U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   B U I T E N L A N D
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Site van stad Vrindavan

Vrindavan News


Bengaalse weduwen boeten voor onbekende zonden

Jonge Bengaalse weduwen trekken al sinds mensenheugenis naar Vrindavan, een heilige stad in Noord- India. Daar staat hun een eenzaam leven te wachten van bidden en bedelen, wachtend tot de dood verlossing brengt.

Door onze correspondent ROB SCHOOF

VRINDAVAN, 15 FEBR. Jugal Dasi moet vijftien jaar oud zijn geweest toen haar schoonfamilie haar uit het dorp zette. "Je brengt ongeluk en je kost te veel geld", zei een zwager nadat haar man, een paar jaar ouder, was overleden. Diens dood, veroorzaakt door een longziekte, zou de rest van haar leven op haar schouders drukken. Moederziel alleen werd Jugal in de buurt van Calcutta op de trein gezet. Een etmaal later stapte ze uit, vijftienhonderd kilometer naar het westen, in Vrindavan aan de oevers van de heilige Jamuna-rivier in de deelstaat Uttar Pradesh, sinds mensenheugenis het eindpunt van een pelgrimsroute voor hindoeïstische weduwen.

"Het enige dat ik kan doen, is bidden, bedelen en wachten op de dood, samen met een paar duizend andere vrouwen", zegt Jugal. In het nauwe steegje, vlakbij een oude tempel, klinkt het eentonige 'Hare Hare Krishna' van een kleine processie van gelovigen. Met zes andere weduwen woont ze in een hutje, zonder water, stroom of toilet, een woning die eigenlijk maar plaats biedt aan twee, hooguit drie lotgenoten. Hun dagindeling is al jaren hetzelfde: om vijf uur 's ochtends naar de ashram om temidden van de wierookgeuren urenlang te zingen tot Krishna, de god met wie Vrindavan onlosmakelijk verbonden is getuige de vierduizend tempels in de stad.

's Middags, na een paar uur bedelen onder toeristen en pelgrims, wordt het ritueel herhaald. De opbrengst is een paar rupees, een zakje rijst of kommetje dhal, linzen die ze kunnen opeten of verkopen, zodat ze hun huur kunnen betalen. Minder fortuinlijke vrouwen, in leeftijd variërend van veertien tot honderd jaar, slapen buiten, overgeleverd aan hitte, kou, regen, ongedierte of, in het geval van de jongere vrouwen, aan opdringerige mannen die hun slaapkamer voor een avond willen gebruiken in ruil voor de huur van een week.

Tienduizend weduwen telt Vrindavan. Schichtige blikken op gelaten gezichten gaan veelal schuil achter een vuile, witte hoofddoek, een teken dat ze geen man meer hebben. Ook in de 21ste eeuw staat een leven zonder man nog vaak gelijk aan een langzame, sociale dood in India. Nagenoeg alle vrouwen nemen, net als Jugal deed, de achternaam 'Dasi' aan, Hindi voor dienster of discipel van Krishna, zodat er geen misverstanden bestaan over hun lot. Sommigen zijn uit zichzelf naar Vrindavan getrokken na het overlijden van hun man. Anderen, zoals Jugal, worden er achtergelaten door hun familie. De meeste weduwen spelen geen rol van betekenis in de hindoeïstische maatschappij, tenzij ze over zoveel geld of land beschikken dat de schoonfamilie hun zonden graag door de vingers ziet. Een weduwe - India telt er volgens schattingen vijftig miljoen - heeft weinig kansen in de conservatieve delen van het land. Op hertrouwen, hoewel het allang niet meer verboden is, rust nog altijd een zwaar taboe; voor een weduwnaar geldt dat veel minder. Conservatieve Indiase mannen wijzen er wel eens op dat Indiase weduwen er in de loop van de eeuwen op vooruit zijn gegaan. Hoewel het gebruik al sinds 1829 bij wet verboden is, duiken eens in de zoveel tijd nog onbevestigde berichten op over sati - een hindoeïstisch ritueel waarbij de weduwe vrijwillig, of 'geholpen' door haar omgeving op de brandstapel van haar overleden echtgenoot stapt. Andere families dwingen hun schoondochter haar leven voort te zetten als vegetariër in de overtuiging dat het eten van vlees seksuele gevoelens aanwakkert. "Families beschouwen weduwen vaak als last omdat ze ongeluk heeft gebracht", zegt V. Mohini Giri, oud-lid van de Landelijke Commissie voor Vrouwen in India die al jaren strijdt voor een beter begrip voor de onmogelijke positie waarin vrouwen terechtkomen na de dood van hun echtgenoot.

