|
|
|
NIEUWSSELECTIE Interview-NSS
|
Moderne scholier heeft bijbaan en veel geld
ROTTERDAM, 1 OKT. Jongeren worden steeds rijker. Bijbanen zijn een steeds groter wordende bron van inkomsten, maar ook ouders dragen bij. De scholieren krijgen gemiddeld twee keer zoveel zakgeld als in 1997. Het geld kan vrij worden besteed, want de ouders betalen de school en meestal ook de kleding en sportactiviteiten. Dit blijkt uit het onderzoek Jongeren '99 van het marketingonderzoeksbureau Interview- NSS. Het bureau doet sinds 1991 onderzoek naar het doen en laten van jongeren tussen de 6 en 24 jaar. Er is een heuse jongereneconomie ontstaan, concludeert projectleider van het onderzoek V. van den Berg. De jeugd is niet alleen een ideale, want flexibele en goedkope arbeidskracht, maar ook een kapitaalkrachtige consument. Scholieren hebben gezamenlijk 28 miljard gulden te besteden op jaarbasis, 19 procent meer dan in 1997. Een draagbare prepaid- telefoon, hippe en vaak dure kleding en sigaretten behoren tot de standaard-uitrusting van scholieren. Om dit alles te kunnen financieren, werken de scholieren langer en vaker. Van den Berg wijt dit aan de gewijzigde winkelsluitingstijdenwet en aan de veranderde waarden van jongeren. Van den Berg: "Jongeren vinden carrière en andere materiële waarden belangrijker." Soms leidt de bijbaan tot moeilijke situaties op school, ondervindt conrector C. Olsthoorn van het Libanon Lyceum in Rotterdam. "Ik had een leerling in 5-havo die een 32-uurscontract had bij een restaurant. Dat ging op aan Nikes, een walkman, zijn vriendin en vakanties. Hij werkte regelmatig tot middernacht en heeft uiteindelijk zijn examen niet gehaald", aldus Oolsthoorn. De conrector merkt dagelijks dat scholieren te veel en te lang werken. "Dan zitten ze te knikkebollen in de klas, zijn vaker moe en ziek en hebben hun huiswerk gewoon niet af." Olsthoorn krijgt regelmatig leerlingen op gesprek die door hun werk conflicten op school krijgen. Ze praat en luistert, maar veel helpt het niet. "De verlokkingen van het leven zijn groter dan de wijze raad van een schooljuf. Ook de illusie van de onkwetsbaarheid speelt mee. Ze denken dat ze alles aankunnen." Er zijn ook positieve kanten. L. Coïni van de Nederlandse Vereniging van Schooldecanen (NVS): "Leerlingen krijgen werkdiscipline en hun wordt een arbeidsethos bijgebracht die ze heel goed kunnen toepassen op school. Ze halen het bijvoorbeeld niet in hun hoofd om te laat te komen op hun werk, maar doen dat nu nog wel op school. Zij moeten hun ervaring dus beter toepassen op school, maar ook de scholen moeten er positiever mee omgaan. De ervaringen kunnen prima geïntegreerd worden in maatschappijlessen en begeleidingsuren." Coïni vergelijkt de werkende scholier het liefst met een topsporter, die tevens naar school gaat. Tot enkele jaren geleden waren school en de topsport twee gescheiden werelden, maar die zijn nu geïntegreerd, signaleert Coïni. " Zo worden beide kwaliteiten van de leerling aangeboord en kunnen ze rekening houden met elkaar." Coïni denkt niet dat scholieren hun werk verruilen voor school, omdat ze gewend zijn geraakt aan veel geld, of nog meer zouden willen. Coïni: " Scholieren doen laag gekwalificeerd werk en zien daarom juist dat ze dat niet willen doen. De motivatie om verder te studeren wordt groter." Het onderzoek Jongeren '99 bevestigt dit beeld. Van den Berg: "In vergelijking met 1991 vinden alle scholieren het steeds belangrijker worden om te studeren." Scholieren tussen de 12 en 14 jaar verdienen gemiddeld 1.010 gulden per jaar, 78 procent meer dan in 1997.
Scholieren tussen de 15 en 19 verdienen gemiddeld 3.073 gulden per jaar, 72 procent meer dan in 1997.
