|
|
|
NIEUWSSELECTIE Rapport van Human Rights Watch over Colombia CIA World Fact Book over Colombia Officiële site van de Colombiaanse regering
|
Colombia's president Pastrana over het
vredesproces
'In Noord-Ierland gaat het nog veel trager'
BRUSSEL, 26 OKT. "25 dollar?" Andrés Pastrana moet erom lachen. In het Brusselse hotel waar hij verblijft, vragen ze vijfentwintig dollar per Cubaanse Cohiba. "Fidel [Castro, red.] stuurde me laatst dertig dozen vanuit Havana", pocht Pastrana terwijl een hotelbediende aanstalten maakt de reuzensigaar die uit zijn mondhoek hangt aan te steken. Patrana, goedlachs en volledig ontspannen, is president van Colombia, een land waar velen het lachen is vergaan. De Colombiaanse president is in Brussel om steun te zoeken voor zijn 'Plan Colombia', dat het land waar guerrillabewegingen, paramilitairen en het regeringsleger al ruim vijfendertig jaar met elkaar in oorlog zijn, moet redden van de ondergang. Het plan kost 7,5 miljard dollar, waarvan de internationale gemeenschap ongeveer de helft zou moeten betalen. Met dat geld wil Pastrana de drugs bestrijden, het leger en de "democratische instituties" versterken en boeren een alternatief bieden voor de cocateelt. Pastrana verraste vriend en vijand door na zijn aantreden in augustus vorig jaar de jungle in te trekken op zoek naar Manuel Marulando Vélez, alias Tirofijo ('Trefzeker'), die leiding geeft aan de grootste en oudste guerrillabeweging in Latijns Amerika, de marxistische FARC. Tot woede van veel politici in zijn land ging hij akkoord met de eis van de FARC om een gebied van 42.000 vierkante kilometer te demilitariseren, opdat daar de vredesonderhandelingen konden plaatshebben. Niettemin voert de Colombiaanse regering sinds zondag vredesonderhandelingen met de FARC, in Uribe, een berggehucht in de gedemilitariseerde zone. Wat doet de president van Colombia in Brussel, terwijl de onderhandelingen op het thuisfront zijn begonnen? "De internationale steun voor het Plan Colombia is van wezenlijk belang voor het beëindigen van het geweld, omdat het de continuïteit van het vredesproces waarborgt, ook onder een andere president. Sommigen zeggen dat dit een Amerikaans plan is, maar dat is een leugen."
Wat kan de internationale gemeenschap doen voor de vrede in Colombia?
"De drugshandel, de belangrijkste aanjager van het geweld in Colombia, gaat iedereen aan. De handel versterkt de guerrilla en de paramilitairen; en werkt de criminaliteit in de hand. Voor de productie van heroïne en cocaïne heb je chemicaliën nodig, zoals ether en aceton. Een groot deel daarvan komt uit Europa. We willen een gedragscode voor buitenlandse bedrijven die in Colombia opereren en zullen, als dat nodig is, degene die zich er niet aan houdt het land uitzetten. Belangrijker nog zijn douaneakkoorden met Europa. De producten waarover we spreken zijn moeilijk te traceren, omdat ze vaak meerdere keren worden overgeheveld in havens voor ze Colombia bereiken. Daarop moet betere controle komen."
Doet u niet te veel concessies aan de guerrilla?
