R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE
S e l e c t i e
Televisie
|
T V V O O R A F :
Gabbers op de rand van de wet
ARJEN SCHREUDER
De zanger en gitaarvirtuoos Rooie Jos, die zijn donkere kant nooit helemaal achter zich heeft gelaten maar die nu probeert een platenmaatschappij te vinden voor zijn liedjes. Jantje de Sloper, een havenarbeider wiens robuuste buitenkant een gevoelige inborst maskeert. "Ik heb een moeilijk karakter. Als je met mijn hart speelt, ben ik levensgevaarlijk", verzucht hij. Verbrande Herman die ooit twee bejaarden uit een brandend huis redde. Hij heeft jarenlang heeft geprobeerd een vuilophaalbedrijf van de grond te krijgen, maar liep vast in de bureaucratie. Wat een kerels. Ze worden in de documentaire van Roy Dames zo volkomen eerlijk neergezet, ze zijn zo helemaal zichzelf, dat het soms wel lijkt of je als kijker verzeild bent geraakt in een speelfilm waarin mensen de essentie van hun eigen leven nog eens naspelen in enkele cruciale fasen. De film behandelt in een uur tijd zes jaar, vanaf 1994. Roy Dames vertelt aan het begin van de documentaire dat hij twaalf jaar geleden, toen hij in Amsterdam-Oost kwam wonen, gefascineerd raakte door het leven dat de vriendenclub leidde. Terwijl hij baantjes bij de KLM had, zetten de heren de bloemetjes buiten. De documentaire begint als de drie een fase uit hun leven lijken te willen afsluiten die vermoedelijk niet helemaal fris is geweest. De film laat dat soort dingen in het midden. "We draaiden op volle toeren,/ coke, drank, hasj en hoeren", zingt gitaarboy Jos in een van zijn liedjes. Zoiets was het. Jos wil er het liefst niets meer mee te maken hebben en speelt nu verwoed gitaar. Jantje de Sloper is sinds hij met Hermien samenwoont ook rustiger geworden. "Ik ben blijkbaar de enige vrouw die met hem kan leven", zegt Hermien. En Herman wil op een woonboot een parenclub beginnen, met bubbelbad en donkere kamer, voor iedereen bereikbaar omdat de meisjes amateurs zijn en dus goedkoper, legt Herman uit. Maar het gaat mis natuurlijk. De platenmaatschappijen zien in de liedjes van Jos geen tophits en wijzen hem af. "Ik ben totaal niet teleurgesteld", reageert Jos. Niet kapot te krijgen. Hermien krijgt kanker en verlaat Jantje de Sloper om een 'normaal' leven te gaan leiden. Jantje huilt tranen met tuiten. De club van Herman moet dicht, en wat erger is: Herman moet na een tip van de recherche op de vlucht voor mensen die een prijs op zijn hoofd hebben gezet. Drie jaar lang zwerft hij door Nederland en België. Wat een emoties. Wat is het leven toch verschrikkelijk. Aangrijpend is de neergang van verbrande Herman. In een onvergetelijke monoloog, na de mislukking van zijn parenclub, koelt hij zijn woede op de gemeente. "Ik heb er totaal geen moeite mee om het stadhuis aan puin te rijden. Ik maak loopings in het stadhuis." Later is hij ronduit bang als hij bedenkt wat zijn achtervolgers met hem van plan zijn. Tenslotte treffen we hem uitgeblust aan, volkomen uit het veld geslagen door de eenzaamheid, die hem er zelfs toe brengt voor de camera een pieper die nooit afgaat tegen de muur kapot te gooien. Uit deze film spreekt het volle leven. Wie er naar kijkt voelt zich een minne spitsburger. Wat raar eigenlijk dat je dit zomaar in de schoot geworpen krijgt. Een niet te missen film.
NPS.doc: Vrienden voor het leven, Ned.3, 20.56-22.00u.
|
NRC Webpagina's
31 JANUARI 2000
|
Bovenkant pagina |