U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S e l e c t i e


Televisie

Radio

T V   V O O R A F :
Vragen over sippe Chinezen

YVONNE KROONENBERG
Er zaten twee Chinese meiden van een jaar of dertien in de Amsterdamse metro. Ze spraken Chinees met elkaar en giechelden zoals alle dertienjarige meisjes dat over de hele wereld doen. Bij de halte Nieuwmarkt stapte het ene meisje uit. 'Doei!' zei ze. 'Doei!' riep de andere. Ze bedoelden: dag, maar dat zegt niemand meer.

Van alle allochtone groeperingen die Nederland bevolken, is de Chinese gemeenschap het onopvallendst. Ik heb vijfentwintig jaar aan de rand van het Amsterdamse Chinatown gewoond en nooit nagedacht over de herkomst van de bewoners. Voor zover ik wist stamden de Chinese Amsterdammers uit de jaren dertig, toen ze, pinda's verkopend, langs de deuren gingen.

De documentaire Oostenwind, die de IKON vanavond uitzendt, leert ons anders. De eerste Chinezen die naar Nederland kwamen waren zeelieden, die als stoker op Amsterdamse schepen werkten. Toen waren ze nog welkom, maar In de crisisjaren werden ze werkloos en overleefden ze door pinda's te verkopen. In de Tweede Wereldoorlog ging het hun iets beter dan anderen, doordat de Duitsers hen voor Japanners versleten en min of meer als bondgenoten beschouwden. De documentaire vermeldt dat feit schuchter, zonder commentaar. Waren de Chinezen zonder vooropgezet doel of antipathieke politieke opvattingen dan toch een beetje fout in de oorlogsjaren, vroeg ik mij af, maar daarop geeft de film geen antwoord. Het is helemaal een ingetogen documentaire, alsof de maakster, Karina Meeuwse, maar moeilijk aandacht durft te vragen voor de bevolkingsgroep die haar boeit. Er komen echtgenotes aan het woord, Marietje, die met een 'Sinees' getrouwd is geweest, en nog twee oude vrouwen. 'Lief' waren hun mannen en weinig veeleisend, maar er volgen geen details, geen verhalen over de eerste woorden Chinees die ze leerden, geen kleurrijke anekdotes over cultuurverschillen.

De kinderen van de oude Chinese zeelieden kijken ook tamelijk bedrukt, terwijl ze vertellen over hun vaders, die streng waren en afstandelijk, alsof deze zonen en dochters ook niet goed weten wat ze erover moeten zeggen. Dat is verbazend want de ene dochter na de andere vertelt hoe haar vader haar probeerde uit te huwelijken aan de zoon van een bevriende familie en hoe zij hun eigen chinezigheid ontdekten toen zij zelf naar China reisden. 'Méér!' dacht ik, toen ik Oostenwind zag, 'meer en dieper.' Maar er komt niet meer. Er is nog een lange passage waarin een Amsterdamse dochter en een Rotterdamse zoon samen over een menukaart gebogen zitten en met sombere gezichten vertellen hoe goedkoop het Chinese eten was in de restaurants van hun respectieve vaders. Maar waarom ze zo sip uit hun ogen kijken verklaren ze niet. Er wordt hun dan ook niets gevraagd. Misschien durfde Karina Meeuwse niet goed. Het is alsof er een oosterse sluier hangt tussen de maakster van de documentaire en haar onderwerp, tussen de kijker en de film. Hij was ook zo plotseling afgelopen. Ik had nog een slotsom willen horen of een toekomstverwachting over de plaats die moderne Chinese jongeren in de maatschappij willen innemen, maar toen was de aftiteling al voorbij.

Werelden: Oostenwind - De geschiedenis van Nederlandse Chinezen, Ned.1, 22.26-23.21u.

NRC Webpagina's
2 FEBRUARI 2000


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)