U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Sterfhuis Hilversum


De Tweede Kamer beslist deze maand over de toekomst van de publieke omroep. 'Netmanagers' regeren de zenders, programmamakers vrezen dat kijkcijfers belangrijker worden dan kwaliteit. 'De publieke omroep wordt middle of the road.'

Japke-D. Bouma Mariël Croon

De VPRO heeft zich de afgelopen weken rotgezocht naar een dramaserie van 52 afleveringen, die vijftig minuten per aflevering duurt, die vanaf september wekelijks op zondag om 19 uur kan worden uitgezonden en die een marktaandeel kan halen van vijf procent. En dan moest het ook nog familiedrama zijn. Maar zulke familieseries bestaan niet in het genre van de NPS of VPRO, ze hebben meestal een hoog TROS-gehalte. Nu worstelt de VPRO met de vraag of ze dan maar programma's van tweede garnituur zal kopen.

Liever zou de omroep zélf vaststellen welke programma's hij uitzendt, maar dat kan niet meer. In september vorig jaar hebben de directies van de omroepen met elkaar afgesproken dat er een nieuwe indeling komt van de drie publieke netten. Om de concurrentie met de commerciële omroepen beter aan te kunnen, moet er efficiënter en consequenter worden geprogrammeerd. Zenders mogen niet meer overlappen en moeten zich duidelijker profileren.

In de toekomst telt niet het profiel van de omroep, maar dat van het eerste, tweede of derde net. Het 'avondje AVRO' en de VARA-zaterdagavond zullen zoetjesaan opgaan in het gezicht van de zender. De 'VPRO-lijkt- nergens-op-zondag' is nu al verdwenen. Waren er vroeger zondagavond op Nederland 3 alleen maar VPRO-programma's te zien, sinds afgelopen september worden daar NPS-programma's tussendoor geplaatst. Want, zo vindt de overheid, het stelsel van verschillende omroepverenigingen, elk met hun eigen uitzendconcessie, is niet meer van deze tijd. Dat moet plaatsmaken voor één sterke, nationale publieke omroep die centraal wordt bestuurd. Er moet samengewerkt in het Hilversumse. De VARA overweegt inmiddels uit het publieke bestel te stappen.

Die ontwikkeling, die al onder staatssecretaris Nuis is ingezet, krijgt deze maand zijn beslag met de nieuwe concessiewet, waarover de voltallige Tweede Kamer op 18 januari debatteert. Alleen de overkoepelende NOS is onder de nieuwe wet nog zendgemachtigde. De omroepen mogen wel hun thuisnet behouden, maar een derde van hun minimumzendtijd kan door de netmanager - in dienst van de NOS - over andere zenders verspreid worden. De voorgekookte programmaschema's zijn daar het eerste uitvloeisel van.

De omroepen mogen wel voorstellen doen voor programma's en hun plaats, maar als die te veel van de lijstjes van de netmanager afwijken, schuift hij die terzijde en kiest een ander programma. Dat gebeurde al met de comedyserie Twitch City, over een televisieverslaafde die nooit zijn huis verlaat. De VPRO had de serie graag vanaf maart 2000 willen uitzenden, maar netmanager van Nederland 3 Tom Kamlag heeft hem afgewezen. De serie zou niet populair genoeg zijn. De VPRO is bang dat dat lot meer voorstellen zal treffen. En dat de VPRO-programma's óf naar de nacht worden verbannen, óf helemaal niet meer te zien zullen zijn.

De programmamakers van de omroepen lijken zich nu pas te realiseren wat hun directies op 17 september jongstleden hebben afgesproken. En wat de gevolgen zijn van de nieuwe zenderprofilering waaraan zij zich eerder committeerden.

Marktaandeel

De meeste pijn geeft momenteel de afspraak dat met de drie publieke zenders gezamenlijk veertig procent marktaandeel moet worden gehaald. Nederland 1 heeft zich bereid verklaard dertien procent te halen, Nederland 2 zeventien procent en Nederland 3 tien. De omroepen zijn met die belofte akkoord gegaan, om hun eensgezindheid en goede wil te tonen, maar inmiddels rijzen de bezwaren. Over 1999 haalde de publieke omroep in zijn geheel 37,5 procent, maar sinds de komst van het commerciële Net5 in maart 1999 zijn daar nog eens twee procentjes vanaf gesnoept. Daarmee staan de marktaandelen nog meer onder druk.

