|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Suriname
|
Suriname op afstand
Een zwakke, kwetsbare economie zoals die van Suriname met zijn opgeblazen ambtenarenapparaat en chronische tekorten, kan zonder externe financiering niet overleven. Nu de Nederlandse ontwikkelingssteun al tijden is opgeschort (afgezien van humanitaire hulp) en de cocaïnedollars lang en breed in het buitenland zijn veiliggesteld, stort Suriname letterlijk ineen. Slechts de voortdurende bereidheid van de Surinaamse gemeenschap in Nederland om achtergebleven familieleden materieel te helpen, en de economie van de kostgrondjes met groente en fruit voorkomen acute rampspoed. Maar daarmee kunnen het openbare vervoer, het onderwijs of de gezondheidszorg, laat staan investeringen in de infrastructuur of economische bedrijvigheid niet gered worden. Politiek zit Suriname eveneens aan de grond. De NDP, de partij van Wijdenbosch en peetvader Bouterse die in september 1996 als relatieve winnaar uit de verkiezingen kwam, heeft haar krediet verspeeld. Het populisme als instrument voor economische politiek is failliet. Oud- legerleider en ex-Adviseur van Staat Desi Bouterse is in Nederland zojuist tot zestien jaar cel veroordeeld. Suriname is verworden tot een narco-staat, gewantrouwd door zijn Zuid-Amerikaanse buren, de Verenigde Staten en Nederland. Een jaar voor de viering van een kwart eeuw onafhankelijkheid, in 2000, is dat de trieste oogst van wanbeleid.
NEDERLAND STAAT deze keer buitenspel. Het Surinamebeleid van opeenvolgende Nederlandse regeringen is een aaneenschakeling van rampen geweest, te beginnen bij de gekochte onafhankelijkheid ten tijde van het kabinet-Den Uyl. Daarna volgden de mislukte projecten, de permanente bemoeizucht en het onvermogen van ministers van Ontwikkelingssamenwerking (De Koning, Pronk) of Buitenlandse Zaken (Van Mierlo) om afstand van Suriname te nemen. Bij het aantreden van het huidige kabinet hebben de ministers Van Aartsen en Herfkens verklaard dat Suriname niet langer het middelpunt van het Nederlandse buitenlandse of ontwikkelingsbeleid zal vormen. Dat is maar goed ook. Suriname zal deze crisis daarom in eerste instantie zelf moeten oplossen. Dat moet gebeuren op basis van een aanpassingsprogramma van het Internationale Monetaire Fonds en de Wereldbank. Door de gemakkelijke beschikbaarheid van Nederlandse hulp is Suriname hieraan in het verleden steeds ontsnapt. Nu kan dat niet langer. De volksdemonstraties van de komende dagen zijn daarom niet alleen voor het lot van president Wijdenbosch, maar ook voor de Nederlands- Surinaamse betrekkingen van de grootste betekenis.
|
NRC Webpagina's
2 AUGUSTUS 1999
|
Bovenkant pagina |