U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   B U I T E N L A N D
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Dossier Kinderporno

Verdachte in zaak Dutroux wel, niet, wel vrijgelaten


Michel Nihoul, medeverdachte in de zaak tegen Marc Dutroux, is opnieuw in vrijheid gesteld. Het gesol met Nihoul laat zien dat de Belgische autoriteiten met de zaak in hun maag zitten.

Door onze correspondent BEN VAN DER VELDEN

BRUSSEL, 12 JAN. De Belgische justitie heeft nog altijd geen duidelijk antwoord gevonden op de volkswoede die in 1996 ontstond na de ontdekking van kindermoordenaar Marc Dutroux. Daardoor kon het gebeuren dat Michel Nihoul, verdacht van samenwerking met Dutroux, gisteren voor de tweede keer in korte tijd op vrije voeten is gekomen. Een commissie voor voorwaardelijke invrijheidstelling heeft geoordeeld dat minister van Justitie Marc Verwilghen Nihoul, na een eerdere vrijlating, op 24 december ten onrechte heeft laten arresteren.

Politici en justitie werden er in de zaak-Dutroux van beschuldigd misdadigers ten onrechte op vrije voeten te hebben gelaten. De benoeming van voormalig minister van Justitie Melchior Wathelet tot lid van het Europees Hof van Justitie kwam zelfs even in gevaar, omdat hij ooit zijn toestemming voor een voorwaardelijke invrijheidstelling van Dutroux had gegeven.

Mede onder druk van de huidige minister van Justitie Verwilghen, die als voorzitter van de parlementaire onderzoekscommissie Dutroux zware kritiek had uitgeoefend op het functioneren van politie en justitie, kwam er een nieuwe wet. Die haalde de bevoegdheid voor voorwaardelijke invrijheidstelling weg bij de minister van Justitie. Een speciale commissie zou hierover moeten oordelen. Maar minister Verwilghen heeft bij Nihoul toch geprobeerd zich zelf met de zaak te bemoeien.

Toen Nihoul op 16 december vrij kwam, zei Verwilghen dat vrijlating van iemand die beschuldigd wordt betrokken te zijn bij een zaak zo gevoelig als die van Dutroux "normaal niet eens zou worden overwogen". Nihoul, een Brusselse zakenman en oplichter die in 1996 door de Belgische pers al bijna was veroordeeld wegens medeplichtigheid bij de ontvoeringen van Dutroux, ondervindt van deze houding al enkele jaren de gevolgen.

Betrokkenheid bij de affaire Dutroux was in 1996 de reden van zijn arrestatie. Maar in januari 1997 oordeelde het Hof van Beroep in Luik al dat er onvoldoende bewijs tegen hem was om het voorarrest aan te houden. Nihoul bleef in de gevangenis in verband met een oplichtingszaak. Toen hij vorig jaar driekwart van die straf had uitgezeten, werd hij niet als gebruikelijk voorwaardelijk vrijgelaten. Kennelijk aarzelde justitie over zijn vrijlating.

Toen hij op 16 december uiteindelijk vrijkwam, gaf minister Verwilghen al snel daarna opdracht om hem toch weer te arresteren. Die opdracht voerde het Brusselse parket na enige aarzeling uit. Sommige juristen vonden dat Verwilghen buiten zijn boekje ging. Hij zou wel aanwijzingen mogen geven om iemand strafrechtelijk te vervolgen, maar niet om een einde te maken aan een voorwaardelijke invrijheidstelling.

Verwilghens argument voor Nihouls arrestatie was dat deze had geweigerd om het verplichte bezoek aan een sociaal werkster af te leggen. Hij had verklaard ziek te zijn, maar de sociaal werkster had het doktersattest als een vervalsing beschouwd. De indruk bestond dat de minister het verhaal over het bezoek aan de sociaal werkster slechts gebruikte als een stok om de hond te slaan.

Verwilghen is nu gecorrigeerd door de commissie voor voorlopige invrijheidstelling. Maar Nihouls vrijheid zal een probleem voor blijven zolang Dutroux en zijn mogelijke handlangers niet voor de rechter zijn geweest. Een datum voor die rechtzaak is nog altijd niet vastgesteld.

NRC Webpagina's
12 JANUARI 2000


( a d v e r t e n t i e s )

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)