U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

'Je kan die lieve VNU-redactrices niet vergelijken met Italiaanse of Franse bladenmakers'

Nederlandse modellenwereld 'gezapig'


Een opzienbarende Britse documentaire toont hoe topmannen van het internationale modellenbureau Elite jonge meisjes met drugs en drank verleiden. In Nederland gebeurt zoiets niet, zeggen modellen.

Door ESTHER ROSENBERG

ROTTERDAM, 7 DEC. "Natuurlijk krijg je wel eens cocaïne aangeboden", zegt fotomodel Daniëlle Smit in haar flat in een nieuwbouwwijk in Schiedam. "Je kan zoveel glitter en glamour meemaken als je zelf wilt. Elke avond nodigen zeker drie mannen je uit voor hun diners en clubs. Iedereen wil wel een model op zijn feestje hebben." Ze is net achttien geworden. Op haar veertiende werd Smit tussen honderden andere jonge meisjes ontdekt door een scout van het Rotterdamse Max Models op de Fancy-dag in Walibi. Een jaar later vloog ze voor haar eerste opdrachten naar Milaan.

Het is het Milaan waar de Britse undercoverjournalist Donald MacIntyre een groot gedeelte van de documentaire filmde die ook ver buiten de modewereld voor opschudding zorgde. Topmannen van het internationaal gevestigde modellenbureau Elite proberen in de documentaire met behulp van drugs en drank meisjes van 13, 14 jaar in bed te praten. In Nederland is het anders, verzekeren modellen, fotografen en hun bureaus. "Ik ken wel veel meiden die met hun fotograaf slapen, ze hopen betere opdrachten te krijgen. Vaak lukt dat ook", aldus Smit. Maar in vergelijking met Parijs, Milaan, New York of Miami is het hier maar een saaie bedoening. Nederland is geen belangrijke markt in de internationale modewereld en er gaat minder geld om.

Wat verdienen de bedrijven aan hun modellen? Opdrachtgevers betalen in Nederland 20 procent aan het bureau, de rest is voor het model. In Milaan en sommige andere steden krijgen model en bureau ieder de helft. Een beginnend model verdient in Nederland gemiddeld 850 gulden op een dag, een ervaren model ongeveer 3.000 gulden. De dagprijzen in de grote modesteden zijn al gauw twee keer zo hoog. De echte top strijkt 15.000 gulden op voor een klus. Bij een bedrijf als Elite staan duizenden modellen ingeschreven.

Volgens fotograaf Gillesz Schippers van agentschap Unit in Amsterdam is het niet alleen het geld: "Het is gewoon veel relaxter hier." In de grote modesteden zitten meisjes bijeen in modellenappartementen, ver van huis en sociale controle. De Nederlandse markt wordt bevolkt door Nederlandse modellen. "Het is hier minder gecentreerd. De meeste meisjes wonen nog bij hun ouders in Putten, of Emmen. Na een dag werken is het 'ik zie je weer'. We gaan niet nog met z'n allen uit eten of naar discotheken."

Ook eigenares Corine Spier-Rottschfer van Corine's Agency in Amsterdam benadrukt de Nederlandse nuchterheid. "Het is hier een stuk gezapiger. Je kan Italiaanse of Franse bladenmakers niet vergelijken met die lieve VNU-redactrices." De ex-Miss World maakte de veranderingen in de internationale modewereld van dichtbij mee. "Toen ik in 1964 dit bureau begon, waren het allemaal vrouwen die aan het hoofd stonden." Bureaus hadden minder modellen, waardoor de band persoonlijker was. Vanaf de jaren zeventig kennen reclame- en modellenbureaus gouden tijden. Spier: "Nu valt er waanzinnig veel geld mee te verdienen en hebben zakenmannen de touwtjes in handen. Voor veel geldschieters is een modellenbureau een speeltje."

Door de groei van het aantal agentschappen is ook de concurrentie toegenomen. De scoutingtechnieken van de bureautjes verharden, niet zelden worden modellen bij de concurrent weggekocht. Genoeg meisjes melden zich aan, maar weinig modellen zijn goed te verkopen. Spier: "Een paar jaar geleden kreeg ik ongeveer tien hele goede modellen in een jaar. Nu ben ik blij als het er twee zijn. De spoeling wordt dunner." En Smit: "Als een bureau je niet bevalt, ga je naar een ander. Er zijn er genoeg. Een goed model kan overal terecht. Ik teken niets."

De afspraken tussen model en agent zijn vrijblijvend. De modellen staan ingeschreven als zelfstandig ondernemer. Per opdracht wordt de prijs bepaald. Afspraken zijn vaak mondeling. Smit, ineens: "Ik bedenk me nu pas dat ik niets aan kan tonen als ik mijn geld niet krijg."

"Een model hoeft niet zakelijk te zijn", zegt Spier, "daar heeft ze het bureau voor, om haar zaken te regelen." In de Gouden Gids zijn in de categorie modellenbureaus 180 bedrijven te vinden. Hoeveel daarvan goed zijn? "Twintig", schat Spier.

Smit: "Echt goed? Vijf." Het achttienjarige fotomodel weet dat ze op moet passen, ook bij een goed bureau. Dat ze moet zorgen dat ze iedere maand uitbetaald krijgt - er zijn genoeg voorbeelden van bureaus die op een dag failliet blijken te zijn. En dat ze bij moet houden of het bureau niet te veel kosten voor haar maakt (zetkaarten, fotoboeken, vliegtickets, hotels) waardoor ze na maanden werken in de rode cijfers kan staan. Ze heeft een accountant in dienst genomen. Sommige modellen hebben een zakelijk waarnemer.

Ooit was er een beroepsvereniging voor modellen, zangers en acteurs, SMAC heette het. Een vakbond bijna. Die hield na anderhalf jaar op te bestaan door onderlinge ruzies. Sindsdien is er geen enkele vorm van controle. In de Verenigde Staten mogen meisjes zich niet inschrijven bij een bureau als ze jonger dan zestien zijn. In Frankrijk mogen kinderen tot zestien jaar niet werken. Smit zegt als 14-, 15-jarige veel meer te hebben gewerkt dan wettelijk was toegestaan. Een woordvoerster van de Arbeidsinspectie zegt dat, hoewel mode een 'risicovol beroep' is, er al jaren geen controles in de branche zijn uitgevoerd. "We hebben niet genoeg mensen", is de verklaring.

Smit haalt haar schouders op: "Het is niet de boze enge wereld die mensen zich erbij voorstellen", zegt ze. "Zolang je maar goed weet waar je mee bezig bent."

NRC Webpagina's
7 DECEMBER 1999


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)