U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   B I N N E N L A N D
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Verslag schietpartij in de Orlando Sentinel (inclusief beeld en geluid)

ROC De Leijgraaf


Moeder: Ali kon er niet meer tegen


De oudste zoon van een Turks- Koerdische familie neemt bloedwraak voor zijn zusje. Het drama in ROC De Leijgraaf.

Door onze redacteur PETRA DE KONING

VEGHEL, 8 DEC. Om half twee dinsdagmiddag kwam Ali (17) terug uit school, het Regionaal Opleidingscentrum De Leijgraaf in Veghel. Zijn moeder lag op de bank, ze had hoofdpijn. "Is je school uit?" vroeg ze. "Nee, zei Ali, "maar ik ga niet meer terug."

Al dagenlang, vertelt zijn moeder (38) nu, werd hij getreiterd door Hassan (19), een Turkse jongen uit Uden. In september had Hassan Ali's zusje van vijftien meegenomen naar Turkije. Het meisje kende Hassan al langer, hij was de buurjongen van een van haar vriendinnen. Na drie dagen belde het meisje zelf naar huis, ze was ontvoerd, zei ze. Haar ouders haalden haar op in Ankara.

Een paar weken geleden begon Hassan het meisje opnieuw te bellen. Hij wachtte haar 's middags op bij school, het Fioretti College in Veghel. De school staat tegenover De Leijgraaf, de school van Ali. Ali en Hassan kregen ruzie op het schoolplein. Volgens Ali's ouders bedreigde Hassan hun oudste zoon. Ali's moeder, in haar woning in Veghel-Zuid: "Hij zei dat hij Ali, zijn zus en onze hele familie zou doodmaken. Ali was bang."

Gistermiddag kon Ali er volgens zijn moeder niet meer tegen. Hassan was er weer, en Ali wilde niet meer naar school. "Je moet", zei z'n moeder, "of ik bel je vader." Ali zei: "Ik bel zelf wel." Zijn vader (35) is een Koerdische zakenman, hij komt uit een dorp in het oosten van Turkije en importeert Turkse producten. Zijn bedrijf is gevestigd in een dorp bij Veghel, hij levert aan winkels in Nederland, Duitsland, België en Luxemburg.

"Jij moet naar school", zei ook zijn vader. "Wacht, ik zal je zelf brengen." In een donkerblauwe Mercedes van een klant haalde hij zijn zoon thuis af en zette hem af bij de school. Thuis praatten Ali's vader en moeder over Ali. Hij was zo opgewonden en kwaad, zo kenden ze hem niet. "Is hij boven geweest?", vroeg Ali's vader. "Ja, even", zei zijn moeder. Ali's vader rende naar de slaapkamer: het pistool dat hij in zijn slaapkamer bewaart, onder zijn kussen, was weg.

Hij had drie jaar geleden een pistool gekocht, zegt hij nu, om zichzelf te beschermen als hij 's avonds laat nog naar zijn bedrijf ging: "Ik was een beetje bang soms." Onmiddellijk reed hij terug naar de school. Onderweg zag hij Ali, zijn zoon rende over straat. In de hal en het computerlokaal had Ali vier leerlingen en een docente neergeschoten. Ali's vader: "Ik zei: Ali, nu moet je naar de politie." Ze reden naar het politie-bureau van Veghel.

In Veghel, een stad met ongeveer 36.000 inwoners, wonen bijna twaalfhonderd Turken en zo'n vijfhonderd Marokkanen. In de jaren zestig kwamen ze naar Veghel en plaatsen eromheen. Dit deel van oost-Brabant maakte in de tijd een snelle industriële ontwikkeling door: de chocoladefabriek van Mars vestigde zich er, en de zuivelindustrie Campina/Melkunie.

"Etnische problemen hebben zich hier tot nu toe nooit voorgedaan", zegt woordvoerder A. van Eeten van de gemeente Veghel. "De migranten zijn aardig ingevoerd in de samenleving, ook door de integratieprogramma's van de gemeente. Dat mag je zelfs een succes noemen. Schietpartijen zijn Veghel vreemd. En ook van Koerdisch-Turkse spanningen is ons niets bekend."

Dat wordt bevestigd door C. Cinar, Turks consulent van de stichting Palet, steunpunt voor multiculturele ontwikkeling in Noord-Brabant. Cinar: "Blijkbaar waren er relationele problemen, een zus die een ongewenste relatie zou hebben gehad. Ik ken het geval zelf niet, maar als de familie-eer geschonden is, kan dit gebeuren. Maar lang niet zo vaak als vroeger, en lang niet meer bij iedereen. De grootste kans dat het gebeurt, bestaat bij traditioneel levende families. Er hebben zich in het verleden verschrikkelijke dingen voorgedaan. Broers die een zus vermoordden omdat ze de eer van de familie had aangetast. Eer en familie zijn nog steeds belangrijk, maar eerwraak wordt niet algemeen meer geaccepteerd in Turkse kringen."

Ali's ouders, zijn twee jongere broertjes en drie neven zitten woensdagochtend op de bank en kijken televisie. Ali's vader is kwaad, in een nieuwsuitzending werd gezegd dat de schietpartij te maken had met hun Koerdische achtergrond: Hassan is Turks. Het dorp waar Ali's familie vandaan komt, Mydyat, was jarenlang strijdgebied van de Koerdische verzetsbeweging PKK en het Turkse leger.

Maar Ali's vader zegt dat hij Hassan en zijn familie niet kende, en nooit iets te maken wilde hebben met conflicten tussen Koerden en Turken. Hij komt bijna iedere dag in de kantine van de stichting 'Turkse Eenheid' in Veghel, hij drinkt er koffie en speelt kaart. Volgens Ali's vader werd er zelfs niet over politiek gesproken toen PKK-leider Öcalan werd gearresteerd. "Ali was kwaad omdat hij werd gepest, omdat zijn zusje werd lastigevallen en bedreigd. Met onze achtergrond had het niks te maken. Ali is stom geweest, het is heel erg. Hij had piloot kunnen worden, of boekhouder, nu zit hij op het politie-bureau, straks in de gevangenis."

Op woensdagochtend staat Peter van Venrooij (18), klasgenoot van Ali, op het schoolplein te wachten tot de les begint. Hij zit in de eerste klas van de richting 'administratie', hij kende Ali sinds september. "Een rustige jongen, hij droeg nette kleren. Hij trok eigenlijk alleen maar met Turkse jongens op. In de groep kon hij heel stoer doen, over wat hij in het weekend had gedaan. Hij vond zichzelf keigoed."

De leerlingen zullen deze ochtend door hulpverleners worden begeleid bij de 'verwerking' van de schietpartij. Dick van Dijk (17) en Wiesje Laurensen (17) zaten in het computerlokaal op het moment dat Ali begon te schieten. Ze verstopten zich onder de banken. Dick: "Een jongen naast mij werd geraakt. Ik vroeg hem: ben je gewond? 'Dat weet ik niet', zei hij, 'ik denk van wel'. Hij trok zijn jas weg en zag de wond." Wiesje Laurensen: "Hij werd spierwit." De gewonde jongen gaf zijn mobiele telefoon aan Dick en zei: 'bel even iemand'."

Met medewerking van Joep Dohmen en André Ritsema.

NRC Webpagina's
8 DECEMBER 1999


( a d v e r t e n t i e s )

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)