|
|
|
NIEUWSSELECTIE Nijenrode
|
Nieuwe president van Nijenrode verwierf grote
reputatie in Europese Commissie
Socialist Karel van Miert kan staalhard zijn
Twee Hollandse liberalen, Ben Verwaayen en Neelie Kroes, drinken najaar 1998 koffie met mekaar. Oude bekenden, sfeer van vertrouwen. Ze overdenken de head hunting voor Kroes' opvolging als president van Nijenrode. Zijn naam valt. "Een long shot", zegt Verwaayen, inmiddels vice chairman van het Amerikaanse Lucent. "Iedereen wil Karel, het grote geld ligt hem voor het grijpen." Maar zoekt hij dat? Beiden kennen Karel van Miert uit de Europese Commissie. Een sobere man, harde werker, wars van poenigheid. De laatste jaren heeft hij op mededinging furore gemaakt. Toch staat vast dat hij de Commissie in 1999 verlaat. Belgische logica: de Walen zijn aan de beurt. Kroes en Verwaayen zien najaar 1998 meer puzzelstukjes die mogelijk passen. Ze weten, zegt Verwaayen, dat zijn sociaal-democratische hart opengaat als hij over onderwijs en wetenschap spreekt. Zuivere wetenschap, gelijke kansen, een goede opleiding die jong talent stimuleert: het kan hem, mede gezien het eigen verleden, ouderwets engageren. "Iedereen denkt bij hem aan grote economische belangen en zware politieke dossiers. Maar dat is lang zijn hele leven niet." Als Karel van Miert op 17-jarige leeftijd niet langdurig door een blinde darm-ontsteking was getroffen, zou hij een anonieme werkman in de Belgische Kempen zijn gebleven. Op zijn veertiende verlaat hij, de oudste van negen kinderen, zijn school. Een leven buiten geboorteplaats Oud-Turnhout trekt hem niet. Geen van zijn broers en zusters zal ooit vertrekken. Ze worden elektricien, timmerman of huisvrouw, ze blijven in het Kempense gebied van hun geboorte, pal bezuiden Nederland. In zijn jonge jaren draait het leven om zestien koeien en negen kippen, om de moestuin van zijn moeder en de gewassenteelt op de tien hectare dorre grond van zijn vader. "Het melken 's ochtends vroeg en 's avonds, de kou, het harde labeur op het land: dat deed mijn bloed sneller stromen." De jongen heeft twee passies. Hij bekwaamt zich in sierteelt. Nog steeds is hij er gek van: 's avonds en in het weekeinde is Van Miert in overall en op klompen te vinden op het stuk bosgrond dat hij nabij Brussel bezit. Ook bedrijft hij als jochie de atletiek. Karel is veldloper, in zijn dromen wordt hij marathon-kampioen. Maar de blinde darm is spelbreker. En vader waarschuwt: het boerenbedrijf is een beroerde nering. " 'Ik kan je niets garanderen', zei hij." Terug naar school gaat hij, waar Karel twee, soms drie jaar ouder is dan zijn medeleerlingen. Hij wordt uitblinker. Aan de Universiteit van Gent, waar hij in 1966 Europese studies afrondt, verkiest hij het socialisme: het Europese socialisme. Zijn eerste bewuste levenservaring - hij is van 1942 - is zijn huilende moeder, als Duitsers de fietsen en het vee van het gezin stelen. "Zo schrijnend." In Van Mierts eerste baan, eind jaren zestig, doceert hij Europese studies aan de universiteit van Brussel. Begin jaren zeventig werkt hij voor enkele Europees Commissarissen, onder wie Sicco Mansholt - maar dan is zijn leven al verpolitiekt. De Kempen zijn katholiek, nagenoeg de ganse bevolking stemt op de christen-democraten. Er heerst socialistenhaat. Pastoors en leraren honen Van Mierts familieleden zodra hij via de SP-jongeren bekend wordt. Broer Rik moet zijn kinderen van de katholieke school halen. En het vertrouwen van zijn familie in de politiek is klein. "Een gangsterbende", zegt Rik in 1987 in Humo. En zijn moeder: "Karel staat nu aan de top - en hij kan niks veranderen." Van Miert is in 1987 al tien jaar SP-voorzitter. Willy Claes, later secretaris-generaal van de Navo, heeft hem in de vroege jaren zeventig geprotegeerd, nadat Van Miert zich nadrukkelijk opdringt. SP'er en vriend Freddy Willockx werkt in 1973 voor Claes en ziet dat Van Miert 'buitengewoon ambitieus' is. " Dan riep Claes: 'Wel verdomme, is die Van Miert daar nu wéér?'