|
|
|
NIEUWSSELECTIE NeCeDo
|
Met een schone ploeg naar Sydney
Door JAAP BLOEMBERGEN en ROBÈRT MISSET Volgende week beleeft Doping Controles Nederland (DoCoNed) zijn oprichtingsvergadering als onafhankelijk instituut dat naast het Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken (NeCeDo) gaat functioneren om dopingcontroles uit te voeren. "Omdat wetenschappelijk onderzoek en voorlichting volgens het Nederlandse sportparlement niet valt te combineren met het uitvoeren van controles", zegt NeCeDo-voorzitter Piet van der Kruk, die momenteel herstelt van een maagbloeding. Maar nog voor DoCoNed de dopingtesten per 1 oktober definitief uit handen kan nemen van het NeCeDo, worstelt de nieuwe stichting - met als voorlopige voorzitter oud-staatssecretaris Dick Dees - al met financiële problemen. Met een budget dat in 2001 1,25 miljoen gulden moet bedragen, kunnen de doelstellingen - over drie jaar moeten 2.500 dopingcontroles per jaar worden uitgevoerd - niet worden gerealiseerd. Het is een opmerkelijk contrast. Voor het leveren van optimale prestaties op de Spelen in Sydney heeft de overkoepelende Nederlandse sportbond NOC*NSF ongeveer 35 miljoen gulden beschikbaar. De overheid stortte 10 miljoen gulden in het fonds voor de topsporter. Maar voor een effectief dopingbeleid is slechts een fractie van die donatie beschikbaar. NeCeDo-voorzitter Piet van der Kruk beseft bovendien dat alleen de controle op urinestalen niet langer afdoende is om dopinggebruik te traceren. De wielrennerij had de primeur van de - verplichte - bloedtesten, andere sporten zullen volgens de oud- kogelstoter en -gewichtheffer snel volgen. Maar wie zal dat betalen? "We krijgen gigantische financiële problemen", voorspelt Van der Kruk. "De verwerking van één urinestaal kost al zevenhonderd gulden. Bloedanalyses zijn nog veel duurder. We werken nu met een jaarlijkse begroting van één miljoen gulden, waarbij duizend controles moeten worden uitgevoerd. In 2001 hebben we maximaal anderhalf miljoen gulden beschikbaar voor 2.500 controles. Tel uit je winst. "Daarbij steekt het Australische dopingbeleid schril af. Hun budget is zeker tien keer zo groot als het onze. Geen enkele deelnemer aan de Spelen in Sydney zal de dans ontspringen. De Australiërs zijn veel fanatieker dan de Amerikanen in Atlanta. Ze zitten er bovenop. Wij hebben minder geld, maar ik lever liever geen kritiek op het regeringsbeleid." Daarmee onderscheidt de 58-jarige Van der Kruk zich van zijn voorganger Emile Vrijman, die de overheid en de nationale sportbonden regelmatig een laks gedrag in de strijd tegen doping verweet. "Vrijman rammelde flink aan de boom", erkent Van der Kruk. "Ik hanteer liever het harmoniemodel, daar bereik je meer mee. Wij zijn het verlengstuk van het ministerie en geen protestbeweging. Als de gezamenlijke sportorganisaties een bepaald beleid nastreven, verlenen we onze medewerking. Het hele beleid draait om geld. We willen veel, maar we kunnen niet alles." Tegelijkertijd waarschuwt Van der Kruk voor defaitisme. "Wij mogen ons niet neerleggen bij de gedachte dat een effectief dopingbeleid niet te financieren is. Het legaliseren van dopinggebruik zou tot een volksopstand leiden. Het wordt maatschappelijk niet geaccepteerd als gedrogeerde wielrenners op de Mont Ventoux dood van hun fiets vallen. Om nog maar te zwijgen van de mogelijke schadeclaims. Mensen kunnen sportorganisaties voor de rechter slepen als zij dopinggebruik stilzwijgend tolereren. "Wij zullen nooit bezuinigen op het aantal controles om uit de financiële zorgen te