakt. Hoezeer de politiek ook het verlangen koestert het verleden af te sluiten, de getroffenen, althans velen van hen, kunnen die stap niet meemaken. Opnieuw moet dus met incidenten worden rekening gehouden als het tot een staatsbezoek komt.

DE EXCUUSCULTUUR kent nog een andere kant. Wie an deren moreel de maat neemt, moet verwachten zelf de maat te worden genomen. Door van Japan officieel, herhaaldelijk en indringend verontschuldigingen te hebben geëist, heeft de Nederlandse regering zich kwetsbaar gemaakt. Tenslotte zou het Nederlandse koloniale verleden voor de staten die uit de koloniën zijn voortgekomen gerede aanleiding kunnen zijn om voor door Nederlanders en het Nederlandse bestuur gepleegde misdaden excuses te verlangen. Dat dit tot dusver niet is gebeurd, heeft niet verhinderd dat de kwestie in Nederland zelf met een zekere regelmaat aanhangig is gemaakt.

Nederland heeft zijn Japanse excuses eindelijk in de gewenste vorm verkregen. Misschien is dit een geschikt moment om nu eens de hand in eigen boezem te steken. Niet zozeer omdat het gewenst zou zijn de excuuscultuur nieuwe impulsen te geven. Maar wel opdat in de vaak geprezen openheid van de Nederlandse samenleving de tot dusver in het halfduister gelaten facetten van de vaderlandse geschiedenis alsnog tot hun volle recht kunnen komen. De recente oprakeling van de behandeling van joden na hun terugkeer uit nazi-kampen heeft nog eens bewezen dat geschiedschrijving nooit een einde neemt. En ook geen einde mag nemen.

NRC Webpagina's
22 FEBRUARI 2000


( a d v e r t e n t i e s )

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)