R A D I O & T E L E V I S I E
|
![]()
NIEUWSSELECTIE S e l e c t i e Televisie
|
F I L M V O O R A F :
Vive l'Amour
Gerwin Tamsma
De prijs die betaald wordt, zo wisten we al uit Michelangelo Antonioni's films uit de jaren zestig, is vervreemding, eenzaamheid en het verlies van wortels. Vive l'Amour (1994) is misschien wel de aangrijpendste film over dat thema van de afgelopen tien jaar. In lange camerabewegingen vertelt hij over drie jonge mensen in de miljoenenstad Taipeh. Yang Kuei-mei speelt een makelaarster die in een bar een man (Chen Chao-jun) oppikt en hem meeneemt naar een leegstaand appartement. Tsai's vaste alter ego Lee Kang-sheng is een met zijn homoseksualiteit worstelende jongen die een sleutel van datzelfde appartement achterover heeft gedrukt. Heel veel plot is er verder niet. Veelzeggende en ontroerende details des te meer. Tsai is een briljant observator die de verbeelding van de kijker alle ruimte geeft. In de terecht beroemde, unieke slotscène wandelt de makelaarster in een net aangelegd park waar het gras nog niet is opgekomen. Ze gaat op een bankje zitten en barst vervolgens in een huilbui uit die meer dan zeven minuten duurt. Ruim de tijd om na denken over het decor waar paaltjes de jonge aanplant steunen, wat je plotseling doet beseffen dat er hoop schuilt in de wetenschap dat huilen de dingen niet beter maakt, maar toch - hoe dan ook - oplucht. Het valt te betwijfelen of de film in een vertoning op televisie helemaal tot zijn recht komt, maar de video moet zeker aangezet worden. Alleen al de kristalheldere, muziekloze geluidsband is een meesterwerk op zich. De bedoeling van voetstappen, de rust van een bad dat volloopt, de tragiek van het bedrijven van de liefde, de temperatuur van een wereldstad - alles hoor je. Je hoort zelfs mensen hun adem inhouden.
Vive l'Amour (Taiwan, 1994, Tsai Ming-liang), Ned.3, 0.10-2.02u.
|
NRC Webpagina's
1 OKTOBER 1999
|
Bovenkant pagina |