Televisiehoofdredacteur Hans Maarten van den Brink van de VPRO had zeven procent gewild, maar heeft zich morrend neergelegd bij de tien procent. Directeur Peter Schrurs vond het geen probleem. VPRO-voorzitter en - onderhandelaar Sybren Piersma had het akkoord nu niet meer getekend als hij had geweten dat die tien procent geen richtlijn, maar een harde afspraak zou worden. "Wij maken ons nu al ernstige zorgen", zegt Van den Brink. "Als wij die tien moeten halen, komen kunst, cultuur, informatie en experimentele programma's onder druk te staan." Dit zijn nu juist de dingen die de publieke omroep maken tot wat hij is, zegt hij. Het spelletje Lingo gaat misschien verdwijnen van Nederland 3. En als de publieke omroep de slag om de voetbalrechten verliezen, wordt het volgens Van den Brink vrijwel onmogelijk de tien procent nog te halen. "We zullen dan moeten middelen." Datzelfde geldt volgens hem ook voor de andere twee zenders. "De publieke omroep als geheel wordt middle of the road."

Fruitmand

Lijnrecht tegenover hem staat VARA-directeur Vera Keur. Zij vindt zelfs het compromis van de tien procent nog veel te laag en wil meer. Ze is bang dat Nederland 3 anders verwordt tot een cultureel getto, met prachtige, hoogdravende programma's waar geen hond naar kijkt. Zo'n net past de VARA niet, want de omroep heeft een missie: een groot publiek aanzetten tot nadenken. De strategie is 'de fruitmand': de kijker krijgt een keur aan verschillende programma's aangeboden. De VARA-zaterdagavond biedt Lingo als publiekstrekker, Kassa als goed bekeken consumentenprogramma, een comedy voor de verstrooiing en het Lagerhuis voor diepgang en debat. Dankzij de publiekstrekkers worden de zwaardere programma's beter bekeken, is de gedachte. Al vijfenzeventig jaar aanvaardt de kijker de fruitmand in zijn geheel, zegt Paul Witteman, zelfs na de komst van de afstandsbediening.

Maar door de netprofilering is het afgelopen met de fruitmand. Onder de nieuwe profielen wordt Nederland 2 het brede publieksnet met de TROS, BNN, NOS en een stukje EO. Deze zender brengt sport, evenementen, amusement en licht verteerbare informatie en cultuur voor het massapubliek. Nederland 1, het thuisnet van KRO, NCRV en AVRO, moet 'mensgerichte' programma's bieden voor de behoudender, confessionele kijker: levensbeschouwelijke magazines van de EO, medische programma's, dramaseries en infotainment. En Nederland 3 wordt het 'maatschappijgerichte', grensverkennende, culturele en progressieve net voor satire, kunst, wetenschap en slim amusement - het thuisnet van VARA, VPRO en NPS. VARA-publiekstrekkers als Lingo, Kassa en de comedy Ben zo terug moeten waarschijnlijk verkassen van het derde naar het tweede net. En de reality-tv van de EO, zoals Ingang Oost, mag blijven op TV2, terwijl de getuigende programma's naar Nederland 1 verhuizen. "Eerst haalt men in dit systeem je portemonnee leeg", zegt EO-voorzitter Arie van der Veer, "en dan moeten de programma's die overblijven op Nederland 1 wel hoge marktaandelen halen." Net als de NCRV ziet hij zijn godsdienstige programma's op het eerste net naar de randen van de nacht verdwijnen. Daarmee worden de programma's die het bestel bij uitstek zijn pluriforme karakter geven, onttrokken aan het zicht van de massa. Toch is Van der Veer niet helemaal ongelukkig met de zenderoverschrijding: "Als ik in het Ajax-, het Feyenoord en het PSV-stadion mijn boodschap kan uitdragen, zal ik het niet laten."

