|
|
|
NIEUWSSELECTIE Ministerie van Defensie
|
Meer geld voor inzet krijgsmacht
Door onze diplomatiek redacteur
Het versterkte accent op snelle inzetbaarheid heeft te maken met NAVO- wensen, de resultaten van het Strategisch Toekomstdebat (STD) dat De Grave eerder dit jaar organiseerde en de ervaringen tijdens de Kosovo- crisis, aldus de nota. Het kabinet is het niet eens met recente pleidooien uit PvdA, D66 en GroenLinks om crisisbeheersingscapaciteit te versterken ten koste van de verdedigingstaak in de NAVO. Maar om langdurig met vier eenheden van bataljonsgrootte bij te kunnen dragen aan de internationale crisisbeheersing krijgt de krijgsmacht niet 1.000, maar 2.100 parate functies extra. De operationele bevoegdheid van de chef defensiestaf op dat terrein wordt vergroot. Naast de parate eenheden van de marine, luchtmacht en marechaussee kan Nederland volgens de nieuwe Defensienota straks over 24 parate bataljons voor uitzending beschikken. Daardoor kan Nederland langer deelnemen zonder de huidige aflossingsproblemen en met minder druk op het personeel. De parate eenheden moeten wel zoveel mogelijk geschikt zijn voor crisisbeheersing én verdediging. Afgezien van drie parate bataljons mariniers zullen de overige 21 bataljons van de landmacht tot het Duits-Nederlandse legerkorps blijven behoren. Met 24 eenheden van bataljonsgrootte is ook het maximum van de wervingsmogelijkheden bereikt, schrijft De Grave. Als Nederland de komende jaren op de bestaande voet blijft deelnemen aan vredesoperaties zal er extra geld moeten komen. De minister blijft bij zijn plannen om één squadron F-16's te verkopen en het aanbod aan de NAVO van 108 tot 90 F- 16's terug te brengen, al hebben PvdA, D66 en het CDA voor behoud van dat squadron gepleit. Verder blijft de voorgenomen beperking van het aantal fregatten van 16 tot 14 gehandhaafd. Nieuwe punten in het personeelsbeleid zijn de verhoging van de gemiddelde ontslagleeftijd van 55 tot 58 jaar en een voorkeur voor contracten voor een bepaalde tijd voor (jongere) militairen boven contracten voor onbepaalde tijd. Overigens moet Defensie de komende jaren nog omstreeks 1.700 functies opheffen. Tegen het einde van de nieuwe planningsperiode moet de krijgsmacht een betere verhouding tussen het operationeel inzetbare en het overige personeel (staven en burgerambtenaren) kennen. Zij moet dan 76.000 mensen tellen, van wie 16.600 bij de marine, 34.500 bij de landmacht, 12.700 bij de luchtmacht, 5.500 bij de marechaussee en 6.800 mensen bij de centrale organisatie. Naast de in het regeerakkoord afgesproken bezuinigingen van 375 miljoen per jaar (in totaal 3,75 miljard), kortingen in het kader van de Voorjaarsnota (1, 1 miljard) en 780 miljoen voor de verbetering van uitkeringen, ontstaat nu een ombuigingsbehoefte van 9,895 miljard tot 2010. Dat bedrag vindt De Grave door uitstel en beperking van investeringen in materieel (4 miljard), beperking van de exploitatiekosten (2 miljard), de verkoop van overtollig materieel (640 miljoen), meer efficiency (1,4 miljard), lagere personeelskosten vanwege een jongere en kleinere krijgsmacht en de 500 miljoen extra die de Tweede Kamer in september toezegde.
|
NRC Webpagina's
29 NOVEMBER 1999
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |