NIEUWSSELECTIE
KORT NIEUWS
RADIO & TELEVISIE
MEDIA
S c h a k e l s
Koninklijke Bibliotheek
|
Duurste aankoop uit geschiedenis
Koninklijke Bibliotheek koopt vriendenboeken
Door onze redacteur MARIANNE VERMEIJDEN
DEN HAAG, 15 DEC. Het zijn
kleine, fluwelen of brokaten boekjes, de ene rood, de ander paars of
zwart, en je kan er op een rommelmarkt zo aan voorbijlopen. Dat zou dom
zijn, want de Koninklijke Bibliotheek (KB) in Den Haag heeft er net de
grootste som uit zijn geschiedenis voor betaald: zeven ton voor elf
16de- en 17de-eeuwse vriendenboeken of alba amicorum, versierd met
goudstempelingen en sluitlinten, maar vooral met bonte, bijbelse en
mythologische taferelen in gouache-verf. Het Friese, adellijke geslacht
Van Harinxma thoe Slooten heeft er al die eeuwen stilletjes over
gewaakt. "Sinds een publicatie in 1857 was deze collectie ons bekend",
vertelt Kees Thomassen, conservator na-middeleeuwse handschriften van
de KB. "In de jaren tachtig heb ik wel eens wat telefoonnummers van de
Van Harinxma's gedraaid, maar ook met brieven aan een zekere Oom Hubert
kwam ik niet veel verder." Kunsthandelaar Th. Laurentius uit
Voorschoten deed niets. Op een dag stond er gewoon een mevrouw Van
Harinxma thoe Slooten voor de deur. En daarna had de KB nog een jaar
nodig om bij zeven fondsen het geld te vergaren.
De KB bezit in totaal 450 zeer uiteenlopende 'poëziealbums' uit de
16de tot en met de 20ste eeuw. Afgezien van de luxueuze vormgeving, de
voorbeeldige oorspronkelijke staat en de vele wapenschilderingen, is
vooral deze collectie zo uitzonderlijk omdat ze één
enkele familie toebehoorde en omdat er vier alba van dames Van Harinxma
tussen zitten. Dames-alba zijn al zeldzaam en deze hebben nog meer
gewicht, want, dankzij de bijdragen van andere Friese, adellijke dames,
maakte het gebruikelijke, romantische gezwijmel plaats voor dezelfde
ingetogen vorm en inhoud als de alba van broers en neven. Bij het begin
van hun studie kregen vanaf de 16de eeuw vooral jonge heren zo'n album
mee. Ze waren rijk, protestants en woonachtig in noordelijk Europa. Na
Leiden of Leuven trokken ze als 'Germaanse Natie' met hun 'Gesellenbuch'
of 'Vrundboeck' van universiteit naar universiteit, naar Wittenberg,
Uppsala, Genève, Orléans, Bourges en Padua. En daar
verleidden ze hun professoren, studievrienden en beminnelijke passanten
om een inscriptie in hun album achter te laten. Soms werd het een
wapenschildering met naam en datum, maar liever natuurlijk een geleerd
citaat of een gedicht, zoals Homme van Harinxma thoe Slooten omstreeks
1600 overkwam. In zijn achtkantige album, het enige in zijn soort,
verraste mede-student Janus Gruterus hem met een gedicht in het Latijn
plus een Nederlands sonnet over hun vriendschap. Homme's neef Pieter,
een vlijtige verzamelaar van inscripties, bofte ook al met de
onverslijtbare levensles van vriend Hessel ab Aylva: 'Drinck ick veel
soo bederf ick,/drinck ick niet soo sterf ick.'Tekstonderzoek zal
straks opheldering geven over bijvoorbeeld het 'inscriptiegedrag' van
Europese geleerden. Maar net als bij de laat-middeleeuwse
getijdenboeken, spreken de anonieme illustraties, soms naar voorbeeld
van bekende meesters, veel meer tot de verbeelding. Of het nu een
veldslag van Hannibal is, de Val van Icarus of de Griekse god
Phaëton die als tegenstander van Zeus op zijn zonnewagen een
fatale tocht door een zwart hemelgat maakt - elke miniatuur, hoe
amateuristisch ook, is liefdevol aan het 'Vrundboeck' toevertrouwd,
alsof de pietje-precieze schilder al bevroedde dat zijn blad ooit in
een nieuwe, strikt beveiligde vitrine zou belanden.
Tot 15/1/00, van ma. t/m vr. van 9-17 uur, zat. 9-13 uur in
Koninklijke Bibliotheek, Prins Willem-Alexanderhof 5, Den Haag.
|
NRC Webpagina's
15 DECEMBER 1999
( a d v e r t e n t i e s )
|