|
|
|
NIEUWSSELECTIE OPEC
|
De wereld teert snel in op haar
olievoorraden
Door een onzer redacteuren
De Utrechtse oliegeoloog Anne van de Weerd noemt de afname "dramatisch, als je je realiseert dat de techniek die oliemaatschappijen bij het onderzoek van de bodem en voor metingen toepassen, in dezelfde periode sterk is verbeterd". Van de Weerd benadrukt dat de huidige productie van olie voorlopig hoog genoeg is om de markt de eerstvolgende jaren ruim te voorzien. "Dat heb je eind 1998 en de eerste drie maanden van dit jaar gezien, toen de olieprijs kelderde door overproductie en veel te hoge voorraden. Maar een belangrijk gegeven is dat vooral de Opec-landen de meeste productiecapaciteit en veruit de grootste oliereserves hebben. We moeten nu rekening houden met hogere prijzen, van 20 dollar per vat en hoger." Samen wisten de elf lidstaten van de Opec (Organisatie van olie- exporterende landen) in 1998 hun marktaandeel op te voeren tot 41,5 procent, het hoogste niveau in meer dan tien jaar. Door hun dominante positie kunnen zij in feite de prijs bepalen, zoals het afgelopen jaar bleek. Sinds maart kwamen Opec- en een groepje niet-Opeclanden overeen hun productieniveau flink te verlagen. Sindsdien is de prijs met 80 procent gestegen tot rond de 21 dollar per vat. Het verschil tussen het wereldverbruik van ruwe olie en het volume in nieuwe velden lijkt steeds groter te worden. In de periode 1950-1970 waren de nieuwe vondsten het hoogst, met gemiddeld 40 miljard vaten per jaar. De laatste vijf jaar lag dat niveau vrij constant op gemiddeld 11 miljard vaten per jaar. Volgens het statistisch jaarboek 1998 van British Petroleum (nu BP Amoco) hebben de nieuwe vondsten - samen met aanpassingen van de gegevens voor het Midden-Oosten en de voormalige Sovjet-Unie - de dalingen in de rest van de wereld overtroffen, waardoor de totale reserves nog steeds stijgen. Maar Van de Weerd waarschuwt dat die gegevens zijn gebaseerd op opgaven van de betrokken landen zelf, terwijl de IHS-groep data verzamelt door "eigen kritisch onderzoek van de olievelden". Opec-landen als Venezuela, Koeweit, de Verenigde Arabische Emiraten en Libië geven volgens hem veel grotere reserves op dan kan worden aangetoond door het onderzoek van IHS. Hoge - politiek bepaalde - reserves geven recht op hogere Opec-quota (productieplafond per land) en andere landen geven bewust grotere oliereserves op om hogere leningen van bijvoorbeeld de Wereldbank los te krijgen, weet Van de Weerd. "Mogelijk zal het succes dat oliemaatschappijen boeken bij de diepzee- exploratie de afnametrend in de nieuwe oliereserves tot staan brengen. Maar als dat niet lukt, kunnen we de komende tien jaar in totaal slechts 110 miljard vaten nieuwe olie verwachten, terwijl de consumptie in die periode zo'n 288 miljard vaten beloopt." De wereldproductie van olie bereikt tussen het jaar 2000 en 2010 zijn piek met 30 miljard vaten per jaar, voorspelt de geoloog. "Dan gaat ook de productie dalen. Door geleidelijke uitputting van veel velden, krijg je forse prijsstijgingen en moet je dure olie uit teerzanden en andere energiebronnen inschakelen. De productiepiek voor aardgas komt denk ik wat later, tegen 2015. Dan wordt energie echt duur, Niettemin verwacht ik dat het nog wat langer duurt eer olie en gas concurrentie zullen krijgen van andere duurzame bronnen van energie."
|
NRC Webpagina's
1 SEPTEMBER 1999
|
Bovenkant pagina |