Dat de fruitmand nu wordt bedreigd, was voor de VARA juist aanleiding om te onderzoeken of ze een commerciële omroep kan vormen. Ze maakt zich grote zorgen over 'de ontwikkeling van ons huidige pluriforme publieke bestel naar een nationale omroepUnusable KERN.AMOUNT /staatsomroep', schrijft ze in een brief aan de medewerkers van VARA- radio. En vreest dat over een jaar of vijf de omroepen zijn verworden tot 'productiehuizen' die 'op bestelling van een door de overheid benoemde raad van bestuur programma's leveren'. "Een sterfhuis", noemt VARA-programmamaker Marcel van Dam het publieke bestel: "De omroepen verdwijnen."

Nu netmanager Tom Kamlag van Nederland 3 de omroepen op Nederland 3 aan de afspraak houdt van tien procent, begint het bij de omroepen flink te knellen. Voor programma's als Lopende Zaken (VPRO) en Zembla (VARA/NPS) is maar één plaats ingeruimd in het schema voor het komende seizoen. Dus delft één van de twee het onderspit. De vrees dat er programma's moeten verdwijnen lijkt niet ongegrond. Ook Kamlag houdt er rekening mee "dat zich de situatie voor zal doen dat er geen ruimte is voor een bepaald programma". Hij ziet het bovendien als de verantwoordelijkheid van de omroepen om hun programma's aan te passen aan de voorgekookte programmaschema's.

Onafhankelijkheid

Het marktdenken tast de journalistieke onafhankelijkheid aan, is de grief van de programmamakers. En de artistieke integriteit, waardoor het experiment geen kans meer krijgt omdat programma's meteen moeten scoren. Eindredacteur Kor Al (VARA) van Zembla (VARA/NPS) vraagt zich af of hij nu ineens "andersoortige onderwerpen moet gaan aanpakken, die meer voetje-van-de-vloer zijn". Paul Witteman gelooft niet in het aanpassen van programma's. "Bij Waskracht! hoeven ze geen knappe presentatrice in te huren en de documentaires van Wim Kayzer hoeven niet korter."

"Je kan er ook anders naar kijken", zegt Cees Vis, directeur van de STER. Volgens hem krijgen Nederlanders voor hun omroepbijdrage - 194 gulden per jaar en in totaal een miljard voor de publieke omroep - het liefst sport. "Dan kun je ook zeggen: gooi al die elitaire programma's maar achter de decoder, dan kunnen de elitairen daar naar kijken. Die hebben geld genoeg om dat te betalen."

Het is onvermijdelijk dat er meer naar vraag dan naar aanbod geprogrammeerd gaat worden, zegt de NOS. "Programmamakers kunnen niet alleen maar meer maken wat ze zelf mooi vinden. Om de commerciëlen te kunnen pareren, moet je gecoördineerder programmeren." Dat gaat onvermijdelijk ten koste van de autonomie.

De netmanagers verweren zich. "Ik ga niet over de inhoud", zegt netmanager van Nederland 1 Joop Daalmeijer. "Als ik opmerkingen plaats, bijvoorbeeld over presentatoren, is het omdat ik denk dat ze niet aansluiten bij de doelgroep."

Zijn collega van het derde net, Tom Kamlag, geeft aarzelend toe dat hij "ten dele selecteert op inhoud". Toch bestrijdt hij het beeld van de almachtige netmanager. Juist het overleg in de netredactie, waarin ook de omroepen zitting hebben, is cruciaal, benadrukt Kamlag. En als de netredactie het niet eens wordt? "Dan adviseer ik aan de raad van bestuur - díe beslist." De omroepen hebben dan het nakijken.

Hans van Beers van de raad van bestuur van de NOS denkt dat het allemaal zo'n vaart niet loopt met de bedilzucht van de netmanager. "Het kan natuurlijk niet zo zijn dat alles wat het zout in de pap van de publieke omroep is, moet verdwijnen als een programma zijn marktaandeel niet haalt. Ik ga daarvoor geen garantiebewijzen afgeven, maar daar is hier echt niemand op uit. Integendeel."