De struisvogelhouding van de Indiase maatschappij ten opzichte van vrouwen blijkt niet alleen bij de behandeling van sommige weduwen. Het aborteren of doden van dochtertjes, omdat de maatschappij nu eenmaal zonen eist, komt volgens belangenorganisaties nog op tamelijk grote schaal voor in afgelegen regio's. Ook maken kranten met enige regelmaat melding van verbrandingen van pasgetrouwde vrouwen, omdat de schoonfamilie de dowry, de bruidschat, te laag vond. "Vrouwen", zei Vrinda Karat van de All India Women's Association ooit, "zijn alleen maar een aanhangsel van hun man."

Misschien wel daarom schikken de achtergebleven vrouwen in Vrindavan zich in hun lot. Sommigen hebben zelfs hun man nooit gezien, zoals de tachtig jaar oude Gita Devi. Zij werd uitgehuwelijkt toen ze vijf was; haar man overleed toen hij twaalf was. De meeste vrouwen in de stad van de weduwen vertellen een bijna identiek verhaal. Ze werden weduwe op jonge leeftijd, vaak als tiener, waarna zij geen andere mogelijkheid zagen de familiebanden te verbreken en steun te zoeken bij andere vrouwen. Jashoda Dasi heeft het nog getroffen. Ze is niet alleen. Ze is bijna veertig, ook afkomstig van het platteland van West-Bengalen. Ruim de helft van haar bestaan leeft ze als weduwe, met haar dochter, tussen de tempels in Vrindavan, boetend voor haar onbekende zonden. "Dit is wat we hebben overgehouden aan onze vorige levens", zegt Jashoda. "Het is ons karma." Volgens het hindoeïsme wordt het leven - net als het volgende - bepaald door het gedrag in eerdere levens. "Ons lot is onvermijdelijk. Het maakt niet zoveel uit wat wij ervan vinden - wij tellen niet mee in de maatschappij. Misschien is het volgende leven beter - of, beter nog: misschien is er geen volgend leven."

De laatste tijd worden de weduwen in toenemende mate met bedreigingen geconfronteerd. Steeds vaker worden jonge weduwen in 'dienst' genomen door hun huiseigenaren of door lokale zakenmensen die hen lastigvallen of, subtieler, gebruiken als 'bijvrouw' - soms tegen een kleine vergoeding. Een klacht indienen bij de politie heeft weinig zin, zegt activiste Kamla Ghosh van de Ramakrishna Vivekananda School, die het al jaren opneemt voor de weduwen van Vrindavan en probeert pensioenen voor de vrouwen los te peuteren bij de overheid. "Deze vrouwen hebben niets om op terug te vallen, niemand neemt het voor ze op." De communistische regering van West-Bengalen, die zich graag profileert als een vooruitstrevend regime, onderneemt volgens de vrouwen geen enkele actie om de weduwen ter plaatse op te vangen. "Ze rationaliseren deze constante exodus door te stellen dat deze vrouwen op zoek gaan naar rust en vrede in Vrindavan", zegt Kamla Ghosh. "Hoe kunnen vrouwen vreedzaam sterven als ze hun hele leven doorbrengen als paria's in armoede, zonder inkomen, achterna gezeten en opgelicht door hun huiseigenaren?"

Toch lijken ook de politici in Calcutta wakker te zijn geschud. De West- Bengaalse regering stuurde onlangs een delegatie van de staatscommissie voor vrouwen naar Vrindavan, en naar twee andere pelgrimssteden, Varanasi en Vrindavans buurstad Mathura. Bela Dutta Gupta, voorzitter van de commissie, zei vorige week dat zij een uitgebreid onderzoek wil doen naar de achtergronden van de weduwen van Vrindavan, Varanasi en Mathura. "Deze vrouwen leven onder schandalige omstandigheden", zei ze. "Achter de façade van het weduwschap schuilt een donkere wereld van exploitatie en ontberingen."

NRC Webpagina's
15 FEBRUARI 2000


( a d v e r t e n t i e s )

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)