|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Rijksbegroting 2000
|
Haagse meevallers eerlijk delen
DEN HAAG, 4 JAN. "Natuurlijk moet er extra geld naar het onderwijs, naar de zorg, naar infrastructuur", zegt de VVD'er Van Beek, financieel specialist van de Tweede-Kamerfractie. "De Zalm-norm is ook voor ons heilig", zegt D66'er Bakker. "Die norm mag wat ons betreft in de grondwet." PvdA-collega Crone valt bij: "We mogen natuurlijk niet terugkeren naar een situatie waarin ministers hun claims en overschrijdingen gaan zitten opsparen in de hoop een greep te kunnen doen in toekomstige belastingmeevallers." Een VVD'er die pleit voor extra uitgaven, een D66'er en een PvdA'er die de noodzaak van begrotingsdiscipline nogmaals onderstrepen. De tweede paarse coalitie is bepaald niet in gevaar als het gaat om de handhaving van een strikt financieel beleid. Een probleem in de coalitie is er wel, maar het is vooral een luxe-probleem: wat te doen met de extra miljarden guldens die de komende drie jaar te verdelen zullen zijn? Het lijkt een wedstrijd: extra schuld aflossen versus extra geld uitgeven. Premier Kok wil extra uitgeven. EU-bankpresident Duisenberg wil extra aflossen. PvdA en D66 willen extra geld voor zorg en onderwijs. De VVD wil toekomstige meevallers vooral in de staatsschuld steken. De tegenstelling oogt scherp, maar in de praktijk is het geen kwestie van 'of, of'. Zowel de sanering van de staatsschuld als de rijksuitgaven mogen rekenen op een 'miljarden-impuls'. Het wordt vooral de vraag hóe het extra geld wordt verdeeld: volgens welke verdeelsleutel, in welke verhouding. Door hogere economische groei, hogere aardgasbaten en lagere rentestand heeft de rijksoverheid de komende drie jaar veel meer te besteden dan anderhalf jaar geleden werd verwacht bij het opstellen van het regeerakkoord. In totaal gaat het om een bedrag van 13 19 miljard gulden: 10 15 miljard dankzij meer inkomsten uit belastingen en premies, plus 3 4 miljard gulden dankzij lagere uitgaven. De besteding van de 3 4 miljard uitgaven-meevallers zal weinig problemen opleveren. De 'spelregels' van het regeerakkoord staan toe dat die miljarden onmiddellijk een andere bestemming krijgen: zorg, onderwijs, infrastructuur, milieu - de diverse fracties hebben hun verschillende wensen al op tafel gelegd. Het wordt een kwestie van 'eerlijk delen'. De politieke strijd van het komend voorjaar zal vooral gaan over de besteding van de 10 15 miljard inkomsten-meevallers. Volgens de bestaande afspraken zouden deze meevallers gelijkelijk worden verdeeld tussen tekortreductie en lastenverlichting. De VVD ziet een helder alternatief voor tekortreductie: staatsschuld extra aflossen, voor een bedrag van 5 7,5 miljard in deze kabinetsperiode. En dat is voor de VVD nog maar een begin. Fractielid Van Beek: "We moeten streven naar een structureel begrotingsoverschot van minimaal 1 procent. Op die manier laten we de rentelasten substantieel dalen, waardoor structureel geld vrijkomt voor nieuwe investeringen." Versnelde sanering van de staatsschuld kan rekenen op de volledige steun van D66. Maar de kleinste coalitiefractie verschilt met de VVD wezenlijk van mening over de besteding van de andere helft van de inkomstenmeevallers: de 5 7,5 miljard extra die naar lastenverlichting zou moeten gaan. Fractielid Bakker: "Met de al aangekondigde lastenverlichting voor de jaren 2000-2002 is wat ons betreft de grens wel bereikt. Wij zien niet in waarom er nog meer voordeel aan particulieren moet worden geboden, terwijl in het onderwijs, in de zorg en in diverse andere sectoren de nood steeds verder oploopt. Daarover willen wij het komend voorjaar in de coalitie nieuwe afspraken maken." PvdA-fractielid Crone benadert de dans om de extra miljarden van iets grotere afstand. Hij wijst erop dat in het regeerakkoord ruimte is voor 10 miljard gulden aan 'nieuwe uitgaven'. Crone: "Bij het vaststellen van dit bedrag werd uitgegaan van 2,25 procent economische groei. Nu de groei omstreeks een procentpunt hoger ligt, ontstaat er vanzelf ruimte om het 'plafond' voor extra uitgaven te verhogen zonder het begrotingsevenwicht in gevaar te brengen. Het principe van de Zalm-norm onderschrijven we voluit. Maar we willen wel opnieuw naar het regeerakkoord kunnen kijken nu de omstandigheden, vergeleken met zomer '98, wezenlijk zijn veranderd." Crone spreekt al hardop over een nieuwe verdeelsleutel voor de 10 15 miljard inkomsten-meevallers: een deel naar de staatsschuld, een deel naar lastenverlichting, een deel naar nieuwe uitgaven. Een eenvoudige rekensom - gewoon 'delen door drie' - zal het waarschijnlijk niet worden. Maar echt ingewikkeld wordt het evenmin: overschotten laten zich doorgaans eenvoudiger verdelen dan tekorten. De staatsschuld over 1999 bedroeg circa 520 miljard gulden, bij rentebetalingen van een kleine 29 miljard gulden. Daarmee zijn de rente-afdrachten de grootste begrotingspost na onderwijs en sociale zekerheid. Kan dit bedrag aan rente omlaag? Ja, maar met veel pijn en moeite. Als tot en met het jaar 2010 een begrotingsoverschot van 1 procent wordt aangehouden, dalen de rentebetalingen tot 19,7 miljard in 2010 (bij een gemiddelde rentevoet die daalt naar 5 procent en een looptijd van de staatsschuld van gemiddeld 7 jaar). Als ook nog het overheidsaandeel van 44 procent in de voormalige staatsbedrijven KPN en TPG wordt verkocht, kunnen de rentebetalingen zelfs omlaag tot 16,6 miljard. De staatsschuld bedraagt dan nog 331 miljard, ofwel 23,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2010. Bij het aanhouden van een begrotingsevenwicht zou de staatsschuld in guldens niet dalen. Wel treedt er enig rentevoordeel op, doordat de gemiddelde rente over de staatsschuld wat omlaag gaat. Het verschil aan rentebetalingen bij een begrotingsoverschot van 1 procent en bij een begrotingsevenwicht zal in 2010 zijn opgelopen tot jaarlijks 6,4 miljard gulden. Wordt alleen een begrotingsevenwicht aangehouden, en wordt afgezien van de verkoop van staatsdeelnemingen, dan neemt de staatsschuld als percentage van het in de tussentijd gegroeide bbp in 2010 af tot 36,7 procent. Mocht een begrotingsevenwicht over de lange termijn politiek niet haalbaar zijn, en er zelfs een hardnekkig tekort van 1 procent blijven bestaan, dan zou in 2010 de staatsschuld slechts afnemen tot 45,5 procent van het bbp. De berekeningen stoelen voor de periode tot 2004 op prognoses van de Amerikaanse bank Salomon Smith Barney. Voor de periode 2005 tot en met 2010 is uitgegaan van 2,5 procent groei en 2 procent inflatie. De opbrengst van het staatsaandeel in KPN en TPG is geraamd op 62 miljard.
|
NRC Webpagina's
4 JANUARI 2000
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |