R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE
S e l e c t i e
Televisie
|
T V V O O R A F :
Soekarno de heilige
MARK DUURSMA
Vreemd genoeg doet Hylkema nauwelijks moeite om het zelf gecreëerde mysterie in stand te houden. Wie aan Soekarno Blues begint met het idee dat het allemaal nog best eens waar zou kunnen zijn, wordt al snel uit de droom geholpen. Op het moment dat Hylkema zichzelf, en met hem de sfeer van jeugdseries uit de jaren zeventig, introduceert, heeft de fictie gewonnen. Hylkema, de eerste die de politionele acties in een speelfilm verbeeldde (Oeroeg, 1993), gebruikt zichzelf als alibi om achter de montagetafel te fantaseren over wat zich rondom dat 8 mm- filmpje heeft afgespeeld. Naast de fantaserende filmmaker bevat de film twee andere lagen: Soekarno (gespeeld door Porgy Franssen) speelt zichzelf in zijn toneelstuk en Juliana en Soekarno (gespeeld door Juul Vrijdag en Martin Schwab) zitten naar de uitvoering van dat toneelstuk te kijken. Klinkt gecompliceerd en dat is het ook. Bijvoorbeeld omdat Soekarno's starre enscenering wordt aangevuld met modieuze videoprojecties. Dat kan omdat alles zich afspeelt in het hoofd van Hylkema, maar enige consequentie is daardoor ver te zoeken. "U maakt er wel een culturele potpourri van", zegt Juliana, bijna flirterig, tegen de auteur. Ze is te mild. Soekarno's toneelstuk, kern van de film, is een hagiografie, in de traditie van bloedeloze, educatieve propaganda. De held trekt ten strijde, en doet dat langs de bekende ijkpunten: mentoren, toespraken, verbanningen, echtgenotes, medestanders. Met gamelan-begeleiding. Vier jaar geleden schreef Jan Blokker het toneelstuk Soekarno en ook hij bleef te netjes, met meer uitleg dan drama. Dat onbegrepen fenomeen, die theatrale, charismatische en mysterieuze figuur, kan kunstenaars niet inspireren. Schuldgevoel staat hen in de weg. Nu hij niet meer wordt beschouwd als 'de Mussert van Azië', is de Nederlandse houding jegens Soekarno er een van schaamte. Over wat hem persoonlijk is aangedaan, over de vier jaar strijd tussen '45 en '49, over de koloniale tijd überhaupt. Afkeer is ingeruild voor bewondering, maar de blik is nog steeds verkrampt. De fictieve Soekarno wordt een heilige, een nobele vrijheidsstrijder die het geborneerde Nederland op de knieën dwong. De kunstenaar sust zijn geweten en toont zich politiek correct. Ondertussen blijft het beeld van Bung Karno steken in clichés en is het drama waar hij zo toe uitnodigt nog steeds niet gemaakt.
Soekarno Blues (Hans Hylkema, 1999), Ned.3. 23.05-0.10u.
|
NRC Webpagina's
27 DECEMBER 1999
|
Bovenkant pagina |