"Welke concessies hebben we tot nu toe gedaan? De gedemilitariseerde zone? Nee! Die zone bestaat uit welgeteld vijf gemeenten. Als je met een Europeaan spreekt over 42.000 vierkante kilometer, denkt hij al snel aan gebied 'zo groot als Zwitserland'. Maar de gedemilitariseerde zone beslaat slechts 0,25 procent van het land. In dat gebied woont 0,005 procent van de bevolking, 90.000 mensen op een bevolking van veertig miljoen. Zij produceren 0,0003 procent van het Bruto Nationaal Produkt. Sommigen zeggen: meneer Pastrana heeft het gebied cadeau gedaan aan de guerrilla. Maar we hebben met de FARC afgesproken dat in het gebied de civiele autoriteiten worden gerespecteerd, dat wil zeggen burgemeesters en gemeenteraden. "Dat de FARC om demilitarisering vraagt is logisch. Je kunt niet plaatsnemen aan de onderhandelingstafel in de wetenschap dat je vijand - voor de FARC zijn dat leger en politie - over je schouder meekijkt. Daarom hebben we een civiele politie in het leven geroepen, benoemd door de burgemeesters."
Maar zijn er garanties dat de guerrilla het gebied niet voor eigen doeleinden misbruikt?
"We hebben in de onderhandelingsagenda onder meer afgesproken dat de mensenrechten in het gebied worden gerespecteerd. Gebeurt dat niet, dan is het vredesproces wat mij betreft afgelopen. Er is veel discussie over de vraag of we opschieten met het vredesproces. Maar in Noord-Ierland hebben ze negen maanden gediscusieerd over de vorm van de onderhandelingstafel. Negen maanden! Wij zijn in negen maanden meer opgeschoten dan in de laatste vijftien jaar."
Wat vindt u ervan dat de VS geen onderscheid meer maken tussen guerrilla en drugshandel?
"Ik ben daar duidelijk over: de FARC is geen drugskartel. Daar zijn geen bewijzen voor. Dat neemt niet weg dat ze leven van de revolutionaire belastingen die ze heffen van cocaboeren. Maar er bestaat een duidelijk onderscheid tussen het handelen in en exporteren van drugs, en het leven van drugs, iets wat zowel door de guerrilla als de paramilitairen wordt gedaan."
Is dat onderscheid niet erg theoretisch?
"Nogmaals, er zijn geen bewijzen dat de FARC direct betrokken is bij productie en handel in drugs. Als ik de FARC als 'narco-guerrilla' zou beschouwen, zou ik nu niet aan het onderhandelen zijn. De FARC heeft om een politieke status gevraagd en die hebben we hun gegeven. Wat de VS denken is hun zaak."
Eerder dit jaar waren er geruchten over een militaire interventie van de VS?
"Zolang Andrés Pastrana op het fluweel zit, zal zo'n interventie er niet komen. Dat zijn de VS overigens ook niet van plan. Eerder dit jaar ontving ik een brief van president Clinton waarin hij schrijft dat in Colombia een politieke oplossing moet komen. En geen militaire."
Bestaat Colombia nog over vijf jaar?
"Ja. Je leest overal dat FARC veertig procent van het land beheerst, maar dat is niet waar. Ja, ze zijn aanwezig, mogelijk in de helft van het land, maar er is geen enkel gebied in Colombia dat daadwerkelijk onder controle is van de FARC. Hun manier van opereren is er ook niet naar: ze vallen een gemeenschap aan en verdwijnen weer, maar ze beheersen geen gebieden. "In Colombia woedt geen burgeroorlog. Het land is niet, zoals vaak gezegd wordt, opgedeeld in twee staten, de onze en die van de guerrilla. Je hebt 30.000 man van de FARC en het ELN [een kleinere guerrillabeweging, red.] tegenover veertig miljoen Colombianen. Waarom krijgt u die 30.000 man dan niet klein, wordt mij vaak gevraagd. Daarvoor moet je het terrein in Colombia kennen, met zijn oerwouden, drie bergketens en hoogvlaktes. "Het verschil met vroeger is dat de guerrilla kan putten uit enorme financiële reserves dankzij de drugshandel in hun gebieden. En ze hebben een voordeel ten opzichte van de staat: ze hoeven geen goedkeuring te vragen voor de begroting, hebben geen financieringstekort en kennen geen oppositie. Ze hoeven alleen maar te investeren in wapens."
|
NRC Webpagina's
26 OKTOBER 1999
|
Bovenkant pagina |