NIEUWSSELECTIE
KORT NIEUWS
RADIO & TELEVISIE
MEDIA
S c h a k e l s
|
Te laat
HET FILMMUSEUM in
één 'beeldinstituut' onderbrengen met instellingen voor
'nieuwe media' en fotografie is en blijft een wanhopige figuur. Film is
meer dan beeld alleen.
Film dankt zijn unieke positie in de kunsten aan
het gegeven dat fotografie, beeldende kunst, theater en literatuur er
alle in verenigd worden. Film blijft soms zijn identiteit zoeken in het
behagen van het schone woord, dan weer in de regie van acteurs en in
een volgend geval levert de filmer zich uit aan een wirwar van mooie
beelden. Er zijn zelfs films die zichzelf met succes de gestalte van
een muziekstuk hebben aangemeten. Niettemin is het plan om film met
fotografie en nieuwe media bijeen te brengen in een Centrum voor
Beeldcultuur aan de Kop van Zuid in Rotterdam in een vergevorderd
stadium, na een driftig gevoerde stedenstrijd tussen Amsterdam en
Rotterdam. De kwestie die zich nu in het Filmmuseum afspeelt, gaat dan
ook niet meer om de onzin of zin van de combinatie film, nieuwe media
en fotografie, het draait nu om een bestuur dat zijn directeur een hak
zet. Die directeur, Hoos Blotkamp, heeft zich vanaf het begin, in april
1998, ondubbelzinnig uitgesproken voor een opgaan van het Filmmuseum in
het Beeldinstituut. Ook toen dat betekende dat het Filmmuseum daarvoor
uit het Amsterdamse Vondelpark zou moeten verhuizen naar een
havengebied in Rotterdam. Blijkbaar waren haar passie en haar
argumenten sterk, want ze wist haar personeel, aanvankelijk onwillig op
het rebelse af, te overtuigen en nu is men geruime tijd bezig met
voorbereiding van de fusie. De voornaamste bezwaren tegen verhuizing
van het Filmmuseum zijn zelfs ondervangen doordat staatssecretaris Van
der Ploeg vorige week 1,7 miljoen beschikbaar stelde voor het behoud
van bibliotheek en filmvertoning in Amsterdam.
MAAR INEENS was daar het Bestuur van het Filmmuseum. Tot nu toe had dat
zich beperkt tot gemor op de achtergrond, nu stelde het een daad en nam
een besluit. Het Filmmuseum hoort in Amsterdam, en daar blijft het,
heeft het bestuur aangekondigd.
Te laat, veel te laat. Het moment om te zwaaien met principes is
verstreken. Het bestuur van het Filmmuseum heeft maanden laten
verstrijken zonder zich ondubbelzinnig uit te spreken en nu maakt het
slachtoffers met zijn botte gedrag. Met name directeur Blotkamp, sinds
wier aantreden het Filmmuseum is gaan floreren. Hoe je ook denkt over
haar filosofie dat film thuis zou horen in een centrum voor
beeldcultuur, dit heeft zij niet verdiend. Zij heeft recht op een
bestuur dat haar tegenspreekt en desnoods bevecht, maar wel op een
behoorlijk tijdstip. Niet een bestuur dat haar management zo'n beetje op
zijn beloop laat, om haar dan plotseling, aan het einde van de rit, te
schofferen met een beslissing die in feite gelijk staat met haar
ontslag.
|
NRC Webpagina's
2 DECEMBER 1999
( a d v e r t e n t i e s )
|