De taal van het net

Op Nederland 1 en 2 kiezen ze niettemin eieren voor hun geld, en doet men zijn uiterste best de marktaandelen te halen. Dat merkt zelfs producent ID&DTV. Door de netprofilering maken ze er gekke dingen mee, zegt programmadirecteur Frank de Jonge. "Omroepen van Nederland 1 en 2 die ons als buitenproducent vragen om programma's te ontwikkelen voor Nederland 3, omdat wij de taal van dat net spreken. Dat is de wereld op z'n kop. Nog even en de VARA maakt iets dat de AVRO moet gaan uitzenden."

Op Nederland 1 wordt al terdege rekening gehouden met de wensen van manager Joop Daalmeijer. Daalmeijer staat bekend als degene die het meest let op de kijkcijfers. "Wij analyseren onze doelgroepen, en proberen die te bereiken", legt Daalmeijer uit. "Voor wie maak je een programma? Daar probeer ik programmamakers bewust van te maken."

Daalmeijer wil herkenbare ankers, programma's die elke dag op hetzelfde tijdstip uitgezonden worden. En ankers krijgt hij. Deze week kochten de AVRO en KRO 940 afleveringen van Get the Picture. Het is voor het eerst dat een publieke omroep zoveel afleveringen van een programma bestelt. De belangrijkste reden is het 'doorkijkeffect': het NOS- Journaal profiteert van het spelletje. Ook Netwerk is een belangrijk anker op Nederland 1. Programmaleider Gerard Baars van de TROS haalde de Postcodeloterijshow van RTL4 naar Nederland 2. Vooral omdat het programma goed bekeken wordt, maar ook omdat het volgens ingewijden door de sponsor geheel gratis aangeleverd wordt. Ook keerde na een stop van vier jaar, de succesvolle trouwshow Love Letters weer terug op het scherm. "Het liefst maken we natuurlijk andersoortige programma's dan ze bij de commerciëlen brengen", zegt Baars van de TROS. "Maar nieuwe succesnummers vallen niet als rijpe appelen van de boom. We zullen trouwens wel moeten, anders vraagt Den Haag zich op een gegeven moment ook af: moet daar nog wel zoveel geld heen?"

Onlangs werden de omroepbijdragen bij wet afgeschaft. Hilversum krijgt haar geld rechtstreeks uit de begroting van OCW. Nu kan elk kamerlid aan de minister vragen 'of het programma van gisteravond wel een juiste besteding van de overheidsgelden was'. Daarmee is de staatsomroep feitelijk gevestigd. Ook de benoeming van de leden van de raad van bestuur - Gerrit Jan Wolffensperger (D66) en Hans van Beers (PvdA) - door de minister laat zien dat de politiek stevig aan de teugels van de omroep trekt. Marcel van Dam hoopt dat de VARA uit het bestel zal stappen.Tot die tijd wordt er achter de schermen flink gelobbied. Een aantal kroonleden uit de raad van toezicht van de NOS, waaronder oud- Tweede-Kamerlid van de PvdA Wim Meijer, schreef een open brief. "We hebben staatssecretaris Van der Ploeg verzocht om tot het uiterste te gaan om de VARA binnen het bestel te houden", zegt hij.

Voor Janny Langbroek, hoofd aankoop van de VPRO, hoeft het allemaal niet meer zo. "Ik hoop dat de VARA uit het publieke bestel stapt. Dan kunnen wij met de NPS een fantastisch derde net maken, waar de EO ook haar natuurseries kan uitzenden en de AVRO haar Close up. Als de VARA nu door haar gedram haar zin krijgt en toch een publieke omroep blijft, krijgt ze een nog grotere vinger in de pap. Dan hebben we nog meer moeite om onze programma's uitgezonden te krijgen."

Wat denkt de politiek?