raken. Als voorzitter van de krachtsportbond hing ik op de deur van de kleedkamer wel eens een briefje met daarop de tekst: dopingcontrolestation. Toen dropen meteen een paar jongens af. Op die manier hadden wij meer geld beschikbaar voor de controles. Krachtsporters hengelden in mijn tijd naar het aantal testen. Hoe meer controles, hoe minder deelnemers. Voor een effectief beleid moet de pakkans groot zijn. Wij gooien het niet op een akkoordje met een organisator die moet bezuinigen op zijn evenement en vraagt of wij minder monsters willen opsturen naar het laboratorium in Los Angeles." Naast de oprichting van DoCoNed om dopingtesten uit te voeren, dient volgens Van der Kruk nog een orgaan in het leven te worden geroepen dat toezicht houdt op het dopingbeleid van de bonden. "In België of Frankrijk is doping een strafrechtelijke kwestie. Daar kan elke sporter, desnoods een jeu de boules-speler, worden opgepakt door de politie. In Nederland werken we met een tuchtcollege, de betrokken bond straft in eigen kring. Maar het is in het verleden te vaak voorgekomen dat een positief bevonden sporter niet door zijn eigen bond werd bestraft. Het NeCeDo kan slechts de uitslag van een dopingtest doorgeven, wij hebben geen invloed op de sancties. "Dopingcontroleurs zijn net scheidsrechters. Zij zijn onderdeel van de spelregels. Maar de acceptatie zou groter moeten worden. Er zijn nog te veel incidenten met onwillige sporters." Een pijnlijk voorbeeld: "We hadden dit jaar een topsportster die tijdens een out-of-competition- controle niet kon plassen. Zij heeft de benen genomen en onze controleur laten zitten. Wij stoppen miljoenen in zo'n procedure en dan krijg je zo'n farce. Op grond van het dopingreglement is deze dame positief. "Maar voor haar bond zou een schorsing een ramp hebben betekend met het oog op de Spelen in Sydney. De tuchtcommissie vond een fout in onze procedure en heeft het NeCeDo een oorvijg gegeven. Bij wie moest ik mijn beklag doen? Ik kon bij niemand terecht. De desbetreffende bond had er duidelijk belang bij om deze topsportster uit de wind te houden. Daarom moet er een instantie komen om zo'n bond terug te kunnen fluiten." Pleit Van der Kruk voor een universele strafmaat? "Dan moet je gaan tornen aan ons democratisch bestel", meent hij. "Op instigatie van het ministerie van VWS hanteert elke bond sinds 1 juli zijn eigen dopingreglement. Dat levert soms komische situaties op. Zo verzocht de voorzitter van de sjoelbond alcohol op de dopinglijst te zetten, omdat bij dat spel nog wel eens sterke drank wordt gebruikt. Het bestuur van de kegelbond hield me wanhopig voor dat het kegelen vooral wordt beoefend door bejaarden die regelmatig medicijnen gebruiken. Maar iedereen moest er aan geloven. "Het NeCeDo is slechts de lange arm van het ministerie. Wij fiatteren het reglement van elke bond, nadat we eerst ons standaard dopingreglement ter beschikking hebben gesteld. Sommige bonden willen meer, andere bonden wat minder. Dat leidt wellicht tot rechtsongelijkheid, maar het Nederlands systeem spreekt mij aan. Wij zijn niet voor de Franse of Belgische aanpak. Wij willen geen heksenjacht. De gebruikers worden niet aangepakt, maar de handelaren worden voor de rechter gesleept. Onwetendheid is geen excuus meer. Maar in Nederland is doping toch vooral een zaak van de sport zelf." Van der Kruk weet echter uit ervaring hoe verleidelijk het voor een sportman is om naar verboden stimulerende middelen te grijpen. Instemmend: "Je moet heel sterk in je schoenen staan om niet te pakken. Ik werd als kogelstoter in 1968 negende bij de Spelen van Mexico. Maar ik heb niets gebruikt, al heb ik het serieus overwogen. Ik zou zeker hoger zijn geëindigd als in Mexico op doping was gecontroleerd. Ik koos bewust voor mijn gezondheid. Een Belgische collega kreeg een hartstilstand in de bloei van zijn leven. Echt shockerend. "Als bondscoach zat ik bij een internationaal kampioenschap met een groepje gewichtheffers in Sofia. Tijdens het toernooi moesten we onze zaal verlaten voor een manifestatie van de communistische partij. Wij werden toen voor een dag verbannen naar een soort circuszaal, waar geen nissen werden getimmerd voor elk land. Alles gebeurde open en bloot. Daar zagen we in de Bulgaarse hoek tot onze verbazing de spuiten tevoorschijn komen." Maar verwondering heeft allang plaatsgemaakt voor cynisme. Recentelijk werden weer enkele grote vissen gevangen in de jacht op de dopingzondaars. Maar bevestigden de atleten Christie en Sotomayor niet vooral de gedachte dat zij in hun tak van sport slechts het topje van een ijsberg vormen? De onthulling van Van der Kruk klinkt bijna naïef: "Ik heb een primeurtje voor jullie. Tot nu toe hebben we dit jaar 500 dopingtesten uitgevoerd onder Nederlandse topsporters en daar was niet één positief geval bij." Maar dat zegt toch niets over de zuiverheid van de Nederlandse equipe in Sydney? Durft Van der Kruk als trainer zijn handen in het vuur te steken voor zijn neef Pieter, die volgende week als discuswerper deelneemt aan de wereldkampioenschappen atletiek in Sevilla? "We streven naar een schone ploeg voor Sydney", zegt hij, aarzelend. "Het zou een drama zijn als ook maar één Nederlandse deelnemer door de mand valt. Maar lees het boek van wielersoigneur Willy Voet en je steekt voor niemand nog een hand in het vuur. Dat het bedrog zó georganiseerd, zó systematisch plaatsvindt, had ik niet verwacht. De historie bewijst dat de dopingjagers altijd achter de feiten aanlopen. "Wie bedenkt dat topsporters medicijnen gaan gebruiken die bestemd zijn voor dieren? Daar kun je toch niet op anticiperen? In het sportscholencircuit gaat ruim 200 miljoen gulden aan handel in doping om. Daar gebeuren de meest verschrikkelijke dingen. Tieners bellen ons op met het idee dat wij hen goede raad kunnen geven. Zij denken dat wij dopingproducten verstrekken." Zijn medewerker Rens van Kleij, soufflerend: "En dan vooral nandrolon, de pindakaas onder de steroïden." Van der Kruk, lachend: "Mijn zoon Niels zit aan de creatine, dat niet verboden is. Creatine is pure suppletie. Niels is lang en slank, hij kan wel een shotje gebruiken. Mijn neef Pieter is sterk genoeg, meer kracht zou contra-productief werken. Hij wordt regelmatig gecontroleerd. Pieter verbeterde onlangs zijn persoonlijk record met de discus van 62 naar 66 meter. Die prestatie riep meteen lulverhalen over do ping op. Te triest voor woorden. De kroon wordt veel te snel van het hoofd gehaald. "Andre Bolhuis zei als voorzitter van de hockeybond dat al die investeringen in dopingbeleid in veel gevallen zondegeld was. Dat begrijp ik wel. Ik heb als voorzitter van de krachtsportbond wel eens 15.000 gulden ontvangen voor een trainingsstage en 25.000 gulden voor het uitvoeren van dopingtesten. Ik had die bedragen graag willen omdraaien. We moeten in de discussie over doping uit de sfeer van onbewezen verdachtmakingen raken, want ik ben er heilig van overtuigd dat in Nederland geen klimaat bestaat om mensen vol te spuiten en een maskeringsregime te ontwikkelen."
|
NRC Webpagina's
14 AUGUSTUS 1999
|
Bovenkant pagina |