(Uit het onderzoek Jongeren '99 van bureau Interview-NSS) Joost (17):Alles verbrast
Joost Goudriaan (17) zit in 6-VWO en heeft de afgelopen zomer veel gewerkt in het Doelencafé in Rotterdam. Hij wil weer gaan werken, want zijn geld is op. Joost komt niet toe aan sparen. "Ik zit nu in een 'niet-werkperiode'. Eigenlijk vind ik het te treurig om te zeggen, maar ik heb al het geld dat ik deze zomer verdiende bij café De Doelen verbrast. Meer dan tweeduizend gulden in nog geen maand tijd. Het ligt aan mijn uitgavenpatroon, ik heb een gat in mijn hand. Ik heb me aangeleerd met geld te smijten. Als ik aan mooie kleding kan komen voor minder geld, koop ik direct heel veel. Deze jas is van Lacoste. Ik heb een discman, een Sony-gsm, een play-station en spuitbussen voor graffiti gekocht. "Ik zit echt te flippen nu. Ik heb gewoon geen geld meer, wat moet ik nu? Mijn ouders houden mijn zakgeld in, omdat ik nog een kleine schuld heb bij hen, opgebouwd tijdens een andere niet-werkperiode. Ik wil nu wel weer werken, maar dat geld heb ik pas over een maand. Ik moet dit jaar ook slagen, maar ik heb nog geen boek opengeslagen. Ik kom er niet toe. Zo heb ik het vijf jaar gered, maar ik denk dat ik dit jaar echt wat moet doen. Ik moet mezelf goed aan het werk zetten, want ik ga er wel voor hoor!" Jochem (15): Ik zit lekker binnen
Jochem Sprenger (15) is een jonge belegger bij het Young Dynamic Fonds van Robeco. Hij heeft 39 aandelen, samen meer dan zevenduizend gulden waard. Een enkele keer is hij oppas. "Mijn bijbaantje is eigenlijk geen baan, want ik hoef er bijna niets voor te doen. Ik beleg nu al een jaar via Easy Blue fonds van de Postbank en via de het Young Dynamic Fonds van de Robeco. Anderen moeten door regen en sneeuw de kranten bezorgen en ik zit lekker binnen. Ik hoef maar één telefoontje te plegen in een half jaar, om door te geven of ik mijn aandelen verkoop of nieuwe koop. "Ik ben gaan beleggen toen ik ontdekte dat de aandelen die ik bij mijn geboorte van mijn opa kreeg in vijftien jaar tijd waren verzevenvoudigd in waarde. Toen dacht ik: dat ga ik vaker doen. Op die manier is het toch heel makkelijk geld verdienen? "Ik heb nu 39 aandelen en die zijn gezamelijk zeven- achtduizend gulden waard. Ik krijg ook zakgeld, zo'n 33 gulden in de maand en oppasgeld, twintig gulden per maand. Maar ik ben heel zuinig, ik geef bijna niets uit. Over drie jaar, als ik mijn rijbewijs heb, wil ik een leuk autootje kopen. Het liefst een Jaguar, maar dat kan ik dan nog niet betalen." Tamara (15): Sparen voor vakantie
Tamara Gang (15) werkt tijdens de weekeinden bij het restaurant Pasta e Basta in Rotterdam. Per maand heeft Tamara zeshonderd gulden te besteden. Ze probeert per maand vijfhonderd gulden te sparen. "Op dit moment voel ik me rijk. Vorig jaar had ik echt een geldprobleem, maar nu kan ik eigenlijk alles kopen wat ik wil. Ik werk alleen op zaterdag en zondag, bij het restaurant Pasta e Basta. Het betaalt goed, negen gulden per uur. Ik werk zo'n zes uur per dag en krijg per weekeinde wel zo'n dertig gulden fooi. "Van mijn moeder krijg ik zestig gulden zakgeld in de week. In de weekeinden doe ik ook aan hockey en dat is goed te combineren met mijn werk. Met school gaat het tot nu toe ook goed. "Ik probeer vijfhonderd gulden in de maand te sparen voor mijn zomer- en wintersportvakanties. De rest gaat op aan sigaretten - ik rook een pakje per dag -, haarfrutsels, sieraadjes en make-up. Ik krijg bijna al mijn kleding van mijn moeder, maar soms moet ik er aan meebetalen. "Na de havo wil ik naar de hotelschool en daarna naar Frankrijk. De mensen genieten daar echt, ze hebben er heerlijke wijn en een mooie taal. De Fransen zijn ook heel chic, dat trekt me aan."
|
NRC Webpagina's
1 OKTOBER 1999
|
Bovenkant pagina |