Marjet van Zuylen, mediawoordvoerder PvdA-fractie in de Tweede Kamer:"De publieke omroep moet onderscheidende programma's maken en een breed publiek bereiken. Uiteraard moet er ook ruimte zijn voor programma's die voor een smal publiek zijn bedoeld. Júist bij de publieke omroep. Als de VPRO vindt dat daar nu onvoldoende mogelijkheden voor zijn, is dat misschien een negatief bijeffect van de wet. Dan moeten we zoeken naar een oplossing. Dat geldt ook voor de angst van een aantal journalisten dat hun journalistieke onafhankelijkheid in gevaar is, doordat de raad van bestuur van de NOS het voor het zeggen heeft. Ik zie dat dat probleem bestaat. Ons denken daarover staat niet stil, er is wel iets aan de wet te doen, binnen de marges die het regeerakkoord daarvoor laat. Daar staat in dat de positie van de raad van bestuur versterkt wordt, ook op het inhoudelijke vlak. Maar ik speel met de gedachte om voor elke zender een redactiestatuut in te voeren. Misschien moeten we ook de algemene opdracht van de publieke omroep aanscherpen, zodat de programma's voor een smalle doelgroep expliciet genoemd worden. We moeten in elk geval niet terug naar de vorige wet, die weg is afgesloten."

Atzo Nicolaï, mediawoordvoerder VVD-fractie in de Tweede Kamer: "Er moet een vrijplaats blijven voor informatie waar niet de tucht van de markt heerst. Waar niet de kijkcijfers voorop staan, waar kwaliteit wordt geboden. Bijzondere, afwijkende dingen, die ook duur mogen zijn. Daar ligt nu juist de publieke taak. Het is van de zotte dat er van overheidsgeld wordt geconcurreerd met de commerciële omroep! Ik schat dat eenderde van de programma's ook door de commerciële zenders gemaakt kan worden. Die zouden uit het publieke bestel gehaald kunnen worden. Dan houd je een kleiner publiek bestel over, met lagere marktaandelen en goede waarborgen voor kwaliteit. "Dat de macht van de omroepen wordt beknot en de raad van bestuur meer macht krijgt, vind ik prima, die kant moet het op. Maar het is minder wenselijk dat de raad van bestuur door de politiek wordt benoemd. De politiek moet op afstand blijven."

Bert Bakker, mediawoordvoerder D66-fractie in de Tweede Kamer: "Het motto van de publieke omroep moet luiden: 'Maak een goed programma populair, en een populair programma goed.' De publieke tv moet in de toekomst de strijd met de andere zenders kunnen volhouden. Wij staan dan ook geen verdere aanpassing van de wet voor. Maar als de journalistieke onafhankelijkheid in het gedrang komt, ben ik de eerste die daarvoor in de bres springt. Ik waak ervoor dat de raad van bestuur niet op inhoud stuurt. Dan wordt het middle of the road. De NOS mag alleen de centrale coördinatie doen. Daarbij mogen marktaandelen niet sturend zijn. Als er dan geld bij moet, is dat de consequentie."

Femke Halsema, mediawoordvoerder GroenLinks-fractie in de Tweede Kamer: "Het publieke bestel moet een hindermacht zijn voor de politiek. Nu is het bestel te veel gepolitiseerd, kijk naar de politieke benoemingen binnen de raad van bestuur. Dat versterkt niet de onafhankelijkheid van het bestel. Er zou een cesuur aangebracht moeten worden tussen beleid, gemaakt door de raad van bestuur, en journalistieke verantwoordelijkheden. De overheid moet voorwaarden scheppen om de onafhankelijke nieuwsgaring te waarborgen. Door een redactiestatuut op te stellen en programmamakers op te nemen in de netredactie met meer bevoegdheden. "Het bestel als geheel moet breed bekeken worden. Daarbinnen zou één net kunnen bestaan voor een smal publiek. Met het publieke bestel moet je ook lagere sociale groepen bereiken. Daar moet je een list op verzinnen. Geen vertrossing, maar concurrerende programma's maken met kwaliteit."

Joop Atsma, mediawoordvoerder CDA-fractie in de Tweede Kamer: "De Concessiewet gaat veel te ver, geeft de overheid te veel invloed op het bestel. De publieke omroep wordt daardoor voor haar gelden afhankelijk van de conjunctuur en de politieke stemming. Door de Concessiewet wordt de omroep in een keurslijf van de NOS en de netmanager gedwongen. Ik ben tegen een nationale omroep, ik pleit voor het handhaven van sterke omroepen met een eigen achterban. We moeten zuinig zijn op wat we hebben. En programma's voor smalle doelgroepen moeten niet verdwijnen naar de randen van de nacht. Dat staat haaks op wat het publieke bestel moet bieden."

NRC Webpagina's
8 JANUARI 2000


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)