|
|
|
NIEUWSSELECTIE Profiel Bommel
|
Heruitgave van strip van Phiny Dick
Het wortelmannetje Olle Kapoen is terug
Door PAUL STEENHUIS
Al voor de oorlog begon Phiny Dick (1912-1990) onder haar eigen naam verhalen te schrijven, samen met haar echtgenoot Marten Toonder, de schepper van Tom Poes. Die eerste boeken gingen over Miezelientje, een wollig zusje van Tom Poes. Toonder herinnert zich in het eerste deel van zijn memoires (Vroeger was de aarde plat) hoe dat ging: "Toen ik thuis kwam, liet Phiny me een beetje verlegen een schoolschrift zien. 'Ik had ineens zin iets te gaan schrijven,' zei ze. [...] Het was het begin van een verhaal over een poes die Miezelientje heette, en dat verbaasde me niets. Ze was dol op katten. [...] De sfeer van het verhaal waar ze aan begonnen was, hadden we al ontwikkeld in het Baarnse bos, als we in het maanlicht tussen de bomen liepen of op een omgevallen stam bij het meertje zaten. Meestal waren dat bespiegelingen over aardgeesten en eigenaardige wezens, maar daar had ze nu niet zo'n zin in. 'Daar heb jij meer verstand van dan ik,' zei ze." Na de oorlog stopt Dick met Miezelientje, en waagt ze zich al schrijvend en wel aan de wereld van aardmannetjes en bosgeesten in de sfeer van het Baarnse Bos. De vraag naar strips van eigen bodem neemt toe na de bevrijding, mede door het succes van Tom Poes in de Telegraaf tijdens de eerste oorlogsjaren. Dick ontwikkelt Olle Kapoen, als 'wortelmannetje' een variant van de kaboutersoort aardmannetje. Hij woont met zijn collega-aardmannetje, de slome Puk Toffel, in het Wemeldingse Bos, samen met ondermeer het varkentje Verk, de wijze vogel Uil en de wilde konijnenfamilie waarvan Pluis de jongste is. Zwiep de Vos is, zoals Uil het uitdrukt een 'ongunstig element' in het bos. Net als de uil Oeroeboeroe in Jean Dulieu's strip Paulus de Boskabouter is Uil in de Kapoen-verhalen een wijze vogel, maar minder verstrooid en strenger dan zijn collega-uil. Voortdurend vliegt Uil door het bos, op zoek naar 'ongunstige elementen', zoals in het verhaal Olle Kapoen en Koning Zwiep de Eerste (Alg. Handelsblad aug-sept 1954): "'Onderwijl was Uil op weg naar zijn huis, toen hij, diep onder zich, ineens een kleine, donkere stip zag, die zich haastig door het bos bewoog. 'Wat is dat nu weer,' mompelde Uil, en hij daalde zover, tot hij de stip wat beter kon zien. 'Alweer zo'n ongunstig, zwervend element!' dacht hij bezorgd, toen hij het oude vrouwtje ontdekte. 'Dat moet wel die Zanik-heks zijn! Wat heeft dat nu weer te betekenen?"' Dat Kapoen zowel Zier Zanik de heks als Zwiep de vos uiteindelijk in padden weet te veranderen, die in het Pruttelmoeras bij de Kale Rotsen worden geworpen, zal niemand verbazen. Ook verraden de namen dat Toonder zelf, met zijn beginnende studio, meeschreef aan de avonturen van Olle Kapoen. In dezelfde naoorlogse jaren waarin Phiny Dick met Olle Kapoen bij het Algemeen Handelsblad begon, onderhandelde haar echtgenoot met zowel de Volkskrant en de Nieuwe Rotterdamse Courant over zijn successtrip Tom Poes, die tot 1998 in de gefuseerde krant NRC Handelsblad zou lopen. De Olle-Kapoenverhalen verschijnen in twaalf delen met harde kaften. De vooroorlogse spelling in de teksten is aangepast. Om een goede indruk van de kwaliteit van de verhalen te geven, is als eerste boek deel 11 uit de reeks verschenen, daarna zal de rest chronolgisch vanaf deel 1 volgen.
Heruitgave Olle Kapoen uit Algemeen Handelsblad, 6 verhalen per deel, 144 pag. Uitg. Boumaar, Braamkamp 199, 7206 HJ Zutphen, tel/fax 0575-528325. Prijs tot 1-4-2000 per deel f69,50, 12 delen f695. ISBN deel 11: 90-7386-20-4
|
NRC Webpagina's
12 JANUARI 2000
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |