|
|
|
NIEUWSSELECTIE Ministerie van Justitie Ministerie van Binnenlandse Zaken
|
Rechtbanken blij met stukloon
DEN HAAG, 17 AUG. Mevrouw X. is vier maal gearresteerd wegens winkeldiefstal. Normaal gesproken zullen die zaken worden gevoegd en verschijnt mevrouw één keer voor de rechter, die vervolgens in al deze zaken één keer vonnist. Vraag is of dat in de toekomst zo zal blijven als de rechtbank op basis van 'stukloon' wordt betaald, zoals de commissie-Meijerink met instemming van het kabinet heeft voorgesteld. Theoretisch zou de rechter er vier afzonderlijke zaken van kunnen maken, waardoor mevrouw naar mag worden verwacht per saldo meer straf zou kunnen krijgen. Mr. C.F. Korvinus, bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten, is daar echter niet zo bang voor. "Maar ik ben wel sceptisch. Als de overheid met budgetvoorstellen komt, leidt dat doorgaans niet tot de uitbreiding van de menskracht binnen de betreffende sector. Ik denk dus dat het nieuwe systeem op termijn zal worden gebruikt als een bezuinigingsinstrument. Er zal onder dwang van de beoogde verhoging van de efficiëntie meer werk door minder mensen gedaan moeten worden." Maar ook anderszins is Korvinus sceptisch, omdat het systeem van 'budgettering met nacalculatie' tot jojo-effecten in de personele sfeer kan leiden. "Het eigenaardige van het rechtbankwerk is dat het zich niet laat plannen. Niemand kan bijvoorbeeld zeggen hoeveel strafbare feiten er in een bepaald jaar zullen worden gepleegd. Je weet dus eenvoudig niet hoe druk het volgend jaar zal worden en je kunt dus ook niet weten hoeveel mensen je daarvoor nodig hebt", aldus Korvinus. Volgens de Amsterdamse advocaat is de verhoging van de efficiëntie bij rechtbanken al enige tijd gaande. "Je merkt dat al een poosje. Rechters zijn bijvoorbeeld niet erg meer geneigd een zaak aan te houden als je bij de verdediging van een klant een belangrijke getuige wilt laten verschijnen. Dat is voor de zorgvuldigheid van de rechtspraak natuurlijk een slechte zaak." Daarnaast verbaast het Korvinus dat de rechterlijke macht zo gemakkelijk instemt met de plannen. "Het gevaar is levensgroot dat rechtbanken tegen elkaar uitgespeeld gaan worden. Met andere woorden: bij de ene rechtbank is het in een bepaald jaar relatief rustig, bij de andere razend druk. Dan krijg je natuurlijk al gauw dat er bij de ene wel wat af kan als er bij de andere iets bij moet. Ik vrees dat het systeem op die manier ten koste van kleine rechtbanken zal gaan uitpakken, terwijl de grote er hun voordeel mee doen." Bovendien, zo vreest Korvinus, lokt de beoogde vergroting van de efficiëntie onzorgvuldigheid uit. "Als de druk op de rechtbanken toeneemt, is het logisch dat het risico op minder zorgvuldig handelen toeneemt. Het voorbeeld van het niet willen aanhouden van een zaak, ook al is het belangrijk een getuige te horen, geeft dat al aan. Uiteindelijk voorzie ik dat op termijn de rechtzoekende van dit alles de dupe is." Mr. P. Kalbfleisch, coördinerend vice-president van de Haagse rechtbank en hoofdbestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, is "op zich niet tegen" het systeem waarbij rechtbanken worden betaald naar rato van het aantal en de aard van afgehandelde processen. "Het geeft een veel grotere duidelijkheid. Voorwaarde is natuurlijk wel dat de berekeningsnormen die zullen worden gehanteerd, reëel en realistisch zijn. Als dat niet het geval is, wordt niemand er beter van." In tegenstelling tot Korvinus is Kalbfleisch bepaald niet bang dat het nieuwe vergoedingssysteem zal gaan uitpakken als bezuinigingsinstrument. "Terecht wordt gesignaleerd dat het systeem een 'open eind' heeft. Dat is ook het mooie ervan. Als we meer doen, krijgen we gewoon meer geld. Dat zullen de bewindslieden ook onderschrijven. En ik ga ervan uit dat de overheid niet geneigd is zelf gemaakte afspraken te gaan schenden." De Haagse rechter benadrukt dat het nieuwe financieringssysteem geen panacee is om de achterstanden die er bij verscheidene rechtbanken zijn, in te lopen. "Daarvoor zijn extra gelden nodig, die ik overigens nog niet in aantocht zie. Die achterstanden zullen door een speciale 'task force' van rechters moeten worden weggewerkt. Dat mag hier niets mee te maken hebben. Bij het nieuwe financieringssysteem moet worden uitgegaan van een nul-situatie." Essentieel in het nieuwe systeem, meent de commissie-Meijerink, is de bewaking van de kwaliteit van de rechtspraak. Dat zal de rechterlijke macht zelf moeten gaan doen, om de simpele reden dat de overheid zich niet met de kern van de onafhankelijke rechtspraak mag bezighouden. Blijkens een recent artikel in het Nederlands Juristenblad van mr. F.C.J. van der Doelen, hoofd van de sectie beleidsverkenningen en instrumentatie op het ministerie van Justitie, is het meten van kwaliteit in de rechtspraak heel goed mogelijk. Het wordt volgens hem bovendien hoog tijd dat die kwaliteit regelmatig en systematisch onder de loep wordt genomen, ook los van de aanbevelingen van de commissie- Meijerink. Van der Doelen: "Als de kwaliteitsdimensie wordt overschaduwd door kwantitatieve productiegetallen, omdat die met harde cijfers kunnen worden onderbouwd, dan is er maar één oplossing. Naast de gekwantificeerde productie zal ook het kwaliteitsniveau van het rechtspreken op een meer betrouwbare, controleerbare en systematische wijze in beeld moeten worden gebracht."
Zie ook:
|
NRC Webpagina's
17 AUGUSTUS 1999
|
Bovenkant pagina |