." Claes wordt "leermeester" van Van Miert. Tussen 1975 en 1989 voeren ze in feite samen de SP aan. Claes kiest hem als politiek secretaris wanneer hij in 1975 SP-voorzitter wordt. "Dat liep niet van een leien dakje", zegt Claes. " In de partij - Van Miert was 33 - zeiden ze: wat komt die snotaap hier doen?" Willockx, die er bovenop zit, weet waarom Claes Van Miert wil. De Kempen-zoon is gouvernementeel en gematigd. "De meesten van mijn generatie, ik ook, waren linkser." Als Claes in 1977 zitting neemt in de regering, wijst hij Van Miert aan als nieuwe voorzitter. In de tuin van zijn huis in Hasselt deelt Claes het nieuws mee: "Karel wist niet hoe te kijken." Van Miert eert zijn politieke vader nu nog. "Ik heb zeer veel aan Willy Claes te danken." De jonge voorzitter is beminnelijk, snel, slim, sober - en erg wijs. Soms zeggen ze: die was al 20 jaar toen hij geboren werd. De macht van televisie moet nog tot hem doordringen, hij heeft één pak en maskeert zijn vroeg kalende kruin met een te brede scheiding. En hij is te eerlijk. In 1977, Van Miert is net voorzitter, attaqueert Jacques Brel in Les Flamingants de Vlaamse kleingeestigheid. Willockx: "Karel verdedigde de artiest Brel, tegen de Vlaamse woede in."
Nadien stijgt zijn populariteit, op den duur is hij geliefder dan zijn partij. Binnenskamers irriteert zijn koppigheid. "Als Karel iets in zijn hoofd heeft, kan men hem met geen drie bulldozers ondermijnen", zegt Claes. Het karakterbederf van de politiek drukt op hem. " Je krijgt als voorzitter alle persoonlijke dingetjes van politici op je bord: niet aantrekkelijk", zegt hij zelf. Van Miert, zegt Paul Goossens, oud- hoofdredacteur van De Morgen, "is niet cynisch genoeg. Hij kan niets weglachen, nooit de schouders ophalen." Hij wordt geregeld verraden, sterker, het verraad wordt een rode draad in zijn politieke bestaan - en dezelfde Paul Goossens is een van de judassen. De socialistische Volksgazet is ten onder gegaan, Van Miert weet door zijn afkomst wat de invloed van de anti-socialistische Vlaamse pers is, en als SP-voorzitter verleidt hij bevriende ziekenfonsen en bonden te investeren in een nieuwe krant: De Morgen. Van Miert werft Paul Goossens als hoofdredacteur. Acht jaar rust de krant op een wankele financiële basis, al die tijd verdedigt Van Miert de onafhankelijke redactie bij de geldschieters, ten slotte stopt hij er zelfs eigen geld in - en dan kapseist hij: de SP moet, om financieel niet te gronde te gaan, de steun aan De Morgen staken. Paul Goossens, zegt van Miert, weet exact hoeveel onverantwoorde risico's hij heeft genomen. Nochtans opent hij de krant 's anderendaags met een directe aanval op Van Miert: DE MOORD. "Die avond", zegt de Vlaamse journalist Hugo Camps, "heb ik Karel voor het eerst cognac zien drinken: bibberend van woede." Van Miert vergeet niet, bij zulke gelegenheden zet hij in zijn hoofd een kruisje achter een naam: mensen vallen af. Zo doet hij dat bij premier Leon Tindemans (CVP), die hem en de voorzitter van de Volksunie, zijn vriend Hugo Schiltz, in 1978 beduvelt als hij riskante akkoorden met de Walen over staatshervoming ondermijnt door het kabinet op te blazen. "Karel heeft het met Tindemans nooit meer goedgemaakt", zegt Schiltz. "Hij kan staalhard zijn, hoor." Ook André Cools, de Waalse baas van de socialisten die hem klein houdt als het Belgische socialisme uiteenvalt in een Vlaamse en Waalse partij, serveert hij af. "Cools kon grootmoedig egt Van Miert. "Maar in feite was hij stalinist." Als Cools in 1991 wordt geliquideerd is dat de voorbode voor de grootste nachtmerrie uit zijn loopbaan. Het onderzoek brengt justitie op het spoor van de Agusta-affaire, de betaling van grote sommen lires aan de SP in ruil voor de aanschaffing eind 1988 van legerhelikopters. Een kwade reuk heeft de transactie altijd gehad. Schiltz van de VU zit als minister van Begroting in het kabinet dat de aanschaf doet en "ruikt onraad omwille van vele kleine feiten". Maar het zal tot medio jaren negentig duren voordat het verderf in volle omvang bekend wordt. Van Miert is dan allang naar de Europese Commissie, waar hij januari 1989 onder voorzitter Jacques Delors aantreedt. Die houdt de boot in eerste instantie af. Van Miert tutoyeert Delors. "Dat doet men bij Delors pas als men zeer hecht met hem is", zegt toenmalig Commissielid Frans Andriessen. " Ik heb de heer Delors nooit getutoyeerd." Zijn portefeuille, Transport, zit vol taaie Europese kost. Liberalisering van luchtvaart en spoor, de eeuwige blokkades in het wegvervoer. Maar door zijn verleden kent hij de Europese bureaucratie verdraaid goed, hij bereikt van alles, durft zich ook op het stoepje van andere Commissarissen te begeven en is geëngageerd federalist: als Delors in 1993 een vice-voorzitter zoekt valt de keus op Van Miert. Datzelfde jaar krijgt hij ook Mededinging, en dan gaat het crescendo in de Commissie. Als hoeder van faire concurrentie is hij beginselvast en wars van pressie van multinationals of staatsleiders, of ze Microsoft, Clinton of Kohl heten. "Hij steeg ver boven de Belgische politiek uit", zegt Dirk Achten van De Standaard. Het Europees parlement en de internationale pers zijn lovend. De Financial Times noemt hem Mr. Clean. Tegelijk komt, hoe tegenstrijdig, de stank van Agusta bij hem thuis binnen. Zijn SP-verleden en privéleven zijn met de zaak verknoopt. Het gat dat De Morgen in de SP-kas achterlaat verhoogt de aantrekkingskracht van de Agusta-lires. Uiterst wrang voor Van Miert, die uitschreeuwt van niets te weten, is het dat het defensiegeld betreft. "Dat raakte hem recht in het hart", zegt zijn vriend Schiltz. Met Louis Tobback heeft Van Miert de partij, na een keihard gevecht met Atlanticus Claes, begin jaren tachtig een opgang bezorgd door de vredesbeweging te binden.
Het is Shakespeariaans drama. Zijn leermeester Claes moet aftreden als Navo-baas. Nadien wordt Claes, die ontkent, door de rechter veroordeeld. En Van Mierts vriendschap met Louis Tobback komt door talloze verwikkelingen in de affaire "onder een zware hypotheek te staan", beaamt Willockx. Op het hoogtepunt van zijn loopbaan wordt een deel van zijn leven weggesneden: zo voelt het. Het klapstuk is wanneer de cameraploegen massaal paraat zijn als justitie zijn huis uitkamt. Zijn levenspartner Clara Galle is partijbureaucraat ten tijde van de Agusta-transactie, justitie zoekt ook in huize Van Miert naar feiten over het gemene Agusta-spel. Van Miert reageert gebeten: ze zullen niets vinden (wat later het geval blijkt). Toch hapert zijn tong. Het lukt hem niet te uiten hoezeer zijn vrienden uit de SP-top hem ontgoocheld hebben. "Die pijn houdt hij privaat", zegt Schiltz. Volgens diverse vrienden zet hij die dagen een groot kruis: in de SP zal Karel van Miert geen energie meer steken. Nooit meer. Zelf zegt hij: "Het heeft mij ontzettend ver van de partij verwijderd." Als Neelie Kroes en Ben Verwaayen najaar 1998, nog altijd boven de koffie, de mogelijke catch van Van Miert doornemen, wordt de verwijdering van zijn politieke vrienden eerder als pre gezien. En: het is zo peroonlijk, zo Belgisch. Zijn internationale status is er niet door aangetast, vooral Verwaayen weet door zijn baan in de VS hoe groot Van Miert is geworden. "Vijf jaar geleden bestond de EU hier niet, door Karel is ze een begrip geworden." Verwaayen doet Kroes een toezegging. Van Miert moet nee kunnen zeggen, dus zal hij een ommetje langs Brussel maken: wil Karel een gesprek met Neelie over Nijenrode overwegen? "Hij had weinig tijd nodig om ja te zeggen: een seconde of één." Curriculum vitae
|
NRC Webpagina's
24 JANUARI 2000
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |